Begin mei hebben we in de gemeente Heusden de slachtoffers van de tweede wereldoorlog herdacht. Gelukkig doen wij dat dit in onze gemeente behoorlijk uitgebreid. Jammer is het echter dat er nog steeds mensen zijn die niet blijvend via een straatnaam o.i.d. herdacht worden. Waarom de een wel een straatnaam krijgt en een ander niet, is niet rechtvaardig te noemen. Als bijna iedere gesneuvelde militair een straatnaam krijgt dan is het raar dat Marinus de Wit uit Drunen nog steeds niet met een straatnaam wordt herdacht. Nog vreemder is dat Herman Suijs (1911-1944), nota bene een vrijwilliger die dienst deed bij de bevrijding bij de OD eveneens geen straatnaam heeft. Herman is tijdens zijn werk, bij vergissing, door de Engelse bevrijders neergeschoten. Ze dachten dat hij een Duitser was en sterft korte tijd later aan zijn verwondingen. Zijn zus Cis Suijs (1907-1982) was verzetstrijdster en is vanwege haar illegale werkzaamheden gevangen genomen. Via kamp Haaren en kamp Vught is ze in kamp Ravensbrűck terechtgekomen. Gelukkig is ze later overgeplaatst naar een buitenkamp van Dachau in Műnchen. Ze heeft al deze kampen overleeft maar het hele gebeuren heeft een grote stempel op haar verdere leven nagelaten. Naar zo’n iemand een straatnaam vernoemen zou een mooie blijvende waardering zijn.

De archieven van de voormalige gemeente Vlijmen bevatten een aantal interessante gegevens uit de 2e WO die de moeite waard zijn om hier te publiceren

Een geheime brief uit 1941

Peter Machiel Cornelius Achten, gemeentesecretaris van Vlijmen doet aangifte, dat hij op 25 februari 1941 in de gang van zijn woning een brief heeft gevonden. De brief heeft de volgende inhoud:

Mijnheer, Een dezer dagen zal zich een persoon bij u aandienen. Deze heer zal een geheime beweging vertegenwoordigen. Wij zijn genoodzaakt vanwege den langen duur van den oorlog ons persoonlijk, hoe gevaarlijk dit voor ons ook moge zijn, in verbinding te stellen met verschillende vooraanstaande personen. Daar onze actie enorme sommen geld vordert moeten wij hoe ongaarne ook steun vragen. Wij vertrouwen op uwe medewerking en weldadigheid, met tevens een strikte geheimhouding.

Deze mijnheer zal zich aandienen met den schuilnaam W. de Bree en zal U volledig inlichten waarvoor deze gelden bestemd zijn.

Bij voorbaat dankend.

Vrij Nederland

De chef veldwachter M. v.d. Sanden verzoekt Achten om hem dadelijk in kennis te stellen indien de bewuste persoon zich bij Achten gaat melden. De brief wordt in beslag genomen en onder meer de SIPO (Sicherheitspolizei) in Den Bosch wordt telefonisch in kennis gesteld. In een verklaring van 26 september 1945, dus na de oorlog, stelt de burgemeester nogmaals een verklaring op. De burgemeester van Vlijmen G. van der Ven vertelt aan Achten, als de secretaris vertelt over de ontvangen brief, dat hij bij de correspondentie bij hem thuis een soortgelijke brief had gevonden. De burgemeester laat de brief door de gemeentebode halen. Na vergelijking blijken de brieven precies het zelfde te zijn. Ze zijn allebei ongestempeld en niet van een postzegel voorzien.

Achten meent dat de plaatselijke N.S.B. een valstrik voor hen beide spant. Hij is er van overtuigd dat de brief door een plaatselijke, fanatieke, N.S.B.-er geschreven is, om te zien of zij hiervan wel aangifte gaan doen bij de politie, zoals is voorgeschreven middels brieven van Justitie en Binnenlandse Zaken. De burgemeester is het met Achten volkomen eens, waarop zij besluiten over de gevonden brieven aangifte te doen bij de politie.

Meer gegevens over deze brief zijn er verder niet bekend. Maar bij de bovengenoemde stukken worden wel enkele namen genoemd van Duits gezinde inwoners van Vlijmen. Bekend is, dat tijdens de oorlog er in Vlijmen relatief veel Duits gezinde inwoners woonden. Genoemd worden in een melding over ’bekende politieke gegevens in de gemeente’:

- Bernardus van Engelen, zaadhandelaar, Meliestraat, heeft zich als begunstigend lid van de Nederlandse S.S. gemeld in 1943.

- Gabriel van Helvoort, landbouwer, lid van de N.S.B.,

- Cornelus Hendricus Pulles, Akkerstraat B 149, melde zich als begunstigend lid van de Ned. S.S. in febr. 1943.

Na de oorlog staan op een lijst van gearresteerden in totaal 52 personen vermeld. Zij werden allen in bewaring gesteld en geïnterneerd in de Fraterschool. De kampcommandanten zijn: W.A.G.M. van der Ven en Herm. H. Boom, en twee tot vier personen werden belast met de bewaking. Bovengenoemde drie personen zijn niet in deze lijst opgenomen, die zijn door de politieke recherche te ’s Hertogenbosch in bewaring gesteld.

Oorlogsmisdadigers

In een jaarverslag over 1946 van de sub-commissie opsporing oorlogsmisdrijven in Noord Brabant wordt verslag uitgebracht over de werkzaamheden in 1946 van de cie. In het verslag wordt melding gemaakt van de ingesloten oorlogsmisdadigers in het Huis van Bewaring:

Voor het doen springen van het gemeentehuis te Heusden, waarbij 140 mensen om het leven zijn gekomen; de verdachten Bottnick, Pfuhl, Dr. Schröder, Ulrich en Schmidt (In werkelijkheid 134 personen).

Voor het vernielen van de woning van Notaris van Heijst uit Drunen en diefstal van goederen uit zijn woning door Schὒlzer, Oberleutenant, Weismann, v. Welick en T. Bar.

Een noodlottig ongeval

Van H. van der Heijden, bakker te Haarsteeg komt zijn zoon Gerrit, 16 jaar oud, om het leven door een onvoorzichtigheid van de militair Robbert Meddos van de comp. 27 Bn. Royal Marines. Op 9 maart 1945 is daarvan een proces-verbaal opgemaakt. Hij is omgekomen door een noodlottig schot bij het schoonmaken van het geweer. De vader vraagt om een financiële tegemoetkoming, omdat hij nu een plaatsvervanger in de bakkerij moet zoeken voor zijn zoon, wat minstens ƒ 500,- per jaar gaat kosten.

Bert Meijs

bmeijs@planet.nl