Op donderdag 29 April 1943 maakte Generaal Christiansen bekend, dat zo’n 300.000 Nederlandse oud-militairen zich moesten melden voor dwangarbeid in Duitsland. Weigering betekende zware straf. Desondanks kwam er verzet, dat zich snel over het gehele land verspreidde. A. van Rijckevorsel was Commissaris der Provincie Noord-Brabant in de periode 1928-1945. In zijn archief bevindt zich een dossier met een aantal brieven, verslagen en stakingslijsten over deze April-Meistakingen. Deze werpen meer licht op de gebeurtenissen van destijds in Heusden, Drunen en Vlijmen.

Uit ‘Goed Gehoord’ een uitgave van NCB – Groot Vlijmen

De boeren kwamen in actie. Op zaterdag 1 mei weigerden de meeste veehouders hun melk aan de boterfabriek te leveren. Van de boeren, die uit angst toch wilden leveren, werden melkbussen van de wagens van de melkrijders gehaald en in de sloot leeggegoten. Tussen Haarsteeg en Herpt werd de weg versperd door bomen, die de boeren hadden omgezaagd. De Duitse bezetter reageerde prompt en fel. Bestuurders van de boerenorganisatie Toon van Spijk, Frans Verboord, Harry Boom en Janus Heesbeen werden aangehouden en als gijzelaars naar concentratiekamp Vught gebracht. Haarsteegse bestuurders wisten tijdig onder te duiken. De spontane melkstaking was op dinsdag 4 mei voorbij; de gegijzelde bestuurders werden na enkele dagen weer vrijgelaten.

Samenvatting uit ‘Drunen Elshout – Bezet Bevrijd’

Vanaf zaterdag 1 mei weigerden de boeren melk te leveren aan de boterfabriek. De Duitse bezetter reageerde prompt. De volgende dag al werd wethouder Thijs van Halder, voorzitter van de Boerenbond en van de Boterfabriek, opgepakt en naar Vught gebracht. Na deze represaille wilden enkele boeren weer melk leveren. Dit gebeurde tot groot ongenoegen van sommige Drunenaren, die de melkrijders overvielen. Melkbussen werden van de wagens gegooid. De bewoners konden tijdens deze staking zoveel melk en boter krijgen als ze wilden. Bij de boterfabriek was inmiddels een volksoploop van zo’n 200 kijklustige, maar ook ruziënde voor- en tegenstanders. Tot ergernis van de NSB-burgemeester Raemekers grepen politieagenten niet in. Plotseling verscheen een groene legerwagen waaruit schietende Duitse Waffen-SS’ers sprongen. De menigte stoof uiteen en zocht een veilig heenkomen. Nog een aantal stakers en buswerpers werden opgepakt en naar Vught gebracht. Door een optreden van Sjef van Kessel, directeur van de boterfabriek, rookte de volgende dag de schoorsteen weer. Op 6 mei werden de gevangenen vrijgelaten.

Samenvatting uit het dossier van de Commissaris der Provincie

Het verzet liet in Vlijmen niet lang op zich wachten. Al meteen diezelfde nacht werd de kalkkwast tevoorschijn gehaald. De Marechaussee trof op 30 april om half zeven in de ochtend op de provinciale weg en in de Achterstraat op diverse plaatsen in grote kalkletters de leuze ‘STAAKT LEVE HOLLAND’ aan, op een betonschutting op het voetbalveld stond te lezen: ‘LEVE R.A.F. STAAKT’, een verwijzing naar de bombardementen op Duitsland door de Royal Air Force. Er werd snel ingegrepen: op last van de politie verwijderden werklieden van de gemeente Vlijmen de leuzen onmiddellijk. ”Aangezien deze opschriften reeds vroegtijdig waren verwijderd, heeft het merendeel van de bevolking deze opschriften niet gelezen en zijn de arbeiders normaal aan het werk gegaan”, meldde M. van der Sanden, Groepscommandant Vlijmen van de Marechaussee. Hij was in de bezettingstijd aangesteld als Hoofdwachtmeester van de politie voor Drunen, Engelen en Vlijmen.

Maar die rust was niet van lange duur, het nieuws sijpelde in Drunen en Vlijmen langzaam door. Het was die 30e april onrustig in de fabrieken en tussen 2 en 4 uur in de middag verlieten enkele arbeiders van lederfabriek Van Wagenberg-Festen en van contrefortfabriek OVITO hun fabrieken. In Drunen gebeurde hetzelfde bij de schoenfabrieken van P. Elshout, L. van Drunen, Marion en bij Lips Scheepsschroeven. In Heusden verliet de helft van de arbeiders de scheepswerf. Mede op aandringen van Van der Sanden spoorden de directeuren hun personeel aan om op 1 mei weer aan het werk te gaan, om moeilijkheden te voorkomen. Deze oproep was tevergeefs, de stakingen breidden zich die zaterdag juist verder uit.

Felle maatregelen hebben effect

Groepscommandant van der Sanden meldde aan de NSB-burgemeesters G. Jacob van Vlijmen en J. Ramaekers van Drunen en aan de Gewestcommandant der Marechaussee te ’s-Hertogenbosch hoeveel arbeiders bij de fabrieken al of niet verschenen waren om te werken. Van de fabrieken werd geëist stakingslijsten te maken en te overhandigen. Ook werd gemeld hoeveel melk door de veehouders was geleverd. Zo kreeg boterfabriek Vlijmen slechts vijftig liter van vier veehouders, terwijl 280 veehouders gewoonlijk 5000 liter melk per dag leverden. Ook meldde hij dat de politie door de straten patrouilleerde, om samenscholing te voorkomen en dat de bevolking zich rustig hield. Van der Sanden rapporteerde op 4 mei de arrestatie van enkele bestuursleden van de Jonge Boerenstand door wachtmeester Leendert Steenland, waarbij vijfmaal geschoten werd.

De draconische maatregelen, de felle reactie van de bezetter en de arrestatie van enkele boerenleiders en wethouder Van Halder van Drunen, die tevens voorzitter van de Boerenbond en van de Boterfabriek was, misten hun effect niet. Van der Sanden meldde dat de stakingen in de fabrieken op maandag 3 mei al gedeeltelijk en op 4 mei helemaal waren opgeheven. De melkleveranties begonnen vanaf 3 mei ook weer toe te nemen en waren op 5 mei bijna overal weer op normaal peil. Elshout tenslotte leverde op 6 mei weer als vanouds. Daarmee was de staking in Heusden, Drunen en Vlijmen voorbij, de gijzelaars keerden weldra terug en de arbeiders die op de stakingslijsten stonden hadden hier tot hun opluchting nooit meer iets van gehoord. Van der Sanden rapporteerde uitgebreid de situatie op 6 mei.

Namenlijsten van stakers

De burgemeesters van Vlijmen en Drunen beschikten over lijsten met de namen van de arbeiders die op 1 mei 1943 niet in de fabrieken waren verschenen. Zij hadden die lijsten doorgestuurd aan de Duitse instanties: de Polizeioffizier beim Beauftragten für die Provinz Noord-Brabant en aan de Leiter der Aussenstelle der S.D. te ’s-Hertogenbosch. Omdat burgemeester Jacob van Vlijmen die lijsten ook aan de Commissaris der Provincie, Van Rijckevorsel, zond, beschikken we nu over die namenlijsten.

Bart Beaard