De dagvaarding

Eind september 1951 wordt de gemeente gedagvaard door Janus. Hij eist onder andere een vergoeding van ƒ 10.025,54 met achterstallige rente als vergoeding voor de door hem aangelegde bouwwerken en beplantingen in Nieuwkuijk. In de raadsvergadering van november 1951 komt het voorstel ter tafel om een rechtszaak tegen Janus te voeren naar aanleiding van zijn dagvaarding. Door leden van de raad wordt gevraagd om via overleg tot een oplossing te komen. De burgemeester zegt dat dit verschillende malen is geprobeerd, maar dit heeft geen enkel resultaat opgeleverd. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aanvaard.

Jaarverslag 1951

In 1951 werkt badmeester Heimann in Nieuwkuijk vanaf 3 juni t/m 1 september in totaal 13 weken. Er zijn 7.392 betalende bezoekers geweest en er zijn 33 seizoens- en 15 gezinskaarten verkocht. De staanplaats voor het ijscokarretje heeft ƒ 75,- opgebracht. De kosten en opbrengsten zijn, inclusief nagekomen kosten over het jaar 1950, nagenoeg in evenwicht.

1952

In het proces dat Janus heeft aangespannen wordt op 13 juni 1952 uitspraak gedaan. In het vonnis staat o.a. dat Janus geheel voor eigen risico kostbare voorzieningen heeft getroffen en dat hij nu de gemeente geen verwijt kan maken dat deze voorzieningen, door het besluit van de gemeente om zelf de exploitatie op zich te nemen, geen rendement afwerpen. De vordering wordt niet ontvankelijk verklaard. Janus moet als verliezende partij de proceskosten betalen. In 1952 doet Janus diverse pogingen om met de gemeente in gesprek te komen over het zwembad. De gemeente verwijst hem echter door naar de advocaat van de gemeente, Mr. Van Leeuwen. Op de door de advocaat van de gemeente gedane voorstellen wordt door Janus echter niet gereageerd.

Berichten uit de krant ’Echo van het Zuiden’ van 1952

“Aan het zwembad te Nieuwkuijk werd een kind van de familie Parijs gered door de badmeester Heimann. Door zich te ver in de wiel te begeven, schoot het kind onder water. Gekleed sprong Heimann in het water en wist het kind te redden.”

“Donderdagmiddag omstreeks 7 uur heeft zich alhier in het zwembad de Nieuwe Wiel een verdrinkingsongeval voorgedaan, dat het leven gekost heeft van het 9 jarig zoontje van de fam. A.Snijders - de Laat. Het ongeval moet zich ongeveer als volgt hebben voorgedaan. Tegen genoemd tijdstip is het ventje in gezelschap van zijn jongere broertje en zusje in het zwembad aangekomen en zij hebben zich toen in het kinderbad begeven. Uit het relaas van een van de badgasten is komen vast te staan, dat het slachtoffer aan de verkeerde kant van de loopbrug, die het diepe bad van het ondiepe bad scheidt, is ingedoken, doch hij meende dat het kind kon zwemmen, en zijn aandacht afleidde. Het verdwijnen van het jongetje kwam vast te staan, toen zijn broertje en zusje met zijn kleren onder de arm schreiend rondliepen omdat zij hem niet meer zagen en het tijd was om naar huis te gaan. Een ander jongetje vertelde toen de toezichthouder, dat hij hem op een zeker punt in het diepe had gezien en dat hij zulke rare bewegingen maakte. Onmiddellijk werden toen pogingen in het werk gesteld om het slachtoffer te vinden. Doordat genoemd jongetje nog aanwezig was en de juiste plaats wist aan te duiden, mocht het enkele toegeschoten badgasten gelukken reeds na enkele minuten het jongetje boven te halen. Door de heren F. v.d. Brandt en G. de Groot, leden van de plaatselijke EHBO werd nog lang getracht door middel van kunstmatige ademhaling de levensgeesten weer op te wekken, maar het mocht niet meer baten. De ijlings ontboden geneesheer kon slechts de dood constateren”. Enkele dagen later: “In Haarsteeg werd het 9 jarig zoontje van de familie Snijders begraven, die in het zwembad te Nieuwkuijk door verdrinking om het leven kwam. Bij de kerk stond de gehele schooljeugd met onderwijzend personeel opgesteld om hem naar zijn laatste rustplaats te vergezellen.”

Bedenkelijke vrijheden

In 1952 werkt Heimann vanaf 25 mei t/m 6 september in totaal 15 weken. Er zijn 7.415 betalende bezoekers en er worden 31 abonnementen verkocht. De kosten en opbrengsten zijn nagenoeg gelijk. Janus vindt het toezicht in Nieuwkuijk onvoldoende: ’Insiders weten hoe straffeloos beide seksen zich allerlei bedenkelijke vrijheden konden veroorloven, ja er zijn zedelijke aberraties bekend waarvan men zich afvraagt hoe een verantwoordelijke instantie gelijk een gemeente toch moet zijn, dit heeft kunnen tolereren.’ (bedoeld wordt waarschijnlijk met aberratie = afwijking of alles wat afwijkt van het normale).

Even verder: ’Gemengd zwemmen en zonnebaden kwamen geregeld voor, er was trouwens geen afscheiding tussen de beide baden.’

1953

In februari schrijft Janus aan de leden van de raad dat hij graag wil weten wat de plannen zijn met het zwembad te Nieuwkuijk. De uitspraak van het gerecht vindt hij onbevredigend, de uitspraak bevat veel onwaarheden. Hij doet weer een beroep op de raad om een vergoeding te krijgen voor zijn materialen.

De advocaat van de gemeente schrijft op 1 april dat Janus in de gelegenheid is gesteld om de eigendommen, die van nut zijn voor de exploitatie van het zwembad, over te doen aan de gemeente en dat de gemeente tevens een vergoeding voor zijn werkzaamheden zal betalen. Het aangeboden bedrag is redelijk en gebaseerd op een taxatie door deskundigen. De gemeente wil wel van hem een verklaring dat hij na ontvangst verklaart geen verdere vorderingen op de gemeente te hebben (finale kwijting). In november meldt de gemeente aan hun advocaat dat men bereid is ƒ 3.500,- te betalen voor de overname van de goederen van Janus, volgens het gerechtelijk vonnis kan hij overigens geen enkele aanspraak op vergoeding maken. Hij moet verder de overige goederen weghalen, zodat er ’schoon schip met de man is gemaakt’. Een lijst van de over te nemen goederen is bijgevoegd.

Bert Meijs

bmeijs@planet.nl