Uit de kadastrale gegevens van 1832 kunnen we opmaken dat Jan Willemsz. Mommersteeg (1763-1846), getrouwd met Anna de Vaan (1799-1859), in de Melie een grondstuk bezit van ca. 85 are. Door vererving komt het grondstuk met woonhuis en hopeest in het bezit van hun zoon Antoni (1808-1884), getrouwd met Petronella van den Brandt (1814-1873). Vervolgens gaat het eigendom naar hun ongetrouwde kinderen Anna (1841-1893), Piet (1842-1893), Jans (1846-1934), Maria (1848-1929) en Michiel Jan (1854-1914). Michiel Jan Mommersteeg, van beroep leerlooier, bouwt in 1883 achter het woonhuis een leerlooierij. In 1895 wordt het woonhuis en de hopeest afgebroken en het monumentale woonhuis in Franse Renaissancestijl gebouwd met Jos. van Ree uit Waalwijk als architect. Hierna wordt ook de leerlooierij in grootte verdubbeld. Michiel Jan en Jans blijven er tot hun overlijden wonen. Wanneer Jans als laatste erfgename in 1934 overlijdt komt het gehele complex in het bezit van gemeente Vlijmen en wordt daarna enkele malen verkocht. Door de huidige eigenaar is in 1996 het woonhuis gerestaureerd en in 2002 het looierijgebouw.
Woonhuis, voorgevel
De plattegrond van het woonhuis is rechthoekig en waar op de hoeken de architect verschillende uitbouwen toegevoegd heeft. Het éénlaagse woonhuis heeft vierzijdig mansardedaken met uitwendige geknikte dakvlakken. In de kniklijn is een goot in een kroonlijst. Door het afknotten van de dakvlakken is een plat dak ontstaan dat twee gemetselde schoorstenen heeft. Alle dakvlakken zijn gedekt met rechthoekige leien in halfsteens verband. Aan de voorzijde is een kleine dakkapel met houten vleugelstukken met rolwerk en een zinken dak. Het woonhuis is gemetseld met roodbruine strengpersstenen in kruisverband en afgewerkt met een lintvoeg. Onder de gootlijst is doorlopende kroonlijst met ertussen een strook baksteenreliëf, waarin ook grijze stenen verwerkt zijn. De gootlijst is bij de uitbouwen onderbroken. Onder de kroonlijst zijn er sier gesmede muurankers. Ter hoogte van de boven- en onderkant van de raamkozijnen zijn er speklagen van grijze stenen, versierd met natuurstenen diamantkoppen.
Op de begane grond zijn er hoge vensters met schuiframen en rolluiken. Enkele vensters hebben een deling met een tussenstijl, waardoor een vast raam met glas en een schuifraam met bovenlicht. Alle vensters zijn in de bovenlichten gevuld met glas-in-loodramen. Aan de bovenzijde zijn alle vensters getoogd en hebben erboven rollagen/hanenkammen, waarin natuursteen sluitstenen geplaatst zijn met een T. Alle neggen of zijkanten van de muuropeningen en de muurhoeken zijn geprofileerd afgewerkt. Aan de onderzijde van de gevels is een natuurstenen plint.
Woonhuis, linkeruitbouw
De gevels van de driezijdige uitbouw zijn uitgevoerd als de voorgevel van het woonhuis. Daarboven is een bovenbouw met mansardedaken, vergelijkbaar uitgevoerd als het dak van het woonhuis. De bovenste dakvlakken eindigen in een punt waarboven een bolvormig zinken piron is geplaatst. Voor de bovenbouw is een trapgevel geplaatst met een Frans balkon met een ijzeren sierhek. In de gevel is een naar binnen draaiende deur met een bovenlicht als rondboog. Van de trapgevel zijn de treden en de bovenzijde afgedekt met natuursteen platen. Daarboven bevindt zich een stalen ornament.
Woonhuis, rechteruitbouw
De rechteruitbouw is uitgevoerd als een toren. Het begane grond gedeelte is daarvoor naar buiten uitgebouwd. De verdieping is als toren uitgevoerd in dezelfde stijl als het woonhuis. De vierkanten toren heeft afgeschuinde zijden met aan de beneden zijde natuursteen ornamenten. De toren heeft een vierzijdige spits met afgeschuinde zijden en met een metalen windwijzer. In het dakvlak aan de ingangszijde van het huis is een raam in de dakkapel, in de vorm van een ossenoog of œil-de-bœuf.
Leerlooierij
Het verslag van de Kamer van Koophandel van 1894 vermeldt de volgende leerlooierijen in Vlijmen:
1. Petrus van Heesbeen, aan het einde van de Melie;
2. Michiel Mommersteeg, Meliestraat 31;
3. Michiel van Helvoort, Achterstraat;
4. Andreas van Wagenberg, Wolput;
5. Cornelis van Wagenberg, Wolput.
In deze kleinschalige leerlooierijen zijn huiden van dieren gelooid naar leder voor de schoen- en ledernijverheid. Van deze vijf looierijen is alleen het gebouw van Michiel Jan Mommersteeg, nu Meliestraat 35, nog aanwezig. In het gebouw kan de voormalige leerlooierij nog worden herkend, want in de vloer zijn nog aftekeningen zichtbaar van looi- en kalkputten met de afmeting 2x2 meter. De looierij was geschikt voor het looien met de looistof tannine uit run (gemalen eikenschors) of uit extracten van looistof houdende planten. In de putten werden de huiden aan stokken gehangen. De begane grond werd ook gebruikt voor de opslag van de huiden en voor het ontharen en ontvlezen ervan.
De noklijn van het zadeldak van de tweelaagse looierij is haaks op de straat gericht. Het dak is gedekt met Oudhollandse pannen, nu gedeeltelijk ook met zonnepanelen. De begane grond en de kopse gevels zijn uitgevoerd in baksteen. In de gevel zijn verschillende ramen met een kleine roedeverdeling en houten opgeklampte poorten. De verdiepingsvloer werd gebruikt om het leder te drogen en voor het uitvoeren van verschillenden bewerkingen als glanzen en versoepelen. De bovenste laag van de lange gevels is uitgevoerd in hout met draaibare luchtkleppen of louvre luiken. Deze buitenkant is typerend voor leerlooierijen. Deze luiken zorgden voor ventilatie in de droogzolder, die nodig was voor het drogen van het leer. In het dak bevindt zich ook nog een dakkapel met een hijsbalk. Bij de restauratie van 2002 zijn deze oude elementen bewaard gebleven.
Bart Beaard