In het begin van de vorige eeuw verdween uit Vlijmen en omstreken de hopteelt en stapten tuinders over op de teelt van groenten en fruit. Daarvoor moesten nieuwe afzetkanalen gevonden worden. Er kwamen handelaren-commissionairs die de oogsten rechtstreeks opkochten voor de export naar Duitsland en Engeland. Boeren gingen zelf naar de markt in ’s-Hertogenbosch of gingen met de stoomboot vanaf Heusden naar de markten in Gorinchem en Rotterdam. Vanaf 1903 kwam er een initiatief van de tuindervereniging voor een fruitveiling ‘ten herberge van koffiehuis H. Daelmans’.

Rond 1914 kwamen bestuurders en adviseurs van alle Boerenbonden uit de Oostelijke Langstraat bijeen voor overleg over een verbeterde afzet. Men klaagde over de willekeur en de lage prijzen van de handelaren-commissionairs. Dat overleg resulteerde in een plan voor een coöperatieve streekveiling met Vlijmen als vestigingsplaats. De firma Van Wagenberg Festen, een grootafnemer van de producten, zou de exploitatie verzorgen. Vlijmen zag uiteindelijk af van de exploitatie, waardoor het plan niet doorging. Op de beslissende vergadering was geen enkel Vlijmens lid aanwezig.

Veiling Vlijmen

Als gevolg daarvan werd door Drunen op 1 juni 1916 de Coöperatieve Veilingvereniging ‘De Langstraat’ opgericht. Na enkele dagen werden de eerste kruisbessen op de veilingplaats bij het spoorwegstation Drunen-Heusden geveild. Op 19 juli 1916 startte de dagelijkse veiling van de ‘Tuinbouwvereniging Vlijmen en Omstreken’ met H. van der Linden als veilingmeester. Het eerste jaar werd in Vlijmen in de open lucht geveild op het Marktveld aan de Wolput. Al snel kwam er overleg met Staats Spoorwegen over de bouw van een veilinggebouw bij het spoorwegstation Vlijmen. De animo van de tuinders voor beide veilingen was groot, omdat de veilingprijzen uitstekend waren. In 1917 besloot de regering, dat alle groenten en fruit via een veiling moesten worden verkocht. Hierdoor nam de aanvoer aan de veiling sterk toe. Ook kwam er een landelijke veilplicht: de tuinders moesten lid zijn van de dichtstbijzijnde veiling vanaf hun woonhuis. In de ledenvergadering van 1921 besloot Vlijmen geen coöperatieve vereniging te worden, maar voor de aankoop van materialen aandelen met 5% rente uit te geven.

Het veilen

Het veilen gebeurde volgens de afslagmethode. In de veilingloods stonden de manden en kisten in blokken voor de commissionairs en in rijen voor de kleinere kopers. De afslager-veilingmeester begon met een hoog bedrag voor de kiloprijs. Staande bij de blokken of rijen raffelde hij in een razend tempo de prijzen af. Hij ging, afhankelijk van de groente, met dubbeltjes of centen altijd naar beneden en stopte meteen, wanneer een koper ’mijn’ riep. De afslager-veilingmeester noteerde dan de prijs en de naam van de koper op de veilingbrief.

Wiel – Willem Hillebrandt

Wiel Hillebrandt (*Venlo 8.5.1877, †Vlijmen 8.8.1944) werd op 27 april 1921 tot directeur van de veiling benoemd. Hij kwam uit Venlo en was daar veilingdirecteur geweest, alsook in Uden. Op woensdagochtend 2 juni 1926 woedde een grote brand in het veilinggebouw. Door de wind wakkerde de brand zo snel aan dat veilingmeester Hillebrandt, nadat hij de boeken en het geldbedrag in veiligheid had gebracht, het gebouw door een raam moest verlaten. Het veilinggebouw brandde tot de grond toe af. Men was voor brand verzekerd. In 1929 organiseerde hij een land- en tuinbouwtentoonstelling. Tijdens de oorlog verloor de veiling haar functie. Door de bezetter waren de prijzen vastgesteld. In 1944 overleed Hillebrandt na een kortstondige ziekte.

Jos - Adrianus de Vaan

Na het overlijden van Hillebrandt in 1944 werd Jos (*Vlijmen 18.3.1906, †’s-Hertogenbosch 15.7.1972) de nieuwe veilingdirecteur. In 1959 verwachtte hij het vierde opeenvolgende topjaar met 0,5 miljoen gulden omzet met driehonderd leden. De belangrijkste producten waren zwarte en rode bessen, snijbonen, aardbeien, frambozen en spinazie. De aanvoer van asperges was bijna weggevallen. Bij de veiling was hij directeur-veilingmeester-afslager; in Nederland de enige met zo’n gecombineerde functie. Een bod van ƒ25.000, van de Provinciale Waterstaat voor de aankoop van het veilinggebouw en de grond ten behoeve van de aanleg van de Langstraatweg, later Maasroute, had hij maar afgeslagen. In het rapport van het Economisch Technologisch Instituut stond vermeld dat 60% van de Vlijmense tuinbouwers aan de veiling leverde, de anderen aan Drunen. Met zijn 2,6% van de totale Brabantse omzet hoorde Vlijmen dan ook tot de minst belangrijke van Noord-Brabant.

Streekveiling

In 1961 waren er besprekingen met de besturen van de veilingen van Drunen, ’s-Hertogenbosch en Vlijmen om tot een grote streekveiling te komen, maar zonder resultaat. In 1964 moest het bestaande veilinggebouw afgebroken worden om plaats te maken voor de nieuw aan te leggen Maasroute. Toen waren er bij Gemeente Vlijmen plannen voor de bouw van een nieuwe streekveiling in het tuinbouwcentrum langs de weg Haarsteeg-Heusden. Men vond dat Vlijmen een veiling moest hebben, want na de Ruilverkaveling Heusden-Vlijmen groeide Haarsteeg als tuinbouwgebied. De Veiling ‘s-Hertogenbosch had plannen om hun veiling te sluiten, wat het plan voor een nieuwe streekveiling kon ondersteunen. Op de ledenvergaderingen van Drunen en Vlijmen in februari 1967 besloten beide verenigingen te fuseren, waarna ook besloten werd een nieuwe veiling te bouwen aan de d’Oultremontweg in Elshout. In dat jaar had Vlijmen 250 leden en Drunen 340. De behaalde omzet in dat jaar bedroeg in Vlijmen 0,45 miljoen en in Drunen 6,5 miljoen.

Bestaansrecht

En na de sluiting van de veiling in Vlijmen in 1967 ging Jos de Vaan mee naar Drunen. Zijn zuinige werkwijze en die van zijn medewerker(ster)s hebben ervoor gezorgd dat de veiling nog zolang heeft kunnen bestaan, dankzij een goede samenwerking met een kleine groep tuinders en een kleine groep commissionairs en handelaren. In juni 1967 is het veilinggebouw gesloopt en kon de doortrekking van de Langstraatweg doorgaan. De meeste veilingen installeerden vanaf 1930 een veilingklok, maar Veiling Vlijmen heeft die investering nooit gedaan. Ter herinnering hieraan is er vlakbij toch een straat met de naam ‘De Klok’ gekomen.

Bart Beaard