Al 30 jaar gebruik ik dezelfde deodorant. Ik ben dan ook behoorlijk ’geur vast’ en zou zomaar geen ander geurtje nemen. Dat geurtje hoort bij mij en is herkenbaar voor de mensen om mij heen.

Ooit was ik tijdens mijn vakantie bij de jaarlijkse rozententoonstelling in de parfumstad Grasse, in Zuid Frankrijk. De rozen waren stuk voor stuk schitterend om te zien, maar er ontbrak iets aan. Veel rozen hadden helemaal geen geur, of slechts een licht geurtje. De obsessie van de rozenkwekers om alleen maar met het uiterlijk bezig te zijn, had een van de belangrijkste en aantrekkelijkste eigenschappen van de rozen, de geur, volledig naar de achtergrond verdrongen.

Een oude vrouw die naast mijn stond vond dat maar niks en haalde minachtend haar neus op voor de bekroonde rozen. Ze wees naar een tuin met een rozenstruik en pakte mijn arm. Samen liepen we richting de tuin naar een doodgewone rozenstruik. ”Dit is tenminste een roos die ruikt”, zei ze met een overtuigende harde stem. Dat hadden een aantal bezoekers van de rozententoonstelling gehoord. Al snel kwamen de bewonderaars van de bekroonde rozen om de oude rozenstruik staan, om de geur van de roos te ruiken. De reukzin mag dan wel een van de primitiefste zintuigen zijn. Het heeft een diepgaande uitwerking op ons gedrag en onze emotie. Ondanks dat geur iets heel persoonlijks is en voor iedere mens anders kan zijn.

De teleurstelling was dan ook groot, toen ik van de verkoopster van de drogist, hoorde dat mijn deodorant door de fabrikant uit het assortiment is gehaald.

Bij navraag bleek dat ze er mee gestopt zijn, dat was alles wat ze kwijt wilde. Al zoekend op internet blijkt binnen de EU een wet te zijn aangenomen, die schadelijke stoffen voor de gezondheid in parfums, cosmeticaproducten en verzorgingsproducten moet weren. Er blijkt dus een luchtje aan mijn deodorant te zitten, die ik al 30 jaar gebruik. Ik vraag mij wel eens af waarom de fabrikanten daar niet eerder aan hebben gedacht. Waarom moeten ze eerst door een wet gedwongen worden, om geen schadelijke stoffen voor onze gezondheid meer te gebruiken?

Jules Faber