Halverwege Elshout en Oudheusden staat aan de oostelijke zijde van de Heusdenseweg een rood smeedijzeren hekwerk met poort. Dit is de toegang tot het natuurgebied en vroegere polder Oosters, sinds 1980 doorsneden door de Provincialeweg N267. Het was een gedeelte van het uitgestrekte broekveen- en zware komkleigebied tussen Haarsteeg en Baardwijk. Het westelijk gedeelte van de Oosters, tussen de Heusdenseweg en de N267, is sinds 1987 eigendom van Brabants Landschap. Op een gedeelte van het landgoed, met grienden en weilanden eromheen, is nog veel herkenbaar van de vroegere eendenkooi. Omdat de kooi al in de 18e eeuw niet meer rendeerde, besloten de eigenaren, opvolgende notabele families uit Heusden, hun bezit anders te benutten. Het kreeg de functie van buitenplaats en het kooihuis werd verbouwd tot een vakantiehuis. Het gebied was bijzonder geschikt voor de jacht.

Van Oosters naar Pax

Landgoed Pax dankt zijn naam aan de benedictijner pater Verstraeten, die in de Eerste Wereldoorlog als Belgische vluchteling in Heusden onderdak vond. Daar werd hij gehuisvest bij mevrouw Maria Verhoeven-Malingré, één van de toenmalige eigenaressen van dit landgoed. Zij vroeg de pater om het kooihuis bij de eendenkooi te schilderen, waarvoor Verstraeten de juiste man bleek. Her en der verschenen schilderingen, vaak voorzien van de term ‘Pax’. Het schuurtje werd getooid met de woorden ‘Vrede zij met u’.

Historie

Voor zijn scriptie ‘Aan het einde van de pijp’ uit 1993 maakte H.M. van Helvoort een studie naar de economie van de eendenkooien in de Oostelijke Langstraat. Zijn inventarisatie leverde een beschrijving op van een tiental kooien in de uiterwaarden van het stroomgebied van de Oude Maas tussen Haarsteeg en Doeveren. Die inventarisatie is in lijn met de opvatting van P. Hoppenbrouwers in zijn ‘Een middeleeuwse samenleving. Het Land van Heusden 1360-1515’ uit 1993. In de achttiende en negentiende eeuw gingen veel eendenkooien in de omgeving ter ziele. Belangrijkste oorzaak daarbij was de verbeterde beheersing van het grondwaterpeil, waardoor de polders minder nat werden. De resterende eendenkooien met de huidige namen Ter Kwak en Pax kwamen als een soort statussymbool in handen van vermogende lieden uit de stad Heusden. De griendcultuur verdween ook. Een griend kun je zien als een akker in het water. Hier werden geen groenten maar wilgen verbouwd. Omdat er geen mandenmakers meer waren, was er geen vraag meer naar wilgenhout en zijn de grienden in het westelijk gedeelte verwilderd met allerlei bomen zoals de zomereik, els, es, vlier en meidoorn. Het oostelijke gedeelte werd omgezet in een populierenbos.

De eigenaren

Vanouds was de kooi Pax eigendom van de heren van Oudheusden. Toen in 1711 door de erfgenamen de nagelaten boedel van Frederik Ignatius van Buren en Charlotte Juliana de Huter werd verdeeld, was er sprake van een ‘gedevaliseerde koij met ses mergen lants’. Op enig moment werd de kooi opgeknapt, want aan het begin van de 19e eeuw werd deze weer geregistreerd als eendenkooi. In 1828 verkocht de Nederhemertse notaris Otto Frederik van Ommeren de kooi aan Hendrikus Franciscus Pulles, schout van Oudheusden, Elshout en Hulten. In het kadastrale minuutplan van 1811-1832 wordt dat eigendom bevestigd. Pulles deed de kooi in 1841 van de hand. Koper was Cornelis Josephus Bax van Dongen, in Heusden bierbrouwer en geldschieter voor particulieren. Hij had drie dochters. Als gevolg van een boedelscheiding raakte de kooi in 1894 in het bezit van Johannes Verhoeven, getrouwd met Adriana Bax van Dongen. Johannes had ook al de eendenkooi Ter Kwak in eigendom. De familie Verhoeven behoorde tot de katholieke elite van Heusden. Vererving uit het vermogen van de zussen Bax van Dongen, landbezit, effecten en hypothecaire schuldvorderingen op particulieren vormden de basis van het vermogen. Vervolgens kwam de kooi in bezit van Antoine en Hubert Verhoeven, Hubert en Maria Elisabeth Verhoeven -Malingré, Rudolf en Rosalia Verhoeven-Keunen en als laatste Hans en Liesbeth Weijers-Verhoeven, die het landgoed in 1987 overdroegen aan Brabants Landschap met de afspraak dat hun gezin het gebruik van het buitenverblijf met zwemvijver nog lange tijd kon behouden.

Ruilverkaveling Heusden-Vlijmen

Het Noord-Brabants Landschap schrijft hierover in de Echo van het Zuiden op 25 april 1960: ‘Zestien gebieden in deze streek –alle ontstaan door ‘grillen’ van de Maas in vroegere tijden- zullen zoveel mogelijk in hun huidige status worden geconserveerd al blijft het een vraag of flora en fauna zich in deze gebieden na de regulering van de waterstand kan handhaven. Dat dit - zoals de eendenkooien Hooibroeken en Oosters - aan betekenis zal inboeten lijkt haast onvermijdelijk.’

Er kwamen watergangen met duikers en stuwen, die aangesloten werden op de nabij gelegen hoofdwatergang Koningsvliet, maar voor het gebied Pax betekende het verdroging. Door provincie en waterschap Aa en Maas is onlangs het waterpeil van dit landgoed verhoogd. Oude greppels zijn weer opengelegd en aan de zuidkant van het gebied, naast het toegangshek, is een stuw aangelegd, waardoor de afwatering van het landgoed is losgekoppeld van die van de omringende landbouwgronden en van de Hooibroeken. Deze vernatting moet zorgen voor gunstige natuurwaarden voor planten en dieren.

Brabants Landschap

Het natuurgebied Pax is nu eigendom van en in beheer bij Brabants Landschap. Bij een wandeling wordt duidelijk dat de lokeenden en het kooikerhondje, om wilde eenden in een vangpijp te lokken en die aan het uiteinde ‘de pijp uitgingen’, niet meer aanwezig zijn. Wel zijn nog vele elementen aanwezig, waarvan hier een opsomming: Een met riet gedekte voederplaats, een vogelspottoren, een in 2007 geplaatst ooievaarsnest waarop daadwerkelijk al meerdere jaren een koppel broedt en enkele jonge ooievaars voortbrengt, het vakantiehuis uit 1988 met zwaar geblindeerde vensters, een bijgebouw met wichten (met riet gedekte gevels),een schuilhut, de zwemvijver met duikplank, tot markante bomen uitgegroeide beukenhagen, laantjes, een 50 jaar oude rij met omstreeks 30 taxussen die - aan de uitwerpselen te zien - bewoond wordt door een kolonie blauwe reigers en de kooiplas die al sinds 1979 niet meer als kooi geregistreerd is. Aan de borst (korte zijden van de kooiplas) zijn nog dubbele vangpijpen en aan de noordwestzijde is in 2015 een vangpijp gereconstrueerd en voorzien van beugels en rietschermen.

De Stichting Brabants Landschap heeft voor wandelaars en fotografen op een oever van de kooiplas een bank geplaatst.

Bart Beaard