In opdracht van ‘medisch doctor en gemeentegeneesheer’ Gerhardus Kauling werd dit woonhuis op 13 december 1894 aanbesteed. Er waren 14 inschrijvingen en met fl. 11.344,- was bouwbedrijf G. van Hulten uit Waalwijk de laagste en aan dit bedrijf werd het werk gegund. Het ontwerp was van de architect Jos. van Ree uit Waalwijk. De ‘eerste steen’ werd op 6 mei 1895 gelegd door zonen Louis en George Kauling. Merkwaardig is dat Huize Padua ook nadien steeds door huisartsen werd bewoond. Huisarts G. Kauling woonde in dit huis van 1895 tot 1897, J. Verlinden van 1897 tot 1901, huisarts H. Weijers van 1901 tot 1939, huisarts R. Verhoeven van 1939 tot 1973 en huisarts J. Weijers vanaf 1973 tot 1996. Hij verkocht het huis aan Louis van der Heijden, die in 2021 het weer verkocht heeft.
Het pand dankt zijn naam aan een glas-in-lood raam met een voorstelling van de H. Antonius van Padua. Dit raam bevond zich oorspronkelijk in een rond stalen raam in de rechterzijgevel.
Het huis is gebouwd in de bouwstijl van het eclecticisme. Het is een tweelaags huis, ligt op een verhoging en heeft een rechthoekige plattegrond. De zolderverdieping heeft vierzijdig mansardedaken. De lange nok loopt evenwijdig aan de Akkerstraat. Boven de kniplijnen van het mansardedak is het dak gedekt met dakleer, onder de kniplijn met blauw gesmoorde kruispannen. Op het dak is een schoorsteen, afgedekt met een kap.
Het huis is in baksteen gemetseld in kruisverband en afgewerkt met een knipvoeg. Aan de onderzijde is een gepleisterde plint. De voorgevel telt vijf traveeën en heeft een symmetrische opzet. De middentravee en de hoeken van het pand worden gemarkeerd door lisenen of kolommen. De fries onder de kroonlijst met goot bestaat uit tegels met decoratieve, geometrische patronen. Ter plekke van de middentravee is de fries onderbroken met voorstellingen van een esculaap, een vijzel en zonnebloemen. De cordonlijst bestaat uit een hardstenen raamdorpel, een tegelrand met patronen als bij de fries en een gemetselde tandlijst. De cordonlijst is bij de middentravee onderbroken ten gunste van het balkon. (Een cordonlijst is een uit het muurwerk springende horizontale, vaak geprofileerde band langs een gevel, om door schaduwwerking de verdieping te benadrukken).
In het midden van de voorgevel is een fraai gedetailleerde voordeur met bovenlicht. Daarboven bevindt zich een rechthoekig balkon met smeedijzeren hekwerk op grote consoles met leeuwenkoppen. Het balkon is voorzien van een buitendeur met bovenlicht. De consolevorm komt, in kleinere afmetingen, bovenaan de lisenen onder de goot terug. De kroonlijsten zijn bij de lisenen uitgebouwd. De middentravee wordt bekroond door een dakkapel met classicistische omlijsting. De grote getoogde kunststof vensters met schuiframen hebben een kleine roedeverdeling. In de getoogde rollagen van anderhalve steen hoogte zijn aanzet- en sluitstenen gepleisterd. Op de sluitstenen bevinden zich diamantkoppen.
De linkerzijgevel is minder geornamenteerd dan de voorgevel. Tegen deze gevel staat een driezijdige uitbouw onder een puntdak, dat ook met kruispannen is gedekt. Het puntdak heeft een vijftal dakramen. De vensters in de gevel hebben, zoals aan de voorzijde, getoogde rollagen van anderhalve steen hoogte.
Bart Beaard