Het Brabants Dagblad schreef op 23 september 1949: ”Er broeit wat in Heusden. Nog drijven over de Maas de laatste wolken, die het jarenlang in donkere en sombere waas gehuld hielden en nog branden de verwoestingen, door de oorlog aangericht, iedere rechtgeaarde Heusdenaar op het hart. Nu waait er een frisse wind over dit rustige stadje en energiek zijn de vele problemen, waarmede men bij de heropbouw en uitbreiding van de gemeente te kampen heeft, aangepakt. Er wordt gebouwd; er wordt gewerkt. De middenstand roert zich. En aan de samenwerking van deze krachtige bevolkingsgroep is het te danken, dat hier op 4 October a.s. een grote middenstands- en industrietentoonstelling de ’Mercurius 1949’, geopend kan worden.”
Meteen na de oorlog roerde de middenstand zich en eenieder vond dat er wat moest gebeuren. Medio 1948 werden er twee middenstandsverenigingen opgericht. Een Protestantse Middenstandsvereniging onder voorzitterschap van C. Kuijsten en een R.K. Middenstandvereniging onder voorzitterschap van A. Verschuur. De beide besturen waren gemachtigd om samen te werken en al snel kwam het initiatief voor een middenstandstentoonstelling in 1949.
Fancy fair
Voor het organiseren van een middenstandstentoonstelling, die de werknaam ‘Verkooptentoonstelling’ had gekregen, was veel geld nodig. Door verscheidene overheidsinstanties werd een voorwaarde gesteld van een financiële reserve. Daarvoor kwam het voorstel om een Fancy fair te organiseren en de netto-opbrengst hiervoor te bestemmen. Dat ging allereerst gepaard met het samenstellen van een erecomité waaraan omstreeks dertig notabele Heusdenaren meededen, die allen een bedrag van minimaal fl. 10,-- doneerden. De Fancy fair werd gehouden op donderdag 14 t/m zaterdag 16 oktober 1948 in het hotel ‘Het Wapen van Amsterdam’. Er waren vele activiteiten, zoals Rad van Avontuur, grabbelton, spijkerslaan, loterij etc. De prijzen waren giften van fabrikanten, middenstanders en burgers, en deze waren een week vooraf tentoongesteld in de etalage van firma Joh. de Mol. In het ’Wapen’ was er elke avond een programma met cabaret, voordrachtkunstenaar en dans. Een week later was de trekking van de loterij door Opperwachtmeester Van Elderen. De hoofdprijs was een radio.
De voorbereiding
Op 4 augustus 1949 werd tijdens de Algemene Ledenvergadering van beide middenstandsverenigingen, na toestemming van het gemeentebestuur, besloten de tentoonstelling definitief door te laten gaan. De datum werd vastgesteld: van donderdag 4 t/m zondag 8 oktober.
De tentoonstelling kreeg de naam ’Mercurius 1949’. ”De god van de handel, Mercurius, zal dan de scepter in Heusden zwaaien. Mercurius is niet alleen de god van de handel, maar ook de bode der goden. En wij zijn er van overtuigd, dat hij de bode zal zijn, die een nieuw, herlevend en welvarend Heusden zal brengen”, aldus burgemeester A. van Delft. Er werd een tentoonstellingscomité gevormd onder voorzitterschap van C. Kuijsten en de bestuursleden werden verdeeld over werkgroepen. De Heer van der Aa uit ’s-Hertogenbosch werd gevraagd zijn medewerking te verlenen aan de reclame en de persberichten.
De plaats van de expositie werd bepaald op de Prins Hendrikkade buiten de wallen en daar kwamen de tentoonstellingstenten met een oppervlakte van 800 m2. Op het Wilhelminapark, nu Stadshaven, kwam de entreepoort. Het technisch gedeelte kwam in handen van de heer J. Waalboer uit Dordrecht, d.w.z. de inrichting van het tentoonstellingsterrein, de plaatsing en inrichting van de tentoonstellingstenten en hij werd benoemd tot contactpersoon voor de standhouders. Ook werd contact gelegd met de firma D.H. Hortensius uit Gouda voor een sfeervolle verlichting van de Visbank en het Wilhelminapark. Dat dit in goede handen zou zijn, had de tentoonstelling in Waalwijk in 1948 bewezen. Voor de verlichting moest door de PNEM een 125 kVA transformator geplaatst worden. Het plaatsen en ophalen kostte fl. 500,- en daar kwamen de kosten voor de verbruikte stroom nog bij.
Een werkgroep stelde een tentoonstellingsreglement op, stelde de tarieven vast voor de standhouders en het entreegeld. Zij benaderden ook de bedrijven voor deelname. Het buffet en de bar werden gepacht door de plaatselijke horeca. Met de ALAD werden afspraken gemaakt over de autobusverbindingen.
De tentoonstelling
Op de openingsdag van 4 oktober was er in de ochtend een ontvangst van de genodigden in de restauratie op het tentoonstellingsterrein. C. Kuijsten, de voorzitter van het Mercurius-bestuur, heette alle aanwezigen hartelijk welkom, in het bijzonder de burgemeester en echtgenote en de eerwaardige heren geestelijken. A. van Delft, de burgemeester van Heusden, prees het initiatief van de beide middenstandsverenigingen en dankte de velen die aan de totstandkoming van de tentoonstelling hadden meegewerkt. Hij wenste ‘Mercurius 1949’ een volledig succes toe. Aansluitend opende mevr. M. van Delft-Dieltjens de tentoonstellingsterreinen. Vervolgens werden de 40-tal stands door de genodigden bezichtigd en allen waren vol lof over de wijze waarop deze waren ingericht. Er werd gerekend op ca. 5000 bezoekers.
Bezocht door 5400 personen
De tentoonstelling kon met zoveel bezoekers in alle opzichten bijzonder goed geslaagd genoemd worden. Zaterdag was met 2400 bezoekers de drukste dag. De algemene indruk was: uitmuntend verzorgd en geslaagd. De voorzitters van beide Middenstandsverenigingen hadden gedurende de tentoonstelling via de geluidsinstallatie, verzorgd door P. Gouda uit Eethen, regelmatig het woord gevoerd en hadden hun waardering en lofuitingen niet onder stoelen en banken gestoken. Zondagavond vond de officiële sluiting plaats waarbij het woord gevoerd werd door de beide voorzitters Kuysten en Verschuur. Deze gelegenheid namen de gezamenlijke standhouders te baat om bij monde van de heer J. de Mol Jr. genoemde heren te huldigen. Beiden ontvingen een album waarin foto’s van de vele stands waren opgenomen, die gemaakt waren tijdens de tentoonstelling. De overige bestuurders werden in de bloemetjes gezet. Zo ook de heer P. Waalboer, de technische adviseur, die de ziel van deze tentoonstelling genoemd werd.
De standhouders en het bestuur met hun dames verenigden zich daarna in een intiem samenzijn in ’Het Wapen van Amsterdam’ waarbij het gezellig toeging. De ’Mercurius 1949’ behoorde weer tot het verleden, maar ongetwijfeld zal het grote succes de grondslag hebben gelegd voor een volgende tentoonstelling tijdens de opening van het nieuwe stadhuis.
Bart Beaard