Een van de oudste huizen in Vlijmen is de pastorie naast de Hervormde Kerk. Maar wanneer is dit gebouwd? Een uitgebreid artikel in heemkundeblad Met Gansen Trou 1952, pg. 102, geeft hierop een antwoord. Kort samengevat: In 1730 verraste dominee Benjamin Buys de Vlijmense Hervormde Gemeente door het op hem uitgebrachte beroep aan te nemen. Hij betrekt daarbij de predikantswoning, die een kwartier lopen van de kerk staat. Vanaf 1739 worden er een groot aantal verzoeken aan de Schout en Schepenen voor een nieuw huis ingediend. Uiteindelijk wordt op 7 april 1758 het verzoekschrift van ’Schout en Geregte, mitsgaders de voornaamste Ingelanden van den dorpe en Heerlijkheid Vlijmen…….om te mogen bouwen een nieuw Pastoryhuijsinge voor de predikant’ behandeld door de Staten van Holland en West-Vriesland, waarna eindelijk met de bouw gestart kan worden. Op 16 oktober 1759 kan hij zijn nieuwe pastorie betrekken, maar hij heeft er helaas niet langer dan vier jaren van kunnen profiteren. De pastorie heeft de bijnaam ‘Huis der Zuchten’ gekregen, omdat de voorbereiding bijna 20 jaar heeft geduurd.

Architectuur

De pastorie is gebouwd op de plaats waar de driehoekige koorsluiting van de NH-kerk heeft gestaan. Van de resten van de afgebroken koorsluiting zijn ca. 80.000 stenen gebruikt. Verder zijn er 25.500 stuks boerengrauw steen aangevoerd via de haven van Haarsteeg. De bouw is tweelaags en heeft een zolderverdieping met een plat dak, dat op drie zijden een dakschild heeft. Die dakschilden zijn gedekt met blauwgesmoorde dakpannen, type OH – Oude Holle. De rand van de dakschilden naar het platte dak is gemaakt met bladlood en het dak heeft enkele spuwers voor de waterafvoer. De hoekkepers zijn afgedekt met in specie gelegde vorsten. In het oostelijke dakschild bevindt zich een gemetselde schoorsteen. Het dak van de pastorie is met het schip van de kerk aangesloten met een zinken verholen goot. In het dak zijn aan de straatzijde twee eenvoudige dakkapellen aangebracht. De zinken bakgoot ligt in een houten geprofileerde kroonlijst en rust op houten consoles.

De lichtgrijs gepleisterde gevel is symmetrisch en is verdeeld in vijf traveeën. Op de verdieping zijn vijf vensters met gedeelde schuiframen en op de begane grond vier. Alle vensters hebben natuurstenen dorpels, welke in de gevelkleur zijn geschilderd. In het midden is een rijk geornamenteerde voordeur met twee ruiten, welke met gietijzeren roosters zijn afgedekt. De deur heeft een natuurstenen dorpel en een door de eeuwen heen uitgesleten stoep. De 30 centimeter hoge plint is zwart geschilderd. Naast de voordeur is aan beide zijden een lantaarn. Ook is het vignet van ‘gemeentelijk monument’ aangebracht. Voor de tuinafscheiding is er een lage muur met ezelsrug met daarop een smeedijzeren hekwerk. In de tuin staat een monumentale rode beuk, welke naar schatting 100 jaar oud is.

Bart Beaard