Op donderdag 26 september 1901 wordt gemeentesecretaris Piet van den Broek (1864-1915) geïnstalleerd tot burgemeester van Nieuwkuijk en Onsenoort. Hij blijft dat tot zijn plotselinge overlijden 28 april 1915. Op 22 juni daaropvolgend wordt hij door zijn oudere broer Cees (1860-1940) als burgemeester opgevolgd. Hij blijft aan tot hem op 14 juni 1933 eervol ontslag wordt verleend. Het burgemeesterschap wordt vervolgens waargenomen door Gerard van der Ven (1860-1953), toenmalig burgemeester van Vlijmen. Hij bleef dat tot in 1935, na een gemeentelijke herindeling Vlijmen, Haarsteeg en Nieuwkuijk een nieuwe gemeente Vlijmen vormden. Omstreeks 1896 laat Piet van den Broek een woonhuis bouwen in de architectuurstijl van het Eclecticisme. Door de r.k. priester Aloysius van den Broek (1866-1945) werd de gevelsteen geplaatst met het opschrift: A. V.D. BROEK 20.7.1896. De aanbouw aan de westelijke zijde is geplaatst omstreeks 1913.

Het woonhuis is eenlaags met een zadeldak en met aan de westzijde een aanbouw onder een plat dak. De nok van het zadeldak ligt evenwijdig met de straat en is bedekt met blauw gesmoorde kruispannen. In het midden is een dakkapel met het aanzicht in de vorm van een Griekse tempel met een driehoekige timpaan met reliëf en verticale zuilen. De zuilen hebben aan de bovenzijde een reliëf als een kapiteel en een basement of voet aan de onderzijde. De dakkapel heeft een kruisvenster en houten wangen. Op de dakkapel is een windwijzer geplaatst. De dakgoot ligt in een fraaie houten kroonlijst.

De voorgevel is gemetseld met bakstenen in kruisverband en afgewerkt met een witte knipvoeg. De opbouw van de gevel is symmetrisch met in het midden de voordeur in een 60 cm diepe portiek. Aan beide zijden zijn twee vensters in een gevelvlak dat 10 cm terugligt. De vensters hebben schuiframen met een middenstijl en zijn voorzien van inpandige houten rolluiken. De bovenlichten hebben glas-in-loodramen. De venster- en deuropeningen hebben in de gevel een getoogde rollaag van één steen hoogte. Boven deze rollaag is een gepleisterde wenkbrauwboog, een geliefd element uit de pleisterarchitectuur in die tijd. Ter hoogte van de onderzijde van het bovenlicht is een driesteens hoge speklaag van rode stenen. De vensters hebben natuurstenen onderdorpels. Boven de vensters zijn 2x3 smeedijzeren ankers. Onder de kroonlijst is een fries in de vorm van gemetselde bloktanden. De plint van de gevel bestaat uit vijf steenlagen, grijs gevoegd en afgedekt met een natuurstenen lijst. De voordeurdorpel ligt wel 50 cm. boven het maaiveld van de voortuin en heeft drie traptreden in natuursteen. De voordeur is als paneeldeur uitgevoerd met een kijkraampje, bedekt met een gietijzeren rooster. De aanbouw heeft een breed venster met 3 ramen. De uitvoering van deze gevel is identiek aan de voorgevel. In het geveldeel tussen de voorgevel en de gevel van de aanbouw is een smal kijkraam.

Bart Beaard