Henk Poelakker, woonachtig in Heusden, vond na het overlijden van zijn vader (1920-2011) kopieën van processen-verbaal uit lang vervlogen tijden toen ‘Vader Bromsnor’ werkzaam was bij de Rijkspolitie. De vondst werd een inspiratiebron om verhalen te schrijven.
Na sluitingstijd
Ook in 1947 bestaan er grote en kleine regels die ervoor moeten zorgen dat de maatschappij niet ontwricht. Winkels moeten bijvoorbeeld stipt op tijd worden gesloten. Die avond ziet Bromsnor tot zijn tevredenheid dat de winkels hun deuren gesloten hebben zoals dat in de plaatselijke verordening staat geschreven. Hé, wat zie ik daar? Nog mensen in de sigarenwinkel? Het is kwart over zes, dus na sluitingstijd. Even poolshoogte nemen. De winkeldeur is nog open. “Goedenavond Kroese, problemen?” De sigarenman voelt nattigheid en stamelt zoiets als: “We hadden nog even een praatje maar de winkel gaat echt dicht hoor.” Bromsnor is coulant maar weet dat hij voor de gek wordt gehouden. Hij accepteert het klantenbindende snoepje. Een dag of wat later ziet Bromsnor andermaal dat er na 18.00 uur nog een klant in de winkel is. Hij kan van enige afstand door de winkelruit zien dat er een pakje sigaretten over de toonbank gaat. “Goedenavond Kroese, weer een praatje gemaakt?” En voor de eigenaar hem opnieuw iets op de mouw spelt, trekt Bromsnor zijn bonnenboekje.
Een lekker ijsje
1948. Op deze zomerse dag zijn veel fietsers op de been. Zo ook Bromsnor met zijn collega. Rond de middag stuiten ze op een ijsverkoper waar veel fietsers even halt houden. De ijscoman doet goede zaken en zijn bezoekers laten zich de verkoelende traktatie goed smaken. “Heren, zin in een lekker ijsje?” Dat klinkt verleidelijk maar ten overstaan van zoveel mensen durven de agenten het aanbod niet direct aan te nemen. Omkoping is de politieman immers vreemd. In plaats daarvan vragen ze de ijsverkoper naar zijn vergunning. De beste man wordt net zo wit als zijn ijs want hij moet bekennen dat hij dit jaar geen vergunning heeft aangevraagd. Tja, wat nu? De veelheid aan mensen die hebben gehoord wat er gaande is, laat niet toe dat de verkoper zijn probleem met een gratis ijsje kan afkopen. Als compromis besluit men het volgende: een bekeuring wordt uitgeschreven maar vandaag mag hij op deze plaats blijven staan.
Op de koffie
Kerst 1950. Bakkers hebben het ontzettend druk want iedereen wil iets lekkers in huis halen. Het is koud en Bromsnor en zijn collega stappen rond 06.00 uur een warme bakkerij binnen. Ze treffen het. De bakkersvrouw serveert net een bak koffie plus een beschuit voor de bakker. “Ben je al vroeg begonnen”, zo vraagt Brom om een gesprekje aan te knopen. “Wel, vandaag om vier uur maar de komende week zal ik een paar dagen ’s nachts het bed niet zien en heb ik extra mankracht ingehuurd.” Slurpend aan de lekker warme koffie, geeft Bromsnor nog een tip: “Zorg dan wel dat je van de gemeente vergunning hebt want je weet dat werken buiten de gewone tijden zelfs voor jou en zelfs rondom Kerst verboden is?” De bakker slaat de veldwachter op zijn schouder en zegt: “Bedankt voor de tip, dat was ik totaal vergeten, ga ik vandaag nog in orde maken.”