Henk Poelakker, woonachtig in Heusden, vond na het overlijden van zijn vader (1920-2011) kopieën van processen-verbaal uit lang vervlogen tijden toen ‘Vader Bromsnor’ werkzaam was bij de Rijkspolitie. Die vondst werd een inspiratiebron om verhalen te schrijven.

Wie wel eens naar een programma kijkt als ’Blik Op De Weg’ is niet meer verrast over de talloze smoesjes die mensen bedenken om onder een bekeuring uit te komen. Ook lang geleden leidt Nederland massaal aan geheugenverlies zodra Bromsnor mensen aanhoudt. Een vrachtwagen verliest 70 palen maar heeft niets gemerkt. Oke’, dat kan maar het bord 50 km niet gezien, wordt zeer twijfelachtig als je met te hoge snelheid door de bebouwde kom rijdt. Dronken zijn is een eigen keuze maar lallend over straat gaan en ook nog luid zingend, kent voor Brom geen excuus. Evenmin is hij coulant naar de fietser die tussen de bezoekers van de markt rijdt en zegt dat ze er niet aan gedacht heeft dat het wel eens gevaarlijk kon zijn.

Creatief gokken

In 1956 is er kennelijk al een wet op de Kansspelen want een uitbater van een café gaat iets te creatief om met de gokkast in zijn zaak. Die kast mag alleen gebruikt worden voor de lol en tien gewonnen punten mag zeker niet betekenen dat de winnaar tien keer tien cent (= één gulden) krijgt. Bromsnor ondervraagt vijf verdachten die allen verklaren op die gokkast te hebben gespeeld en vertellen dat vijf gewonnen punten gelijk staat aan een gratis glaasje bier. Verboden. Mag niet. Foei. Alle vijf wisten uiteraard niet dat uitbetalen niet mag, zelfs de cafébaas wist het niet.

Bromfiets prenten

Een boer die met paard en wagen hooi binnenhaalt, zegt tegen zijn zoon van veertien dat hij met de Solex alvast naar het weiland mag rijden. Als het ventje wordt aangehouden weet hij plotseling niet dat je minimaal zestien moet zijn om deze bromfiets te mogen besturen. Ook de boer was dit totaal vergeten. Kan gebeuren maar de beste man krijgt wel een prent. Halverwege de jaren vijftig rijdt een vader met zijn brommer door het dorp met twee kindertjes achterop. Het eerste kind moet zich vasthouden aan de jas van papa en het tweede kind klemt zich vast aan de rug van zijn broertje. Voor beide kinderen heeft papa geen voetsteuntjes beschikbaar. Vader antwoordt als hij wordt aangehouden: “Ik wist wel dat je steuntjes moest hebben maar dat je geen twee kinderen op een brommer mag vervoeren was me totaal onbekend.”

Dat je deze weg niet in mag rijden is nieuw voor meneer E. ondanks dat het verboden inrijdbord er al jaren staat. “U fietste toch duidelijk aan de linkerkant, mevrouw.” Mooi bedacht excuus: “Ik haalde twee fietsers in, kwam daardoor op de linker weghelft en ben vervolgens helemaal vergeten om weer naar rechts te gaan.” Helemaal bont maakt Gerard K. het die zich wel heel onnozel opstelt als blijkt dat zijn motor geen werkende rem heeft. Als Bromsnor hem aanhoudt, remt hij af door beide voeten over de weg te schuiven. Halt, Rijkspolitie. Het zijn steevast de twee woorden die Bromsnor gebruikt om iemand in het verkeer te laten stoppen. Dat horen ook de bromfietser en de fietser die voortgeduwd werd door Johan G. “Ik wist niet dat het verboden was om als bestuurder van een bromfiets een wielrijder voort te duwen. Nooit eerder gehoord.”