Mijn kleinkind was naar een Lego evenement geweest. Dol enthousiast vertelde hij over de Legoblokjes.

Ik vroeg mij af, of er kinderen zouden zijn op de wereld die nog nooit met Legoblokjes hebben gespeeld? Dat is toch bijna niet voor te stellen.

Ook ik kon mij vroeger goed vermaken met mijn Legoblokjes. Dat waren er niet meer dan een doosje vol. Het lukte mij telkens weer om met de weinige Legoblokjes, steeds een ander huisje te bouwen. Meestal met een half dak, omdat ik niet genoeg dakpannen had.

Toen mijn zoon ook met legoblokjes begon te spelen, deed ik weer vrolijk mee. We hebben samen, door de jaren heen heel wat afgebouwd. Inmiddels spelen mijn kleinkinderen, met de Legosteentjes van mij en mijn zoon.

Als je weet dat er ieder jaar 45 biljoen Legosteentjes uit de fabrieken rollen, dan is dat best veel. En wat dacht je van de 306 miljoen wieltjes die per jaar geproduceerd worden. Daar kan menige wielenfabriek jaloers op zijn.

Ik heb wel eens uitgeprobeerd hoeveel verschillende mogelijkheden er zijn om legoblokjes met 2 x 4 nopjes, op elkaar te zetten. Ik kwam tot 24 verschillende manieren.

Ik hoorde van mijn kleinzoon dat er zelfs een Lego dag is, dat is op 28 januari. Dat bleek de datum te zijn waarop in het jaar 1958 het patent van de Legoblokjes werd aangevraagd. Het was de Deen Ole Kirk Christianse, die het idee, het was niet meer dan een tekening van de blokjes, op een speelgoedbeurs tegen kwam. Het idee liet hem niet meer los, dus kocht Ole Kirk Christianse de rechten. Hij zag de educatieve en de creatieve waarde van de blokjes. Omdat hij timmerman was maakte hij de eerste blokjes van hout. Om meer te kunnen produceren ging men de houten legoblokjes na enige jaren van plastic maken. Weet je wat mij opvalt; dat de Lego poppetjes van vroeger, vriendelijker keken dan de Lego poppetjes van nu.

In de topmaand december worden er wereldwijd 28 Lego sets per seconde verkocht. Na enig rekenwerk kom ik uit op 10080 Lego sets per uur.

Zou Ole Kirk Christianse hebben verwacht, dat het zo’n groot succes zou worden?

Jules Faber