Lekker hoor genieten van een late vakantie in Frankrijk. De septemberzon doet dan nog volop zijn best om je huid te verkleuren.
Tijdens een van onze uitstapjes in de regio zagen we op de hellingen van de Rhône tussen de wijngaarden de druivenplukkers. Rondom ons vakantiepark liggen grote percelen met wijngaarden, het is eind september en de ’late oogst’ is begonnen. Het plukken van de druiven vindt meestal eind augustus plaats, om risico’s van schimmelvorming zoveel mogelijk te voorkomen. Echter, laat men de druif wat langer hangen voor de ’late oogst’ eind september, dan krijgt de druif meer tijd om verder te rijpen. Er worden dan meer mineralen door de druif opgenomen en het vocht in de druif gaat verdampen, wat de smaak ten goede komt. Het risico op schimmelvorming is dan wel groter. Men krijgt dan, wat ze noemen een ’rijkere’ wijn die in Duitsland Spätlese wordt genoemd.
Ik was net terug van een ochtendwandeling en rusten even uit bij de wijngaard. In de verte zie ik de wijnboer aankomen, om zijn druiven te oogsten. Deze keer kwam de wijnboer zonder druivenplukkers. Hij was alleen en bestuurde een grote blauwe druivenoogstmachine. Het is een combinatie van een druivenoogstmachine met aanhanger voorzien van een transportband en laadbak. Met grote behendigheid manoeuvreert hij deze ’blauwe druivenoogstmachine’ tussen de ranken door. De druivenoogstmachine kan 25 km per uur rijden en dat is dan ook de snelheid waarmee de wijnboer over de druivenvelden heen rijdt. Als hij even later met zijn druivenoogstmachine langs ons vakantiehuisje komt, steekt hij zijn hand op en roept luidkeels naar ons “Bonjour!”. Als een grote reuze stofzuiger glijdt de druivenoogstmachine over de wijnranken, om de donkerpaarse druiventrossen te oogsten. Hij stript de druiventrossen van de wijnstokken, die schudden als een kip die net onder de haan vandaan komt. De wijnstokken komen onbeschadigd onder de oogstmachine vandaan. En de druiventrossen vinden via het transportbandje de weg naar de opvangbak in de aanhanger. In een ommezien heeft hij de klus geklaard en keert met een lach op zijn gezicht huiswaarts, terwijl hij zwaait en luidkeels roept “Au revoir”.
Jules Faber