Oprichting van zwemverenigingen
In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw worden in diverse plaatsen in de Oostelijke Langstraat zwemverenigingen opgericht en zwemvoorzieningen (natuurbaden) ingericht. Na de zwemgeschiedenis van Nieuwkuijk en Vlijmen de zwemgeschiedenis van Haarsteeg.
In juli 1935 wordt in Haarsteeg een zwemvereniging opgericht voor het inrichten van een zweminrichting in de Haarsteegse Wiel. Een stukje natuurgebied wordt primitief omheind, er worden enkele eenvoudige kleedhokjes gebouwd en er wordt een afscheiding geplaatst van jute. Enkele jaren later wordt er een betonnen schutting geplaatst. Als afbetaling moet aan de verhuurder een huur van ƒ 50,- per jaar worden betaald. Het aantal leden neemt daarna sterk toe (100) en die betalen een contributie van ƒ 0,75 per jaar.
De inspecteur van Volksgezondheid heeft het bad te Haarsteeg bezocht en hij meldt dat het bad als hygiënisch betrouwbaar kan worden aangemerkt. De inrichting is primitief maar voldoet, gelet op het geringe bezoek. Een wc en een urinoir ontbreken, evenals een drinkwatervoorziening. Het college moet zorgen dat er toiletten komen.
1939
Aan de zwemvereniging in Haarsteeg (voorzitter Pieter Prinsen, secretaris Janus van Engelen) wordt in 1939 ƒ 100,- subsidie verleend. In de gemeenteraad vraagt men zich af of er wel voldoende toezicht is. Ook heeft men gehoord dat er nog al eens gemengd wordt gezwommen. De voorzitter van de raad zegt verder dat uitbreiding van het ondiepe gedeelte niet mogelijk is.
Janus van Engelen in zijn ’memoires’: ”Voor de weinige dames die van het bad gebruik maken werden aparte uren vastgesteld, waar streng de hand aan werd gehouden.” Verder: Er worden verschillende verbeteringen aangebracht, zo te land als te water, die hij zelf belangeloos verricht. Als blijk van waardering kreeg hij van het bestuur een prachtig souvenir, nl. een Duits woordenboek, met opdracht. ….
Volgens Janus kreeg de zwemvereniging van zowel de burgemeester van Vlijmen als die van Heusden een verzoek om gedurende enkele uren per dag gemengd te laten zwemmen. De vereniging heeft daar echter geen gehoor aan gegeven.
Door een najaarsstorm is de betonnen schutting in Haarsteeg omgewaaid en daardoor nagenoeg geheel vernield. De verhuurder wil de schutting niet meer op zijn kosten laten herstellen.
1941 en 1942
De burgemeester schrijft aan de Ortskommandant te Vlijmen (Nederland is door de Duitsers bezet) dat als er militairen van het bad in Haarsteeg gebruik willen maken, de commandant hiervoor contact moet opnemen met P. Prinsen, de voorzitter van de zwemvereniging.
Janus deelt in de gemeenteraad mee dat er in Haarsteeg voor de schooljeugd een betere gelegenheid beschikbaar komt.
Volgens een schrijven van de burgemeester aan Gedeputeerde Staten van Noord Brabant is er de gelegenheid tot gemengd baden op maandag t/m vrijdag tussen 1 en 4 uur in de middag, en op zaterdag en zondag tussen 1 en 5 uur ’s middags.
In april 1942 schrijft Janus als secretaris van de zwemvereniging Haarsteeg aan de gemeente dat de door vandalen veroorzaakte schade aan de kleedhokjes en wc’s gerepareerd moet worden. Hij wil de reparaties zelf wel uitvoeren maar dan tegen betaling van bijvoorbeeld ƒ 0,25 per uur. Ook merkt hij op, dat de interesse niet meer zo groot is.
In augustus 1943 meldt de gemeente op verzoek van de Provincie dat in 1942 de zwemvereniging in Haarsteeg ƒ 75,- subsidie gehad heeft. In Haarsteeg zijn 12 badhokjes en het bad is groot; 600 m2 met een diepte van 0,60 meter en 3 ha. met een diepte tussen 2 en 7 meter. Het grootste aantal zwemmers dat wordt toegelaten is 400.
1944
Janus stelt aan het bestuur van de zwemverenging voor de exploitatie in Haarsteeg voor eigen rekening op zich te nemen. Het aanwezige materiaal en kasgeld (ƒ 68,-) gaan over op de nieuwe eigenaar.
Janus wil het zwemterrein verder uitbreiden, omdat daar behoefte aan is. Een aangekocht stukje terrein met een zandheuvel was al afgegraven en gebruikt om het ondiepe gedeelte te vergroten en enkele kuilen dicht te maken. Janus heeft zijn werk als etaleur bij de fa. Mol-Pauwels door de oorlogsomstandigheden verloren en hij heeft dus tijd om het werk uit te voeren. De eigenaar (notaris Born uit Oud-Beijerland) van een stukje grond, dat hij wil gebruiken en kopen, is door de oorlogsomstandigheden niet te bereiken. Janus gaat desondanks aan de slag met het terrein.
Hij wil het terrein helemaal omringen door een aarden wal en twee afdelingen (mannen en vrouwen) aanbrengen. Het wisselen van de dames en de heren (om de dag zwemmen) bevalt hem niet zo goed. Een tiental boomstronken, die achter gebleven zijn na het rooien van die bomen, worden verwijderd, wat een heel zwaar karwei is. Het hoge gedeelte van het oude zwemterrein wordt vervolgens afgegraven en het lagere deel wordt daarmee opgehoogd.
Door een aantal werkloze jongeren wordt om het terrein een dijk, van bijna 2 meter hoog, aangelegd en bekleed met graszoden. De kosten hiervan bedragen ca.
ƒ 1.000,-. Op het moment dat contact met de eigenaar weer mogelijk is, wordt deze op de hoogte gesteld van de situatie. De eigenaar is echter niet blij met het werk en geeft geen goedkeuring aan al het werk dat is verzet. Ondanks herhaalde pogingen van Janus om e.e.a. uit te leggen, is de verhouding met de eigenaar dusdanig verstoord, dat deze blijvend verstoord is gebleven.
Bert Meijs
bmeijs@planet.nl