Het monumentale woonhuis werd in 1906 gebouwd door Jan van Hest (1871-1955), die in 1902 trouwde met Henriette Peters (1868-1951). Van Hest was koopman en had met zijn broer Hubertus (1869-1928) sinds 1889 een stoomkoffiebranderij, theepakkerij en cacaohandel onder de naam ‘HESTANA’. De architect van het woonhuis was Jos van Ree uit Waalwijk. Met het opdelen van de gevelvlakken met gekleurde speklagen is het de architectuurstijl van de neorenaissance. De afwerking van het dak en de serre is in chaletstijl.

De woning heeft een samengestelde plattegrond door de verschillende bouwvolumes en heeft een schilderachtige compositie. Het hoofdgedeelte van het woonhuis bestaat uit de volgende bouwvolumes:

- 2-laags middendeel, met pannengedekt zadeldak en twee gemetselde schoorstenen.

- 1-laags linkerdeel, met pannengedekt afgeknot schilddak en plat dak

- 2-laags rechter- en achterdeel met platdak

- de serre is met een flauw hellend pannengedekt lessenaarsdak.

De gebruikte dak- en hoekkeperpannen zijn van het type: blauw gesmoord, VH – Verbeterde Holle.

De dakgoten met gootlijsten rusten op geprofileerde consoles. De gootlijsten zijn aan de onderzijde in verschillenden vormen geschulpt. Bij het 1-laags bouwdeel is dat tandvormig, bij het 2-laagse bouwdeel is dat golvend met gaatjes.

De topgevel is beschoten met houten delen, heeft een raam en een overstek. Aan de onderzijde hebben de oversteklijsten een profilering. Op de punt van de topgevel staat een houten ornament.

De gevel is gemetseld in baksteen in kruisverband en afgewerkt met een witte lintvoeg. De gevelvlakken hebben speklagen van gele bakstenen. In de buitenhoeken van de voorgevel-middendeel en in de voorgevel/rechterdeel is een verdubbeling van het aantal speklagen. De dagkanten van de vensters van de voorgevel-middendeel zijn uitgevoerd met gele bakstenen. De voorgevel-middendeel heeft onder de verdiepingsramen een fries met een motief van rode en gele stenen en daarboven een zaagtandfries. Aan de onderzijde heeft de gehele woning een gecementeerd plint van ca. 50 cm. hoogte.

De vensters hebben houten T-kozijnen met elk een draairaam. De bovenlichten zijn ongedeeld. Later hebben in deze woning de glazeniers Anton van Hest en Rien van der Pol gewoond en toen hingen in de bovenlichten raamhangers van gebrandschilderd glas. De rollagen boven de vensters en deuropeningen hebben uitwaaierende strekken, anderhalve steen hoog, met gele sluit- en aanzetstenen. De vensters van het midden- en linkerdeel hebben houten rolluiken, die aan de bovenzijde fraai gevormde houten kappen hebben met een figuurzaagmotief. De voordeur heeft een optrede in natuursteen. De voordeur en de dubbele garagedeur zijn eenvoudig uitgevoerd. In het bovenlicht van de voordeur is een brandschilderraam met de afbeelding van St. Antonius en is gesigneerd: Anton H.C. van Hest 1950.

Bart Beaard