In deze aflevering de geschiedenis van het zwembad te Vlijmen. Over Nieuwkuijk is al eerder gepubliceerd in deze krant.

Oprichting van zwemverenigingen

In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw werden in diverse plaatsen in de Oostelijke Langstraat zwemverenigingen opgericht en zwemvoorzieningen (natuurbaden) ingericht. In de in mei 1935 door herindeling ontstane gemeente Vlijmen zijn in die periode nog grote onderlinge tegenstellingen tussen de 3 kerkdorpen. De rivaliteit tussen de kerkdorpen is waarschijnlijk de oorzaak dat er 3 afzonderlijke zwemverenigingen zijn opgericht. De Vlijmenaren zwemmen nabij de Bossche Sloot in de zogenaamde Vlijmense zwemkom.

Baden

De eerste badinrichtingen zijn in feite maar primitieve voorzieningen, weinig kleedgelegenheden en geen sanitair. De pastoors zijn geen voorstander van deze ’zeden verwilderende toestanden’. Ook in de gemeenteraad worden bedenkingen uitgesproken, vooral het gemengd zwemmen wordt met verve bestreden.

1934 - 1935

Op 21 juni 1934 krijgt de Vlijmense Zwemvereniging vergunning van de gemeente Vlijmen voor het oprichten en hebben van een zweminrichting in de ’Vlijmense Kom’. Hiermee begint meer dan waarschijnlijk de plaatselijke geschiedenis van het bad, al zal er vόόr die periode al wel regelmatig ’wild’ gezwommen zijn. In Vlijmen worden in augustus 1935 zwemwedstrijden gehouden. De Waalwijkse Zwemvereniging (WZV) wint met de estafetteploeg de 3 x 50 meter en verliest de waterpolowedstrijd van BBB uit Den Bosch.

1937

De Vlijmense Zwemvereniging vergadert op 31 maart 1937 om de mening te horen van de leden in verband met de aanleg van een vuilnisbelt door de gemeente Den Bosch, vlakbij de zwemkom. De voorzitter A. van Oijen heeft horen zeggen dat de aanleg ’hoogst onfatsoenlijk’ is, en dat vindt hij dan nog de netste omschrijving. De aanleg kan volgens hem niet door de beugel en het zwembad is volgens het bestuur op het ogenblik verloren. Er is door Gedeputeerde Staten op geen enkele manier rekening gehouden met de belangen van de gemeente Vlijmen. Als het zwembad verdwijnt is er geen andere geschikte locatie te vinden en zit er niets anders op dan de vereniging op te heffen. In 1935, en dat was nog niet eens een gunstig jaar, waren er 155 mannelijke leden, 75 vrouwelijke leden en 80 aspirant-leden. Verder waren er 500 dagkaarten verkocht en konden de schoolkinderen op woensdag en zaterdag gratis zwemmen. Het bad is dus onmisbaar. De aanleg heeft ƒ 1.500,- gekost en de laatste vier jaar zijn er voor ƒ 1.100,- verbeteringen aangebracht. Daarnaast zijn er nog plannen voor modernisering van het bad. Volgens de heer Van Sprang, is de vergunning voor het storten verleend onder de voorwaarde dat er niet in het water wordt gestort. Hij heeft echter geconstateerd dat van 1 februari tot 10 maart uitsluitend in het open water is gestort. Volgens Van Buul Sr. is de stank een ander bezwaar en hij verwacht dat daardoor nagenoeg niemand meer komt zwemmen. De voorzitter deelt mee dat de gemeente een aantal maatregelen heeft genomen om besmetting van het water te voorkomen. Al het vuil moet dagelijks worden opgeruimd; er mag in het water niet meer worden gevist en honden mogen er niet meer zwemmen. Er wordt besloten dat een commissie, bestaande uit J. van Buul Sr., Van Heijst en Van de Meerendonk op korte termijn een rekest zal opstellen, uitsluitend belanghebbenden kunnen die dan ondertekenen.

