Bij de kassa in de supermarkt stond ik achter een wat oudere dame die wel een stuk of 30 potjes met diverse smaken babyvoeding op de lopende band zette.

Ik zag de kassière kijken naar de potjes, ze was blijkbaar even verbaasd als ik. Ze vroeg aan de oude dame: ”Verwacht iemand in de familie een tweeling?”

De oude dame keek haar aan, schoot in de lach en zei: ”Welnee meid, mijn man verwacht een kunstgebit.”

Dit deed mij denken aan mijn tandarts die onlangs met pensioen is gegaan. Die ben ik door de jaren heen steeds meer gaan vertrouwen tijdens een behandeling. Eerlijk gezegd, heb ik het niet zo op de tandarts, als kind kreeg ik al buikpijn als ik hoorde dat ik op controle moest. Ik was dan ook gespannen toen ik voor de eerste keer op controle moest bij mijn nieuwe tandarts. Met enige schrik stapte ik bij de tandarts binnen. Achteraf viel de nieuwe tandarts reuze mee. Ondanks dat ook deze tandarts vroeg of het pijn deed op het moment dat ik niets kon terug zeggen.

Het was wel een duur bezoek; hij adviseerde mij een kroon te nemen. Mijn oude tandarts probeerde er altijd nog het beste van te maken en stelde het plaatsen van een kroon zolang mogelijk uit. Maar nu kon ik er niet meer onderuit. Gelukkig viel de behandeling mee, de verdoving werkte goed.

Al vrij snel daarna kon ik komen om te kiezen wat voor kroon ik wilde hebben.Maar eerst werd er geboord om het implantaat te kunnen bevestigen.

Daarna prikten we een datum voor het plaatsen van de kroon. De tandartsassistente zou een dag van te voren bellen om mij aan de afspraak te herinneren.

Toen ik enige weken later in de garage aan het klussen was en mijn mobiel binnen had laten liggen, pakte mijn vrouw mijn mobiel aan. Het was de tandartsassistente, die zei dat de kroon van haar man morgen geplaatst zou worden. Mijn vrouw was blijkbaar in een humoristische bui en zei toen ze de garage binnenstapte: ”Je moet morgen je koninklijke kleding aan, want morgen krijg je je kroon.”

Jules Faber