In de noordwestelijke hoek van de Stadshaven leidt de Kikkerstraat naar het bastion Vlammenburg. Bij de restauratiewerkzaamheden in de zeventiger jaren kwam aan het einde van de Kikkerstraat het plaveisel en de fundering van de voormalige Wijkse Poort tevoorschijn. Buiten der stad, direct na de poort, stond een kerkje waar in de 16e eeuw voor het eerst in de omgeving protestante diensten werden gehouden. Aanvankelijk was het kerkje een kapel van de Tempeliers van Wijk. Ook van dit gebouwtje zijn de funderingen onderzocht. Naast een aantal skeletvondsten in en rond de voormalige kapel, troffen de onderzoekers een gebeeldhouwde arduinen grafsteen aan. De tekst luidt: ‘Hier leet beg(ra)ue(n) Claes Henricxz(oon) En (de) alijt sij(n) huysvr(ouw) die sterf a(nno) xv°xl bidt voer de ziele’ oftewel ‘Hier ligt begraven Claes Henricxszoon en Alijt zijn echtgenote die (=Claes) gestorven is in het jaar 1540. Bidt voor zijn ziel’. Het pand Kikkerstraat 4 dateert uit de 18e-19e eeuw. In de 17e eeuw stond op de hoek een huis met de naam ’Het Root Kruis’ in eigendom van J. Beelaerts. In de 16e eeuw lag de straat met dit huis buiten de stad en werd omstreeks 1590 binnen de stad getrokken.
Het eenlaagse pand heeft een bovenverdieping met een zadeldak waarvan de nok haaks ligt ten opzichte van de Kikkerstraat. Aan beide zijden heeft het zadeldak een wolfseind met een zinken goot. Het dak is gedekt met de oorspronkelijke antieke rode terracotta dakpannen, type VH. Op de nok is een gemetselde schoorsteen met twee terracotta afdekkappen. De dakvorsten zijn in specie gelegd. Op het voordak zijn twee kleine dakkapellen met vierruits vensters. Het dak heeft een houten kroon/gootlijsten met stalen gootbeugels. Het pand is opgetrokken in handvorm IJsselsteentjes, gemetseld in wisselende lagen met kopse en hele stenen. Gedeeltelijk is het in kruisverband gemetseld. De gevel is gevoegd met een lintvoeg. Bij de restauratie zijn er de drie zesruits vensters met schuiframen en een buitendeur geplaatst. Alle hebben bovenlichten met dezelfde hoogte. Oorspronkelijk had deze gevel twee loopdeuren en een venster met tralies en had de kopse gevel aan de straatzijde een dubbele deur en op de verdieping een venster. Met de restauratie is de dubbele deur met kozijn vernieuwd en zijn er op de verdieping twee zesruits vensters met schuiframen gekomen. De bovendorpel van het deurkozijn heeft de tekst ‘Vlammenburch’, verwijzend naar het nabij gelegen bastion. Boven deze dorpel is een rollaag kopse stenen en is er een steen waarin “GGB 1829” gegraveerd is. Waarschijnlijk heeft dit met een eerdere restauratie te maken. Naast de kopgevel is een houten poortje met een ronde bovenzijde, waarboven metselwerk. Aan de onderzijde is een grijs geschilderde cementen plint van ca. 50 cm hoogte.
Bart Beaard