Het Heusdensch Kanaal ligt op de grens van de provincies Gelderland en Noord-Brabant en verbindt de Bergsche Maas bij Heesbeen met de Afgedamde Maas bij Aalburg. In het kader van de Maasmondwet van 26 januari 1883 werd tegelijk met de Bergsche Maas, die tussen Hedikhuizen en Geertruidenberg stroomt, het kanaal aangelegd. In april 1888 werd een aanvang gemaakt met het veelomvattende werk, dat op 18 augustus 1904 door Koningin Wilhelmina officieel in gebruik werd gesteld. De Nederhemertsebrug over het Heusdensch Kanaal verbindt de huidige gemeenten Altena en Bommelerwaard. In de volksmond is het de Eilandsebrug of ‘d Aailandsebrug, vernoemd naar Nederhemert-Zuid.

Heusdensch Kanaal

Voor de aanleg van het kanaal is voor een deel het tracé van het eerdere veelal verlande Heusdensch Kanaal gevolgd, waardoor het kanaal de twee tegengestelde bochten heeft behouden. De aanleg werd hoofdzakelijk in 1894 uitgevoerd, maar door onteigenprocedures pas in 1904 opgeleverd. De lengte van het kanaal is 2400m. De scheepvaartgeul is bepaald op 40m breedte, de breedte tussen de oostelijke en westelijke boord op 100m. en de diepte van de vaargeul op -3,30 NAP. Het kanaal heeft aan beide zijden uiterwaarden. De totale kosten waren ƒ94.407,-.

De draaibrug

De ligging van de brug, in de nabijheid van de Hooge Maasdijk, heeft de aanleg van hoge opritten uitgesloten. Ook het Ministerie van Defensie keert zich tegen hoge opritten. De brug ligt aan de zuidpunt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en Nederlandse militairen moeten zich bij een vijandelijke opmars in het westen kunnen terugtrekken achter de grote rivieren. Daarom kwam in de bovenbouw van de brug een draaibaar gedeelte op een pijler met twee doorvaartopeningen. De brug is bestemd voor zwaar verkeer en men rekende op de komst van een stoomtram.

Enkele afmetingen: breedte van beide doorvaartopeningen 19,5m, lengte van de twee vaste boogbrugdelen 48,4m, totale bruglengte 153m, doorrijhoogte voor het verkeer 4,72m, vrije breedte 5m. Het werk werd aangenomen door het Belgische bedrijf A. Lecoq uit Hal en overgedragen aan F. Kloos & Zn. te Kinderdijk. Met het werk werd in 1893 gestart. De draaibrug werd in zijn geheel in 1896 aangevoerd. Na een belastingsproef met twee locomotieven en zestien geladen wagons, werd de brug op 26 juni 1896 in gebruik genomen. Op beide landhoofden werden imposante bakstenen poortgebouwen geplaatst met woningen voor de brugwachters, wachtkamers, machinekamer en magazijn. De brugwachters bedienen de draaibrug óf handmatig óf elektrisch met een gelijkstroomdynamo, aangedreven door een benzinemotor. De totale kosten voor de aanleg van de brug en landhoofden waren ƒ281.147,40.

Op zaterdag 11 mei 1940, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, is door het Nederlandse leger de brug om kwart over zes ’s morgens opgeblazen om de opmars van het Duitse leger tegen te houden. In oktober 1941 is de draaibrug hersteld, nadat scheepswerf De Haan en Oerlemans het opgeblazen gedeelte heeft gerepareerd. Op 5 november 1944 is de brug opnieuw opgeblazen, nu door Duitse troepen, om de geallieerden tegen te houden. Na deze explosies is van de brug bijna niets overgebleven. De markante poortgebouwen zijn onherstelbaar beschadigd. Kort na de oorlog zijn de poortgebouwen en de restanten van de brug opgeruimd.

De Callender-Hamiltonbrug

In 1947 komt er een nieuwe brug van het type Callender-Hamilton. De historie van die nieuwe brug is bijzonder: ‘In 1938 wordt door de firma Callender-Hamilton in Thornton Heath (Engeland) een stalen verkeersbrug gebouwd. De verzinkte brug is een vakwerkbrug samengesteld uit staalprofielen, schets- en verbindingsplaten en veel bouten en moeren. De brug is bestemd voor Keniaanse hoofdstad Naïrobi en wordt vanuit Engeland verscheept via de Keniaanse havenstad Mombassa. Verder dan de kade in Mombassa komen de brugdelen niet. Vanwege het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog blijft de brug daar liggen. In begin 1946 wordt de brug teruggezonden naar Engeland. Direct na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog koopt het Nederlandse Ministerie van Verkeer en Waterstaat de brug. De brug wordt over het Heusdensch Kanaal gelegd. De doorvaarthoogte van de brug is ca. 20 meter. In 1947 wordt de brug, met slechts één smalle rijbaan, voor het verkeer opengesteld’.

De brug, die de bijnaam ‘Baileybrug’ heeft gekregen, heeft maar één smalle rijbaan en heeft vele jaren de verkeersborden ‘Tegenligger moet wachten’ en ‘Tegenligger heeft voorrang’ gekend. Later zijn er verkeerslichten gekomen. De brug heeft in haar laatste jaren de aanzwellende verkeersstroom niet goed meer kunnen verwerken en is na 63 jaar trouwe dienst in februari 2002 gesloopt en vervangen door de huidige brug.

De Kromme Nolkering

In december 1993 en januari 1995 kennen we extreem hoog water in de rivieren. In de Bommelerwaard hebben tienduizenden bewoners op 30 januari 1995 een goed heenkomen moeten zoeken. Nadien is er een overheidsproject ‘Deltawet Grote Rivieren’ gekomen voor de verbetering van de rivierdijken. Een onderdeel van het programma is het ‘Afgedamde Maasproject’, dat het Land van Heusden en Altena en de Bommelerwaard tegen overstromingen moet beschermen. De kronkelende Maasdijken langs het Heusdensch Kanaal en de Afgedamde Maas zijn niet verhoogd en/of verzwaard, maar in het kanaal is een keersluis/hefsluis gebouwd om dit bij extreem hoog water te kunnen afsluiten. De bouw is gecombineerd met de aanleg van een nieuwe betonnen en hoge brug, met twee rijstroken, noordelijk naast de bestaande Baileybrug.

De gebouwde keersluis, zuidelijk van de Baileybrug, heeft twee 37 meter hoge torens, waarvan 25 meter boven het maaiveld, en waartussen een beweegbare schuif hangt. Begin 2000 is met de bouw begonnen. De schuif werd op 25 juli 2001 in de torens gehangen en is 50m breed, 10m hoog en weegt 288 ton. Bij een verwachte waterstand van 3,50m +NAP, gemeten bij Heesbeen, wordt de kering gesloten. Schepen kunnen dan niet passeren. De keersluis heeft de naam ‘Kromme Nolkering’ gekregen, een verwijzing naar een voormalig nabijgelegen gebied. Na een vertraging voor explosievenonderzoek is op 18 oktober 2001, vóór het stormseizoen, de keersluis officieel in werking gesteld. De aanlegkosten voor brug en keersluis/hefsluis zijn €20.000.000 geweest. De keersluis is als enige niet in beheer bij Rijkswaterstaat, maar bij Waterschap Rivierenland.

Bart Beaard