Staat van beleg
Begin augustus 1914 verklaart de regering een deel van het land in staat van oorlog en op 11 augustus wordt in onder andere alle gemeenten in de Provincie Noord Brabant de staat van beleg afgekondigd. Voor het bestuur van de in deze gebieden gelegen gemeenten betekent dit een inperking van de gemeentelijke autonomie, aangezien het militaire gezag vergaande bevoegdheden krijgt. In de praktijk is het echter niet altijd duidelijk waar de verantwoordelijkheden liggen. Soms ontstaan daar dan ook problemen over tussen het militair gezag en het gemeentebestuur.
Het wordt verboden om berichten over troepenverplaatsing, inkwartiering, aanleggen van loopgraven, manoeuvres en dergelijke op te nemen in krantenartikelen. In de praktijk wordt hier echter nogal eens vanaf geweken.
In deze sfeer past geen publiek vermaak: kermissen en jaarmarkten gaan niet door en de verjaardag van Koningin Wilhelmina op 31 augustus wordt niet gevierd.
De inkwartiering
Het merendeel van de, in onze streek, ingekwartierde militairen komt uit Amsterdam en omgeving of uit Friesland. Het leger betaalt relatief goed voor de inkwartiering; maar de inkwartiering heeft echter grote gevolgen voor de bevolking. De mobilisatie duurt uiteindelijk veel te lang en dus slaat de verveling en lamlendigheid toe. Het cafébezoek geeft aanleiding tot ruzies en sommige militairen kunnen de verleiding niet weerstaan en gaan op dievenpad.
Heusden
Over de kwartiermakers, onder andere die in Heusden, wordt geklaagd. Inkwartiering is winstbejag geworden. Maar de kwartiermaker komt ook allerlei verzinsels tegen om maar van inkwartiering af te komen. Het huis is te klein, de heer des huizes is bijna nooit thuis, of men verwacht ieder ogenblik logees. Komt men eindelijk bij iemand die wel inkwartiering wil, dan vraagt men eerst, als het een officier betreft: “Eet hij hier? Hoeveel betaalt hij voor zijn kamers, en hoeveel voor zijn ontbijt, diner?“ Is het voor een onderofficier, dan hoort men regelmatig: “Voor 20 cent kan ik toch geen bed geven, mijn slaapkamer en dan die last”. Als ze horen dat voor een onderofficier een strozak met 1 deken op een zolderhoekje voldoende is, heeft men liever soldaten, want op die zelfde zolder kunnen wel 10 soldaten liggen en daarvoor krijgen ze ook 20 cent per man. Dat de soldaten een beetje gedrongen liggen vindt men niet zo erg. Bij inkwartiering te Heusden blijkt, buiten enkele uitzonderingen, winstbejag. Op een zolder liggen 25 soldaten, gedrongen naast elkaar, terwijl in hetzelfde huis een logeerkamer voor 2 personen onbezet is. Bij mevr. V komt de meid, als men haar te spreken vraagt, terug met de boodschap dat mevrouw geen inkwartiering wil, onder andere omdat men alleen wil zijn en logees krijgt. Ondanks aandringen krijgt men haar niet spreken, terwijl ze wel thuis is, in een van de grootste huizen van Heusden woont en haar zoon eveneens onder de wapenen is. In een ander huis is voor 6 onderofficieren kwartier gewezen. Als zij aankomen, vinden zij op zolder 1 ledikant en 4 zeer dunne strozakken, zonder zelfs maar 1 deken
Volgens een verslag van de Commissaris van de koningin zijn er tijdens de mobilisatie in Heusden 250 man soldaten ingekwartierd, terwijl bovendien een detachement van 25 man de brug moet bewaken en ook de vier in de omtrek van Heusden liggende forten zijn bezet.
Om het verblijf en het welzijn van de militairen zo goed mogelijk te laten verlopen wordt in Heusden eind 1914 in een van de lokalen van het stadhuis een zogenaamde recreatiezaal ingericht. De militairen kunnen daar lezen, brieven schrijven, met elkaar kletsen en koffie drinken.
In november wordt door het Comité van Nederlandse vrouwen een oproep gedaan, om in verband met de naderende winter, voor de militairen bivakmutsen te breien.
In december wordt te Heusden een militair tehuis ingericht waar ook lectuur voor de militairen (dekkings-en bewakingsdetachementen) aanwezig is. Door de officieren wordt gezorgd voor een kerstboom in het militair tehuis in de Putterstraat. In de boom hangen verassingen voor ca. 100 personen. De te Heusden door vrouwen gehouden collecte voor een kerstgave aan de militairen heeft een opbrengst van fl. 80,-.
De militairen die in Heusden verblijven, krijgen allemaal met kerstmis een kerstgeschenk. Uit het fonds Nationale Collecte ontvangen ze een tabakspijp en 26 sigaren en gebak. Van het vrouwencomité uit Den Haag ontvangen ze een wollen muts. Baron van Wassenaer (kasteel Nederhemert) schenkt de wacht warme chocomel met een koekje!
Drunen
In Drunen gaan de ingekwartierde soldaten direct aan het werk, al in augustus 1914 is er door de militairen van het regiment Genietroepen van de spoorwegafdeling een los- en laadplaats gemaakt.
De burgemeester van Drunen wordt, door de keukenwacht van het 16e regiment Infanterie, 3e bataljon, 2e compagnie (een van weinige concrete gegevens van de hier gelegerde soldaten), gemeld dat “de afgelopen nacht mensen zich opgehouden hebben in de biljartzaal gelegen naast de keuken van de compagnie in het patro-naatsgebouw”. Door de wacht is niemand gearresteerd, er wordt een bos sleutels gevonden waarmee de deuren waarschijnlijk zijn geopend.
De Belgische Vluchtelingen
Vanuit een Zeppelin wordt op 25 augustus 1914 Antwerpen gebombardeerd. Er worden 9 bommen gedropt op de binnenstad, die verschillende doden en gewonden veroorzaken. Na veel beschietingen, over en weer, valt Antwerpen uiteindelijk op 10 oktober 1914. Een grote stroom, van ruim een miljoen Belgen naar ons land komt op gang, de grootste vluchtelingenstroom uit de Nederlandse geschiedenis. De bevolking in Nederland neemt daardoor toe met ongeveer 15%: van 6,2 miljoen naar circa 7,2 miljoen.
In diverse plaatsen van ons heemgebied vinden de vluchtelingen onderdak. Het is een roerige periode en veel gegevens zijn hierover niet bewaard gebleven, veel gegevens komen dan ook uit krantenberichten.
Bert Meijs
bmeijs@planet.nl