Al verscheidene jaren staat aan de Vlijmensedijk een monumentale boerderij te verkrotten door gebrek aan onderhoud of andere voorzieningen. Het versleten rietgedekte dak is afgedekt met zeilen. Het is haast onmogelijk om met summiere voorzieningen het monument te behouden. Aan de straatzijde is een gedeelte reeds ingezakt. Ook zijn de bijgebouwen verkrot. In het M.I.P.-boek (Monumenten Inventarisatie Programma) van 1992 staat de boerderij als gemeentelijk monument vermeld met het bouwjaar 1699. Het is niet duidelijk waarom het geen Rijksmonument is.

Momenteel zijn er plannen om het bijna twee hectare grote perceel met de opstallen te ontwikkelen naar levensloopbestendige woningen en zorgappartementen. In de voorbereiding van dit plan zal o.a. van de boerderij een cultuurhistorisch rapport gemaakt moeten worden. Deskundigen zullen middels een dendrochronologisch- of jaarringenonderzoek de gebintconstructie beoordelen. Wellicht is het mogelijk om aan de hand van het metselwerk van de gevels binnen en buiten de historie van dit pand te achterhalen. Het is aan te bevelen dat de boerderij gerestaureerd wordt in dezelfde kwaliteit als enige jaren geleden gebeurd is met het Rijksmonument Grotestraat 47 in Drunen.

Bij het minuutplan 1811-1832, dat de eerste kadastrale gegevens geeft, staat vermeld dat het pand een hopeest was. Een hopeest is een ruimte waarin de hopbellen van de –ranken geplukt werden en de hop gedroogd, gezwaveld en opgeslagen werd. Ook staat vermeld dat landbouwer Marius van Helvoort de eigenaar was. Het eigendom was in 1907overgegaan naar landbouwer Adrianus Nicolaas Klerkx en tot op heden is het bezit van zijn nazaten.

Wichten

Het hoofdgebouw is een driebeukige kortgevelboerderij met vier gebinten en een rietgedekt zadeldak met wolfseinden. De boerderij heeft een woonruimte, een dwarsdeel en een stal. De voorgevel is omstreeks 1930 vernieuwd met boerengrauw bakstenen. De gevel is in kruisverband gemetseld en afgewerkt met een knipvoeg. De andere muren zijn opgetrokken in metselwerk met meerdere soorten ijsselsteentjes. De voorgevel heeft een voordeur met bovenlicht en drie vensters met zesruits schuiframen en luiken met binnenvergendeling. Er is een kelderraam met dievenijzers. Op de verdieping zijn twee vensters met vierruits schuiframen. Boven de venster- en deuropeningen zijn eensteens hoge uitwaaierende strekken. Aan de bovenzijde heeft de topgevel muurvlechtingen. Het stalgedeelte heeft in de zijgevels betonnen en ventilerende stalramen en aan de achterzijde een 4-tal getoogde mestdeuren. Bij de mestdeuren ligt een pandbrede betonnen mestvaalt. In de zijgevel aan de straatzijde bevinden zich heeft hoge inrijdeuren, waarvoor het dak ter plaatse verhoogd is.

De omliggende bijgebouwen, volgens de bouwtekeningen gebouwd als schuren en koestal in de periode 1955-1978, zijn nu verkrot. Zij zullen mogelijk herbouwd worden en in het plan een nieuwe functie krijgen. Bijzonder is wel dat het bijgebouw, dat het dichtst aan de straat ligt, aan drie zijden wichten heeft. Wichten zijn met riet gedekte gevels. In het verleden werden bij boerderijen de topgevels bij hooizolders als wicht gemaakt voor het ventileren. Het zou bijzonder zijn wanneer bij één van de bijgebouwen een wicht teruggebracht zou worden.

In het struikgewas in de voortuin staat een gemetselde waterput. Wanneer deze put voorzien zou worden van een rooster, een deksel en een putboom met standaard zou dit een monumentale uitstraling kunnen geven. Bij de waterput van Fellenoord in Drunen is dit in 1996 gebeurd.

Bart Beaard