Het Rijksmonument 22083 is in 1874 gebouwd door ’Godshuizen’ in Heusden in de architectuurstijl van het eclecticisme. De kazerne is een éénlaagse bouw met zadeldaken en dakschilden. Het hoekpand had aan de Putterstraat het hoofdgebouw met een breedte van ruim 12 meter en een diepte van 7, 5 meter. Erachter was het verblijf voor het gezin van de commandant en voor ongehuwde marechaussees. Het gebouw in de Lombardstraat had daardoor de lengte van 26 meter. Naast deze ruimte was er een bergplaats. In 1974 is het gebouw door gGemeente Heusden verkocht aan beeldhouwer H. Hoefnagel, die het grootscheeps verbouwde, waarvoor architect J.C. Meulenbelt het ontwerp maakte. Het hoofdgebouw is woonhuis geworden. Het verblijf van de marechaussees en de garage zijn afgebroken en in de plaats daarvan bouwde Hoefnagel een atelier van 8,5 bij 5 meter. In het opengevallen gedeelte van de buitengevel kwam een toegangspoort en een muur. Rechts naast het hoofdgebouw was nog een ruimte, wat nu twee garages zijn, ook met pannendak.

Het huidige woonhuis en atelier hebben zadel- en schilddaken, gedekt met rode keramische dakpannen, type OVH (Opnieuw Verbeterde Holle). Elk dakschild van het woonhuis heeft een dakkapel met kruisramen en decoratieve houten wangen. De gevels zijn in kruisverband gemetseld met handvorm bakstenen en afgewerkt met een knipvoeg. Aan de gevelonderzijde is een gecementeerde plint. De symmetrische voorgevel van het woonhuis heeft vijf traveeën, vier voor de getoogde vensters en een voor de getoogde voordeur. De vensters hebben achtruits schuiframen en hardstenen onderdorpels. De voorgevel heeft in het midden een vooruitspringend geveldeel, met een houten paneeldeur met bovenlicht. Boven de nissen van de vensters en de deur zijn anderhalf steens hoge rollagen.

Op de hoeken van het woonhuis en op de scheiding van het woonhuis en atelier zijn vooruitstekende kolommen, lisenen genaamd. De lisenen aan de voorzijde zijn wit gepleisterd. Door de vooruitspringende gevel en de lisenen van het woonhuis verspringen de gootlijsten. Het geveldeel onder de gootlijst is geornamenteerd met gecementeerde casementen (omlijstingen) met ingebedde diamantkoppen en uitstekende panelen. Onder de gootlijst van de zijkant van het woonhuis is een gemetselde zaagtandfries. In dit geveldeel zijn twee vensters als aan de voorzijde.

De afwijkende gevelbeëindiging van het atelier ligt lager ten opzichte van die van het woonhuis en rust op houten gootklossen. Het geveldeel van het atelier heeft drie vensters met zesruits schuiframen. Op de zijgevel is een rij van zes gietijzeren schotelankers die de vloerconstructie aan de gevel verankeren. Het atelier is onderkelderd en aan de straatzijde is het laadluik zichtbaar. Voor het woonhuis staan op een iets verhoogde stoep met twee hardstenen stoeppalen in de vorm van obelisken met zwart gemaakte cannelures of verticale gleuven. De verbindingsstangen tussen paal en woning zijn niet meer aanwezig.

Bart Beaard