Ik moet je eerlijk bekennen dat ik niet zo heel vaak uit eten ga. Persoonlijk vind ik dat het toch iets speciaals moet blijven, uit eten gaan.
Wat zeker ook niet onbelangrijk is, is dat ik wel eens ongeduldig ben als ik te lang moet wachten op het volgende gerecht. Niet dat mijn vrouw en ik niets hebben om over te praten, we kletsen heel wat af tijdens het diner.
Nu ik het toch over mijn vrouw heb, die had gisteren zin om samen uit eten te gaan. Ze was alleen vergeten om een tafel te reserveren, maar toch waagden we het er op dat er nog plaats zou zijn. Toen we in ons favoriete restaurant aankwamen, zag ik dat er al een aantal mensen voor ons stonden te wachten.
Ik liep naar de gastvrouw en zei dat we niet gereserveerd hadden en gaf onze naam door. De gastvrouw zou ons komen halen als er een tafel vrij zou komen.
Na zeker een kwartier, liep een jong stel die ook stonden te wachten weg, omdat ze te lang moesten wachten.
Vlak daarna riep de gastvrouw: ”De heer en mevrouw ‘Timmermans, zijn die aanwezig?” Doch niemand van de wachtende reageerde.
Waarschijnlijk heette het jonge stel dat weg was gelopen ’Timmermans’. Ik keek mijn vrouw aan en overtuigde haar dat we zo sne ler een tafel zouden kunnen krijgen. We liepen naar de gastvrouw toe. Ze keek ons aan en zei: ”Meneer en mevrouw Timmermans?”, waarna ik knikte. ”Gelukkig”, zei de gastvrouw. ”Loopt u maar met mij mee, dan zal ik u plaats wijzen”. We liepen naar achteren en bijna achteraan, wees de gastvrouw naar een lange tafel waar al enige mensen zaten. ”Uw familie zit al op u te wachten, ga maar gauw”, zei de gastvrouw.
Daar stond ik dan met het zweet op mijn voorhoofd. ”Je zei toch Faber”, riep mijn vrouw om ons uit deze netelige situatie te redden. ”Nee, Timmermans”,, zei de gastvrouw. ”O, sorry dan hebben we je verkeerd verstaan”, zei mijn vrouw, waarna ze mij bij de arm pakte en naar de uitgang liep zonder ook maar een keer om te kijken.
Jules Faber