1944 - 1946

Intussen maakt de familie van Janus zich ongerust over alle wilde plannen die Janus heeft. Een erfenis wordt door Janus in zijn zwembad gestoken en zijn moeder moppert op hem omdat hij alles opmaakt. Zijn broer Tinus van Engelen koopt regelmatig stukken land van hem om te voorkomen dat hij dat land voor een appel en een ei aan een ander gaat verkopen.

In 1946 schrijft Janus in zijn memoires: Veel Vlijmenaren maken gebruik van het bad (Haarsteeg). Als de nieuwe eigenaar Frans van Wagenberg komt kijken, wordt ongeveer alles wat Janus tot stand heeft gebracht afgekeurd. Als huur wordt ieder jaar ƒ 2,50 betaald aan Van Wagenberg.

De kleedcabines moeten volgens Van Wagenberg door de plaatselijke geestelijkheid worden goedgekeurd, er mogen geen wippen of schommels worden geplaatst (geen kermis aan zijn wiel) en er mag geen drank of fruit verkocht worden, de dames mogen niet zonnebaden en de kinderen mogen niet in het ondiepe spelen.

1947

Op 29 mei 1947 schrijft Pieter Prinsen als voorzitter van de zwemvereniging Haarsteeg aan Gedeputeerde Staten van Noord Brabant, dat hij heeft gehoord dat er ƒ 15.000,- geïnvesteerd gaat worden in het bad te Nieuwkuijk. Hij vindt dat een onverantwoorde uitgave voor deze armlastige gemeente. In Haarsteeg ligt een bad, dat beschikt over stromend water en dit bad kan met een kleine investering in kleedkamertjes een ideale badinrichting worden. Een reactie van de gemeente op de brief is door mij niet gevonden.

In juli vraagt Janus in de gemeenteraad of de Zwemvereniging Haarsteeg een hogere subsidie kan krijgen. Omdat het zwembad in Vlijmen uitgeschakeld is zou dat mogelijk moeten zijn. De voorzitter geeft aan, dat de begroting gesloten is.

Janus van Engelen meldt in december in de raadsvergadering, dat hij ƒ 150,- subsidie heeft ontvangen voor het zwembad. Maar hij vindt dit de helft te weinig. Hij vindt dat hij de ’kastanjes uit het vuur’ heeft gehaald en hij is niet van plan honderden guldens toe te geven op een gemeentebelang.

1948

In mei vraagt Janus om een garantiesubsidie en een contract voor een langere periode, van bijvoorbeeld 25 jaar. Hij geeft aan dat hij, omdat hij geen koster meer is, ook ‘s morgens aanwezig kan zijn. In een andere brief vraagt hij de gemeente om kritisch naar het door hem opgestelde reglement en de tariefregeling te kijken.

De gemeente gaat, na goedkeuring door de gemeenteraad, in Haarsteeg 10 badhokjes en in Nieuwkuijk 20 badhokjes bouwen, de totale kosten bedragen ƒ 2.000,-. Over 4 jaar verdeeld kost dat per jaar ƒ 500,-, de subsidie van ƒ300,- vervalt hiermee. Janus gaat de beide baden onder zijn hoede nemen. De openstelling is om de andere dag voor dames en heren en zo, dat iedere dag een bad voor een categorie toegankelijk is. De gemeente is vol lof over Janus van Engelen en heeft het volste vertrouwen in hem.

In juni wordt in een huis- aan huiscirculaire door Janus gemeld, dat er twee zwembaden worden opengesteld. Volgens de circulaire worden de baden, door de royale steun van de gemeente, keurig ingericht en ze worden door de exploitant (Janus) voorzien van diverse attracties. Even later wordt door hem gemeld, dat er een stagnatie in de cabinebouw is opgetreden en dat de baden in Haarsteeg en Nieuwkuijk nog niet opengesteld worden. Korte tijd later wordt het bad in Haarsteeg geopend.

Volgens de circulaire moet men goed letten op de openingstijden voor dames en heren. Bij openstelling voor dames waait er een witte vlag en voor heren een rood wit blauwe vlag. Dagkaartjes kosten beneden de 10 jaar 10 cent, tot 15 jaar 15 cent, tot 20 jaar 20 cent en 20 jaar en ouder 25 cent. Er zijn eveneens seizoenkaarten, 5 baden kaarten en kaarten voor niet zwemmers te koop. Openstelling 9.00 - 12.00 uur en 13.00 – 21.00 uur. Janus ondertekent alle bekendmakingen met A. van Engelen, Directeur. Tot badmeester te Haarsteeg wordt aangesteld Fritz Heimann, een Joodse vluchteling die in het Gertrudisgesticht in Nieuwkuijk woont.

1948

Janus heeft een exploitatieoverzicht ingestuurd, waarschijnlijk over 1948. In Haarsteeg heeft hij aan entreegelden ca ƒ 265,- ontvangen en zijn uitgaven waren ƒ 900,- (inclusief eigen arbeid ƒ 100,- en de kosten van een houten keet van ƒ 250,-). Janus is niet zo zakelijk ingesteld en hij is te goed van vertrouwen. Als hij ’s middags gaat pauzeren laat hij het geldkistje met de ontvangen entreegelden en het wisselgeld onbeheerd achter. Is het kistje of de inhoud bij terugkomst verdwenen dan zegt hij: ”Het zijn dieven geweest”, en hij gaat gewoon verder alsof er niks gebeurd is. Janus zelf daarover in zijn memoires: De uitkomsten van de boekhouding wijzen op een allerzins verantwoorde exploitatie.

Janus in zijn zwartboek: Leden van de gemeenteraad: “Van Engelen is een idealist, geen zakenman, Van Engelen bevordert door het zwembad de naaktcultuur, Van Engelen moet tegen zichzelf in bescherming worden genomen, Van Engelen zal een grote strop halen.”

1949 Einde van het bad te Haarsteeg

Op 5 juli 1949 schrijft Janus in een brief aan B & W, dat hij gestopt is met de exploitatie van het bad in Haarsteeg en dat het bad wordt afgebroken. Hij gaat alleen nog verder met het bad te Nieuwkuijk. Hij heeft de politie hiervan op de hoogte gesteld en eventuele bezoekers krijgen een verbaal. Frans van Wagenberg, de eigenaar van de wiel schrijft aan de gemeente dat, nu Janus gestopt is met het bad, hij de gemeente vraagt erop toe te zien dat er niet meer wordt gezwommen in de wiel te Haarsteeg. Niemand heeft toestemming, behalve familieleden, om in de wiel te zwemmen.

Bert Meijs

bmeijs@planet.nl