‘Het is teveel’, las ik. Hoe kun je het ook bevatten wat er allemaal in de oorlog in Oekraïne en nu ook in Israël gebeurt? Het is veel, heel veel. Al die mensen op de vlucht, in wanhoop. De mitrailleurs, de drones, de raketten, de bommen. Mensen die ontvoerd worden en mensen die geen kant op kunnen. We delen onze ontzetting, ook op sociale media. ‘Het is teveel.’

Er lijkt ook geen maat te zitten aan het geweld. Of het nu terroristen zijn die om zich heen schieten, of bommen en raketten die hele woonblokken en wijken vernietigen; het lijkt aan de ene kant zo ongericht in het wilde weg en aan de andere kant gericht op massale verwoesting. Niets en niemand ontziend. Je wordt er koud van als je het ziet. Hoe moet er op zo’n puinhoop, en in zoveel haat, ooit weer iets van een samenleving worden opgebouwd? Het is teveel.

Met lood in mijn schoenen ging ik zondag naar de kerk. Ik kon niet om al het geweld en al het leed heen. Bovendien speelt de nieuwste oorlog zich af in Israël, het gebied waar Jezus leefde. Ik voelde dat ik daar iets mee moest. Zonder partij te trekken, maar ook niet zonder mijn gelovige band met dat land uit te spreken. Maar hoe moet je dat doen als je het geweld van alle kanten ziet, waarvan je alleen maar kan denken: dit kan niet bestaan! Er is geen god die dit rechtvaardigt; er is geen god die dit wil. Waarom mensen dan wel?

Het regende ook nog eens. De herfst is nu toch echt begonnen. Plots verscheen er voor me, boven de huizen die ik tegemoet reed, een regenboog. Velen hebben die dag een regenboog gezien. Weerman Peter Kuipers Munnike zei ’s avonds: ”Als je hem niet gezien hebt, ben je af.”

Een regenboog, ontstaan door zonlicht dat door een regenbui op de druppels schijnt. De zon die doorbreekt in de regen, de tranen uit de hemel. Het gaf me moed. ‘Er is hoop’ was de spreuk vroeger bij die regenboog. En dat is nog steeds zo. Er is hoop.

Ik vertelde erover in de kerk. Dat die regenboog een teken in de bijbel is dat we niet alleen gelaten worden. Het wordt verteld na het verhaal van Noach en de ark. Met al die dieren, twee aan twee. Hoe schattig het ook lijkt, en hoeveel inspiratie het verhaal ook geeft voor kinderspeelgoed, de aanleiding was niet mooi. De wereld was lelijk geworden. Er was heel veel lelijkheid door mensen aangericht. Reden voor een grote schoonmaak. Een grote vloed volgde na dagen regen. Je zou het bijna weer wensen als je ziet hoe lelijk de wereld aan het worden is. Achteraf vond God het een te rigoureus middel. Niets en niemand ontziend. En hoe zou het nu helpen? Lijden de onschuldigen al niet genoeg onder het brute geweld van de kwaden?

Toen scheen er door de regendruppels zonlicht, dat een boog aan de hemel plaatste. Dit is een teken dat we niet zullen verzuipen, hoe hoog het water ook aan onze lippen staat. Er zal weer zonlicht schijnen door alle tranen. Er zullen weer planten en bomen opschieten. Zaadjes zullen weer ontkiemen. Er zullen weer kinderen geboren worden. Er zal weer worden liefgehad. Er zullen weer dromen komen die nachtmerries verdrijven. Handen zullen zich weer openen en naar elkaar reiken. Want liefde is sterker dan de dood.

Ik plaatste een foto van die regenboog op Instagram en Facebook. Nog nooit leek die regenboog zo welkom voor zoveel mensen. Geweld dat zoveel tranen veroorzaakt, zal nooit kunnen uitroeien dat er weer zonnestralen doorheen zullen schijnen. Dat er mensen zijn die zullen zeggen: en nu is het genoeg! Als er maar genoeg mensen zijn die dat zeggen, en als wij in die rij aansluiten, dan zullen die zonnestralen in de tranen breken en hoop geven aan iedereen geen toekomst meer ziet. En als je de moed in de schoenen zakt, weet dan wat de regenboog laat zien: we zijn niet alleen!

Gastcolumnist Otto Grevink is als dominee op verschillende wijzen betrokken bij protestantse kerken in de regio Hart van Brabant. Hij is pionier bij Zin op School in Waalwijk en dirigent van Koor en Combo Laudate Dominum. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.