Mijn tante voelde zich niet lekker, daarom had ze een afspraak gemaakt bij haar huisarts. Ik bood haar aan om te rijden en mee te gaan naar de huisarts. Op het moment dat ik bij haar voor de deur stopte, stond ze te kletsen met de buurvrouw. Na enige minuten gewacht te hebben liep ik naar haar toe en zei tegen haar: ”Tante, we moeten gaan anders komen we te laat.” Daarna pakte ik haar arm en samen liepen we naar mijn auto. ”Sorry hoor”, zei ze, nadat ze was ingestapt. ”De buurvrouw wilde maar niet ophouden met luisteren.” Bedenkelijk keek ik haar aan. In de wachtkamer zat ik met haar te praten, over de problemen van de jongeren van nu om goed en leuk werk te vinden. We moest even wachten omdat het spreekuur was uitgelopen. ”Ach”, zei mijn tante. ”De jeugd van tegenwoordig is kritischer dan wij vroeger. In mijn tijd pakte we gewoon alles aan. Ik heb koekjes ingepakt voor het minimumloon bij koekjesfabriek Verkade in Den Bosch.”
”Goeie help”, zei ik. ”Dat moet toch wel heel saai werk zijn geweest.” Ze antwoordde: ”‘Dat was helemaal niet saai, want het waren gesorteerde koekjes.”
Gelukkig daar kwam de dokter aan om ons te halen. De jonge huisarts heel vriendelijk. ”Gaat u zitten mevrouw, wat zijn u klachten, ondanks dat u er nog goed uitziet voor u leeftijd”, zei hij. ”Dokter”, zei mijn tante. Ïs het u wel eens opgevallen dat je eerst oud moet worden, voordat iemand tegen je zegt dat je er jong uitziet. Heeft u geen pillen die me weer 25 jaar jonger maken?” De dokter glimlachte en zei: ”Om u de waarheid te zeggen; ik ben helemaal door de verjongingspillen heen. Ik heb de laatste vanmorgen ingenomen. Ik ben eigenlijk 82”, zei hij met een glimlach op zijn gezicht.
Uiteindelijk bleken de klachten van mijn tante voor het grootste deel ouderdomsklachten te zijn. Mijn tante kreeg dan ook het advies om meer te gaan wandelen en bewegen, en desnoods een paracetamol in te nemen als ze last bleef houden van haar gewrichten.
Jules Faber