Daar de locatie van dit woonhuis altijd binnen de stadsmuren van de vesting Heusden gelegen heeft, is het aannemelijk dat hier ook altijd bebouwing is geweest. Het pand heeft schade opgelopen met de stadsbrand in 1572. Die ontstond, toen arbeiders werkten aan kruitvaten bij een hof tussen de voorburcht van het kasteel en de Ridderstraat, en een brandend lont in een kruitvat viel met als gevolg dat de hele voorraad ontstak. De brand verspreidde zich snel door de Ridderstraat, de Burgstraat, de Smitsstraat (de huidige Breestraat) en de Engstraat, tot aan de Oud-Heusdense poort. Op 24 juli 1680 sloeg de bliksem in de achthoekige kasteeltoren die daarop in brand vloog. Het kasteel werd met een enorme knal opgeblazen. Bij deze explosie werden ook alle huizen in de Burgstraat vernietigd. Het huidige woonhuis is in 1775 gebouwd. Sinds 8 maart 1967 is het Rijksmonument 22032.

In het kadastrale minuutplan 1811-1832 vinden we dat perceel en woning A-492, op de hoek Breedestraat-Burgstraat, bezit is van Johannes de Bont uit ’s-Hertogenbosch. Sindsdien heeft het, volgens kadastrale overzichten, een 20-tal eigenaren gehad. Oudere Heusdenaren kennen het als ‘het huis van Victor Nefkens’.

Het woonhuis is een eenlaagse bouw, met zadeldak tussen de puntgevels, waarvan de noklijn loodrecht op de Breestraat ligt. In de overgang van de gevel naar het dak zijn verholen goten uit zinkplaat. Aan de voorzijde heeft het dak een wolfseind. Het dak is gedekt met natuurrode terracotta dakpannen, type OH-Oude Holle: een gegolfde dakpan zonder sluiting. In het dak bevinden zich een tweetal 6-pans dakramen. De voorzijde van het pand heeft een afgeknotte puntgevel met inzwenkende bovenhoeken. De bovenzijde is begrensd met een houten kroonlijst. Onder de bovenhoeken van het gevel zijn kleine schouderstukken aangebracht in gekrulde vorm, voluten genoemd. De bovenkanten van de bovenhoeken zijn met zinkplaat bekleed.

De voorgevel is gepleisterd, gebosseerd, licht geel/wit geschilderd en heeft door de aangebrachte horizontale en verticale groeven een blokverdeling. De gevel heeft vier 9-ruits schuifvensters. De vensters van de verdieping zijn kleiner dan die op de begane grond met daaronder over de volle pandbreedte een dorpel. De schuifvensters van de begane grond hebben elk een dorpel. De voordeur is een paneeldeur en heeft een bovenlicht. De ±30 cm hoge plint is zwart geschilderd.

De zijkant van de woning heeft een gemetselde gevel, grotendeels van rode echtstenen. Vechtstenen zijn langer en dunner (23x11x4 cm) dan ijsselstenen (16x7,5x5) en werden gebruikt voor lange gevelvlakken. Een duidelijk metselverband is niet te herkennen. De afwerking is met een platvolle voeg. Boven het 12-ruits schuifvenster is een doorgezakte rollaag. De ± 100 cm hoge plint is gemaakt met bakstenen koppen in waalformaat. Boven de plint bevinden zich verspringend op enkele plaatsen stroomlagen: lagen met schuinstaande stenen. In de gevel zijn drie muurankers aangebracht.

Bart Beaard