Tekst: Henk Poelakker
Hij groeide op in het pittoreske dorp Cothen in de provincie Utrecht. Zijn vader was loodgieter en het gezin telde twee kinderen, een jongen en een meisje. Willem van Breenen (1975) was de enige in zijn familie die echt ging studeren. Geneeskunde met als specialisatie huisarts, wat een verwondering en trots tegelijk. Thans is hij huisarts in Waalwijk. Hij woont samen met zijn echtgenote en twee jonge kinderen van negen en elf jaar in onze gemeente. “Een fijne plek om te wonen te midden van vriendelijke mensen.” In zijn vrije tijd is hij molenaar op een van de drie standerdmolens in de vesting Heusden. Deze molens sieren het aangezicht van het stadje. Hoewel de gemeente Heusden eigenaar is van deze molens, is het beheer in handen van het Gilde van Heusdense Molenaars. Dat gilde telt vijf gediplomeerde vrijwillige molenaars. In de meest authentieke molen (van de drie), voeren we het gesprek rondom de thema’s Bang, Boos, Blij en Bedroefd.
Bang
Hij spreekt met zijn jongensachtige blik liever over ‘bezorgdheid’. “In mijn werk als huisarts heb ik te maken met personeelstekorten. In de zorg is de roep om extra personeel extreem groot net als we dat zien in het onderwijs, bij de politie en bij de vakman. Het is mijn overtuiging dat we dit probleem niet alleen met geld oplossen. Waar ik me zorgen over maak is de toekomst. Het plezier in het werk moeten we terug zien te krijgen en dat bereik je niet door het ene gat met het andere te dichten. Als dokter krijg ik steeds meer verantwoordelijkheden op mijn bord zoals de ouderenzorg. Enerzijds moeten we zo lang mogelijk thuis blijven wonen en anderzijds is de thuiszorg onbetaalbaar aan het worden. De commercie die we jaren geleden in ziekenhuizen hebben toegelaten, baart me ernstige zorgen.”
Boos
De welbespraakte huisarts blijft nog even bij het vorige item. “Ik baal ervan dat al te vaak de huisarts als de bezemwagen van de zorg gezien wordt. Wij kunnen met de beste wil van de wereld niet alles oplossen. En dat roept bij sommigen agressie op. Met name op de HuisartsenPost krijgt de assistente per telefoon meer dan eens de huid vol gescholden. Daar gaan ook mijn haren van overeind staan. In zijn algemeenheid kan ik me boos maken over de in negatieve zin veranderde omgangsvormen. Mensen moeten beseffen dat zorg niet af te dwingen is. Als ik zo iemand na de assistente aan de lijn krijg, blijf ik rustig en luister ik zorgvuldig. Vervolgens bepaal ik wat de volgende stappen zijn en zeker niet de persoon aan de andere kant van de lijn.”
Blij
Met een stralende lach vertelt hij over zijn Molendag op vrijdag. “Op de fiets richting Heusden zijn mijn gedachten al bij de naderende molen. Daar vind ik rust en kan ik op mijn gemak bezig zijn met de zeilen op de wieken te leggen, met het draaiend maken van deze stokoude molen. Hier zijn voelt zo ontzettend vertrouwd inclusief het kraken als de molen eenmaal op gang is. In mijn jeugddorp Cothen draaide ik als 11-jarig ventje al mee met de oude molenaar. Formeel heb ik in 2001 mijn molenaarsdiploma gehaald waarmee ik veilig de molen in gang kan zetten. Duizenden uren heb ik in mijn leven al doorgebracht in en om de molen. Een ander geluksmoment is steevast samen met onze kinderen kijken naar de tv-programma’s het Jeugdjournaal en het Klokhuis.”
Bedroefd
“Als huisarts mag ik zinvol werk verrichten, kan ik in veel gevallen het verschil maken, mag ik iets betekenen voor de ander. En natuurlijk is het niet iedere dag feest en maken ook wij ernstige ziektes en veel te vroege overlijdens mee in onze praktijk. Gelukkig zijn er in onze families geen ernstige zaken te constateren rondom ziekte of anderszins. Waar ik wel verdrietig van word, is de manier waarop wij door de media geïnformeerd worden. Als ik de baas zou zijn van het Journaal (of nog beter het Jeugdjournaal) zou ik zoveel mogelijk bij de feiten blijven. Waarom onze kinderen steeds maar overspoelen met thema’s én meningen over het klimaat en slavernij. Geef als journalist niet telkens jouw mening maar vertel over de feiten en laat kinderen (maar ook volwassenen) zelf conclusies trekken.” Met het uitzicht op de stadshaven van Heusden, kijken we nog eenmaal omhoog naar dat majestueuze bouwwerk van de molen. Een bijzondere stek.