1938

Door de nabijgelegen vuilstort is het bad uit hygiënisch oogpunt geheel onvoldoende, vindt de Inspectie voor de Volksgezondheid. De kans op de ziekte van Weil is door de aanwezigheid van ratten zeer groot. Het water staat in open verbinding met de Bossche Sloot die door het inlaten van water uit de Dieze verder kan worden verontreinigd. De kleedgelegenheid is primitief en biedt geen waarborgen voor voldoende zindelijkheid en tegen het nestelen van ratten. Er zijn verder geen behoorlijke privaten en urinoirs aanwezig. De zwembond heeft een klacht daarover ingediend bij de inspecteur voor de Volksgezondheid. De genoemde tekortkomingen moeten worden verholpen, de verbinding met de Bossche Sloot moet worden opgeheven en er moet beter toezicht komen door personeel dat moet beschikken over diploma’s voor EHBO en reddend zwemmen. B & W van de gemeente Vlijmen wordt daarom door de inspecteur dringend verzocht de plannen zo spoedig mogelijk aan hem voor te leggen.

Er worden naar aanleiding hiervan een privaat en een urinoir ingericht en de kleedhokjes krijgen een tegelvloer, verder wordt er een tegelpad aangelegd aan de zuidzijde.

De afsluiting van de Bossche Sloot en het maken van een ondiep bassin voor kinderen gaat veel geld kosten. Deze kosten kan de gemeente niet dragen omdat de begroting slechts door een bijdrage van het werkgelegenheidsfonds sluitend is gemaakt.

Het Waterschap de Bossche Sloot heeft na overleg toegezegd de Diezesluis tussen half maart en half november gesloten te houden. B & W van Vlijmen menen hiermee voldoende aan de wensen van de inspecteur te hebben voldaan.

1939

De burgemeester heeft gezien, dat leden van de zwemvereniging zich in badkostuum buiten het zwemterrein hebben begeven en in het bijzijn van meisjes in het gras langs de wiel ten zuiden van de provinciale weg lagen. Daarom is aan de vergunning van het bestuur van de Zwemvereniging de volgende voorwaarde toegevoegd: “Het bestuur draagt er zorg voor dat de leden der vereniging zich in badkostuum niet begeven buiten het terrein waarvoor de vergunning is verleend. Er zal er op worden gelet dat deze voorwaarden strikt worden nageleefd en dat zedenkwetsende tonelen als bovenbedoeld aanleiding kunnen geven tot sluiting van het zwembassin.”

1940 - 1946

In de gemeenteraad wordt gevraagd of er nog gezwommen kan worden in het zwembad in Vlijmen. De burgemeester zegt dat dit alles te maken heeft met het proces over de vuilnisbelt. Geprobeerd wordt om het bad te vergroten en af te sluiten van de Bossche Sloot. Het werk zal in de werkverschaffing worden uitgevoerd.

Omdat de procedure tegen de gemeente Den Bosch nog steeds loopt, besluit de burgemeester van Vlijmen in 1941 het zwembad van de Bossche Sloot af te sluiten. Hiermee is het besmettingsgevaar uitgesloten, schrijft hij aan de zwemvereniging. Ze moeten alles weer in orde maken en de zwemtijden voor mannen en vrouwen blijven zoals voorheen. Op zondag moeten de vrouwen kunnen baden tussen 13.00 en 15.00 uur.

In augustus 1943 meldt de gemeente op verzoek van de Provincie dat in 1942 de zwemvereniging in Vlijmen ƒ 37,50 subsidie heeft ontvangen. Het bad in Vlijmen is 100 m2 groot met een diepte van 0,40 meter, 125 m2 met een diepte van 1,25 meter en een bad van 500 m2 met een diepte tussen 2 en 5 meter. Er zijn 2 badhokjes, elk voor 10 personen. Het grootste aantal zwemmers dat wordt toegelaten is 200.

In 1946 zijn er in Vlijmen volgens een bericht van de gemeente Vlijmen nog steeds 3 zweminrichtingen; Haarsteeg, Nieuwkuijk en Vlijmen. Daarna is er over het bad van Vlijmen niets meer terug te vinden. Ergens kort na 1946 is men kennelijk met het bad gestopt.

Bert Meijs

bmeijs@planet.nl