Op de westelijk hoek van De Hoeven en Het Bijltje stond voor de oorlog de boerderij van Hannes en Mieke van de Water. Tot op 17 juni 1944 om 02.10 uur een onbemande viermotorige Engelse Lancaster bommenwerper neerstortte aan de overkant. Het gevolg was acht dodelijke slachtoffers, een krater van 15 meter diepte en in een straal van 300 meter rond de krater was alles verwoest. De 7-koppige bemanning overleefde de ramp door op tijd uit het vliegtuig te springen. Al snel kwamen er noodvoorzieningen voor de dakloos geworden bewoners en om de activiteiten van de boerderijen voort te zetten. Later werd een aantal boerderijen herbouwd als wederopbouwboerderij. In 1952 werd bovengenoemd pand met bedrijfsruimte voor Johannes Pechtold gebouwd onder begeleiding van het Bureau Wederopbouw Boerderijen. Het perceel was door Pechtold van Hannes en Mieke van de Water overgenomen. Tot het moment van de ramp woonde het gezin Pechtold met hun tuinderij-groentehandel in een tegenoverliggende boerderij, maar op die plaats mocht niet herbouwd worden. De nieuwe woning werd bewoond door het gezin van Johannes Pechtold met hun negen kinderen. Aan de rechterzijde was een bedrijfsruimte voor de paardenwagen en groenteopslag en op de verdieping was een hooizolder.
De woning was ontworpen door de Vlijmense architect Jan Luijben in een sobere afgeleide bouwstijl van de Delftse School. Het pand is eenlaags met een zadeldak waarvan de noklijn evenwijdig ligt aan de weg. Het dak is gedekt met rode terracotta dak-, gevel- en nokpannen, type OVH (Opnieuw Verbeterde Holle). Aan de voorzijde is er een schuindak dakkapel met kantelraam. Het pand heeft een hoge gootlijn en had oorspronkelijk geen dakgoten. De gevel is gemetseld met roodbruine baksteen, in wild verband en afgewerkt met platvolle voeg. Bij wild verband wordt in de buitenhoeken met een drieklezoor of driekwart steen begonnen in de ene laag en een kop of halve steen in de andere laag. Er mogen maximaal maar 3 koppen naast elkaar en maximaal 5 strekken of hele stenen. Klezoren, of kwart van een steen, mogen niet gebruikt worden. De stootvoegen mogen niet boven elkaar liggen.
Boven de twee vensters en de voordeur zijn anderhalve steen hoge uitwaaierende strekken. Boven de dubbele opgeklampte deur van de bedrijfsruimte is dat een anderhalve steen hoge rollaag in de vorm van een korfboog. De twee vensters hebben schuiframen met een roedeverdeling en een gedeeld bovenlicht. De voordeur heeft een zwaar geaccentueerde omlijsting van natuursteen blokken, een belangrijk kenmerk van de Delftse School. De paneeldeur en het bovenlicht hebben een glas-in-loodraam met hetzelfde motief. De vensters hebben donkerbruine waterslagen.
De schoorsteen is uitgebouwd en afgedekt met betonnen platen. Aan beide zijden zijn gemetselde schouderstukken die aan de onderzijde een natuurstenen ornament hebben en aan de bovenzijde afgedekt zijn met een betonnen plaat. De puntgevel heeft aan de bovenrand muurvlechtingen, een rond raam en een hooiluik. Zoals aan de voorzijde hebben alle muuropeningen aan de bovenzijde een afwerking met rollagen, maar hier wel met minder hoge drieklezoren. De raamdorpels zijn met baksteen gemetseld. De zijgevel van de bedrijfsruimte heeft op de begane grond vier betonnen stalramen, fabricaat Schokbeton, aan de bovenzijde afgerond.
Bart Beaard