In de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw verloren veel boerderijen in de kernen van onze gemeente hun agrarische functie en werden vaak verbouwd tot woonboerderijen. Veel boerderijen raakten ook in verval, werden onbewoonbaar verklaard en vervolgens gesloopt of brandden af. Ook zijn er meerdere verdwenen om plaats te maken voor bouwprojecten, industrieterreinen en wegenaanleg. Door deze ontwikkeling werd in 1984 door de Stichting Historisch Boerderijonderzoek een inventarisatie gestart om de kennis over deze boerderijen vast te leggen en te bewaren. Deze inventarisatie is veelal door heemkundekringen uitgevoerd. Een werkgroep van heemkundekring Onsenoort heeft daar ook aan meegewerkt en heeft een 20-tal Langstraatse boerderijen gefotografeerd, opgemeten, beschreven en deze gegevens ervan vastgelegd.
Langstraatse boerderijen
In onze gemeente zijn het vooral de kortgevelboerderijen, waarbij de ingang van het woongedeelte zich in de voorgevel bevindt en de nok van het dak loodrecht op de doorgaande weg ligt. In 2003 is er provinciaal ook nog een inventarisatie uitgevoerd van alle bestaande en voormalige boerderijen. In het boek ’D’n Boer Op’, uitgegeven door Heemkundekring Onsenoort, is de lijst geplaatst voor de gemeente Heusden met als resultaat: 242 kortgevelboerderijen, 8 langgevelboerderijen en 51 boerderijen in andere types, inclusief de stadsboerderijen van Heusden-Vesting.
De kortgevelboerderijen liggen van oudsher op smalle percelen langs de voornamelijk oost-west liggende hoge zandgronden, die slingerend door de Oostelijke Langstraat lopen. De smalle percelen vinden hun oorsprong in de wijze van veenafgraving vanaf de 14e eeuw, die voornamelijk noord-zuid gericht was vanaf waterlopen zoals Het Oude Maasje.
Vanwege de overlaten mocht in het buitendijkse gebied niet gebouwd worden. Door de smalle percelen en door de bebouwing aan weerszijden van de doorgaande weg, ontstond in de dorpen een grote bebouwingsdichtheid. De percelen liggen niet haaks ten opzichte van de doorgaande weg. Daarom staan de meeste voorgevels van de kortgevelboerderijen ook wat schuin ten opzichte van de weg. De langgerekte aaneengesloten bebouwing, in een grote dichtheid en langs slingerende wegen staat bekend als lintbebouwing en is karakteristiek voor de Oostelijke Langstraat. De lintbebouwingen Meliestraat-Julianastraat in Vlijmen en Grotestraat in Drunen zijn daarvan voorbeelden.
De opbouw
De Langstraatse boerderij is van het type Hallenhuis met dwarsdeel. Het is een rechthoekig gebouw met een vrijstaande gebintconstructie, die de boerderij in drie beuken verdeelt. Het dak wordt gedragen door de gebinten. De boerderijen waren bestemd voor een gemengd bedrijf van beperkte grootte. Er is een verdeling in kort- en langgevelboerderij. De driebeukige hoofdconstructie van de kortgevelboerderij met het zadeldak wordt doorgaans gevormd door vier gebinten, die elk zijn opgebouwd uit twee gebintstijlen, verbonden met een horizontaal liggende ankerbalk en in de hoeken versterkt met schuin geplaatste korbeels. Op de stijlen liggen in langsrichting de gebintplaten, de hoeken zijn versterkt met schoren. In de nok van het dak ligt in langsrichting een nokbalk en in dwarsrichting liggen de hanebalken. Op de gebintplaten liggen de daksporen. De daken werden aanvankelijk met stro gedekt, later met riet. Na het plaatsen van de gebinten en het dekken van het dak worden de muren aangebracht. Aanvankelijk zijn deze van gevlochten rijshout, aangesmeerd met leem, al of niet vermengd met koemest. Later werden de muren in IJsselsteentjes uitgevoerd. De voorgevel wordt uit de beste stenen opgetrokken met aan de bovenzijde muurvlechtingen en aan de onderzijde een gepleisterde plint. In de voorgevel bevinden zich 24-, 16- of 12-ruits schuifvensters en een voordeur met een gedeeld bovenlicht en versiering. Voor een ventilatie op de hooizolder is de topgevel aan de achterzijde met riet bekleed, wat een wicht genoemd wordt.
De indeling
Bij kortgevelboerderijen is de indeling zodanig, dat woon- en bedrijfsgedeelte in een gebouw onder één kap liggen. Achter elkaar liggen het woongedeelte, de dwarsdeel en de stal.
a. Woongedeelte. Aan de voorzijde een kamer (de herd) met bedsteden. De gang had een vloer met plavuizen. De opkamer met daaronder een kelder met troggewelven: segmentvormige gewelven tussen trapeziumvormige houten balken. Een keuken (de geut) heeft een gootsteen, een pomp en een schouw, waar op open vuur het eten werd bereid. Het was ook de warmste plek van het huis. In de schouw kon ook vlees gerookt worden. Het achterhuis herbergt de sopketel of fornuis, de karner en het spoelrek voor de melkbussen.
b. Dwarsdeel of werkruimte met als ingang in de zijgevel hoge en terugspringende deeldeuren en een verhoogd dak. Vanuit de deel was de hooizolder of schoor bereikbaar. De vloer van de deel werd ook gebruikt als dorsvloer.
c. Stal. Aan de achterzijde waren de koeien-, paarden- en varkensstallen, meestal potstal, waarin de mest werd opgepot in een kuil. Op gezette tijden werd de mest bedekt met een nieuwe laag stro of heideplaggen. Door deze manier van werken kwam het vee steeds hoger te staan. Als het mengsel van mest en stro een bepaalde hoogte had bereikt, werd de stal geleegd via de mestdeur. In het begin van de 20ste eeuw is de grupstal gekomen, waarbij vanuit de mestgoot de mest naar buiten werd gebracht en opgeslagen en de vloeibare mest naar een gierput werd afgevoerd.
Inventarisatie
Tot de inventarisatie in 1984 van Stichting Historisch Boerderijonderzoek behoorden opmetingstekeningen, foto’s, technische en historische beschrijvingen. Van de buitengevels, doorsneden, de indeling van de begane grond, de gebintconstructie en van bijzondere details zijn tekeningen gemaakt. In de jaargangen 1985 t/m 1988 van het heemkundeblad Met Gansen Trou zijn in een serie van 19 artikelen de inventarisaties opgenomen.
Maquette
Van één kortgevelboerderij, waarvan de uitvoering een getrouw beeld geeft voor de bouwperiode in de 19e eeuw, is een maquette gemaakt in de schaal 1:20. Deze geeft de indeling, de constructie en details goed weer. Kenmerkend is de gebintconstructie. Alle onderdelen zijn in het model aangebracht: kelder met tongewelf, opkamer, bedsteden, schouw, fornuis, plee, langdeur met gehengen, schoor, stal enz.
Restauraties
In de afgelopen jaren zijn mooie restauraties uitgevoerd bij enkele voormalige boerderijen: Drunen, Maaihoeve Giersbergen en Grotestraat 87. Herpt, Hoefstraat 4. Jammer dat Achterstraat 66 te Vlijmen uiteindelijk gesloopt is. Voor de restauratie van Grotestraat 12 in Drunen is vergunning verleend. Nu nog afwachten wat in Vlijmen de plannen worden met Vlijmensedijk 67 en Meliestraat 9.
Bart Beaard