Henk Poelakker, woonachtig in Heusden, vond na het overlijden van zijn vader (1920-2011) kopieën van processen-verbaal uit lang vervlogen tijden toen ‘Vader Bromsnor’ werkzaam was bij de Rijkspolitie. Die vondst werd een inspiratiebron om verhalen te schrijven.
1949
Koningin Juliana wil een bezoek brengen aan de provincie en dus wordt alles in gereedheid gebracht om haar feestelijk te ontvangen. Straten zijn versierd, de schoolkinderen hebben fleurige hoedjes gemaakt en de tuinen zijn extra netjes aangeharkt. Op zijn vroege ronde stuit Bromsnor plotseling op pamfletten op etalageruiten, publicatieborden, lichtmasten en zelfs op bomen. De tekst luidt: ’Waarom al deze versieringen voor een Koningin die ons land in 1940 in de steek liet?’
Terstond
De veldwachter, zo staat in het proces-verbaal, onderneemt terstond actie. Aangezien de winkels nog niet open zijn, gaat hij achterom en wijst de winkeliers op de beledigende teksten. Niemand heeft echter iets gezien of gehoord. Onze Brom ontpopt zich als een rechercheur want bij nadere bestudering ziet hij duidelijke vingerafdrukken nabij de aangeplakte pamfletten. Hij schrijft: “Bij instuiving met aluminiumpoeder werden de vingerafdrukken beter zichtbaar waarna ik deze via zwarte film heb afgenomen en vervolgens veiliggesteld middels een celluloid schutblad. De vingerafdrukken zijn door mij naar de Rijks Identificatiedienst in Den Haag gestuurd.”
Lichtpunt
In deze vroege ochtend, zo bedenkt Bromsnor zich opeens, heeft hij een zekere Jan J. in de verte zien lopen met een verfblik. Of was dat achteraf gezien een pot met behangplaksel? Het is een mogelijk lichtpuntje in deze duistere zaak. Brom weet dat Jan lid is van de communistische partij, een club die na de Tweede Wereldoorlog steeds vaker met de nek werd aangekeken. Hij fietst naar het woonhuis van Jan, die ontkent, maar houdt hem desondanks aan op verdenking van Majesteitschennis. Een misdrijf volgens artikel 111 waar maximaal vijf jaar gevangenisstraf op staat.
Vingerafdrukken
De onderzoekers in Den Haag hebben vaart gezet achter het onderzoek naar de vingerafdrukken. Op maar liefst 12 punten komen de afdrukken overeen met die van Jan. Bromsnor haalt Jan uit de cel en confronteert hem met de uitslag. Jan breekt en erkent dat hij de ruim twintig pamfletten heeft aangeplakt. Letterlijk zegt hij: “Ik vind het jammer dat u mij als dader hebt gevonden want anders had ik nog meer papieren kunnen opplakken. Wie de papieren gedrukt heeft, zeg ik niet want ik ben geen verrader.” Jan verdwijnt in de cel en kan een rechtszaak tegemoet zien want politie en justitie nemen dit hoog op.
Juliana
Als de koningin enkele dagen later de provincie bezoekt, is het feest en hoor je overal Oranje Boven en Leve Juliana. Jan zit dan al in het huis van bewaring zijn zonden te overdenken en zal waarschijnlijk een forse straf krijgen. Tegenwoordig word je vrijgesproken als je roept: ’Fuck de koning, fuck de koningin.’ Tijden veranderen.
Autoped
Twee weken later snelt Bromsnor zich naar de plek waar zojuist een ongeluk plaatsvond. Een kindje van bijna zes jaar is met zijn autoped (=step) geschept door een vierwielig motorvoertuig (=auto). Gelukkig zijn er behalve tranen, veroorzaakt door de schrik, slechts schaafwonden en geschrokken harten. Opvallend is dat de veldwachter het kindje verhoort. “Het kind wist bij verhoor geen verklaring te kunnen geven waarom hij plotseling met zijn autoped overstak.” Wel is er een vriendinnetje van zes jaar die vertelt: “Robbie ging in één keer met de autoped de straat op en kwam onder de auto.”
Een paar dagen later gaat Brom nog eens langs bij de kleine Rob en ziet een lachend kindje. Samen met zijn moeder constateert hij dat het ongeval met een sisser is afgelopen. “Zeg kereltje”, zo begint de vermaning, “Voortaan wel beter opletten hè?” Ziet u als lezer het trillende lipje van Robbie voor u als die grote Bromsnor zich naar hem toe buigt?