Oudere Drunenaren zullen zich nog de vloeivelden herinneren aan het einde van de Torenstraat, waar sinds 1985 de sportparken van FC Drunen en Handbalvereniging Avanti gelegen zijn. In 1958 werden deze velden aangelegd als onderdeel van de aanleg van de eerste fase van het rioleringsplan in Drunen. Velen herinneren zich nog de stank, die het dikwijls met zich meebracht. De vloeivelden zijn tot 1979 in gebruik geweest, waarna er via een persleiding een aansluiting kwam op de Waterzuiveringinstallatie van het Waterschap in ’s-Hertogenbosch.

Vóór 1958

Toen de riolering nog ontbrak en voor een nieuw te bouwen woning een vergunning moest worden aangevraagd, stond op de plattegrond een privaat-, een regen- en een welput getekend. De privaat- of zinkput was gekoppeld aan het toilet met plee en was gemaakt uit gestapelde stenen met openingen. De ‘poep en pies’ werd gespoeld met een emmer water en alle afvalwater zakte gemakkelijk in de zandgrond. De hardere ontlasting werd door boeren met een ‘strontkar’ regelmatig uit de put geschept en als meststof gebruikt voor de schrale zandgrond. Een modernere uitvoering van de privaatput was de septic-tank. De welput diende voor het drinkwater en middels een hand- of elektrische pomp werd het water naar de aanrechtkraan gepompt. De regenput diende voor de opvang van het hemelwater en het overtollige water ging naar de sloot. Naar die sloot ging ook het afvalwater van de aanrecht, de was etc.. Drunen bestond uit smalle percelen en daartussen lagen greppels die het afvalwater afvoerden naar de Eerste Dwerg en de Tweede Dwerg. Dit waren waterlopen die zuidelijk van de Grotestraat lagen en verbonden waren met de spoorsloot. Het water van deze waterlopen werd afgevoerd door de Drunense Sluis in de Elshoutse Zeedijk en via het Drunens Loopke naar het Oude Maasje bij Doeveren.

Riolering

Meteen na de oorlog was er nieuwbouw van woningen in de Stationsstraat, Burg. van der Heijdenstaat en de huidige Deken Coppensstraat. Ook was de nieuwbouwwijk Braken-Oost in voorbereiding. Er kwam een grote behoefte aan een rioleringssysteem. In de raadsvergadering van 12 augustus 1955 werd een rioleringsplan gepresenteerd, bestaande uit: een stamriool in de Stationsstraat, het bouwen van een rioolgemaal aan het einde van de Stationsstraat, een persleiding vanaf dit gemaal naar de vloeivelden en de aanleg van vloeivelden op het gebied tussen De Hoge Schijf, Torenstraat en het Afwateringskanaal. Een stamriool is de hoofdriool, die zich vertakt via spruit- of zijriolen naar aanliggende straten. Ook waren de kosten inbegrepen van de huisaansluitingen voor het afvalwater en het hemelwater. De totale kosten werden geraamd op fl. 500.000,-. In afwachting van de aanleg van een waterzuivering, werd de aanleg van de vloeivelden als een tijdelijke oplossing gezien. Door de bestedingsbeperking en de krapte op de kapitaalmarkt kwam de Rijksgoedkeuring pas in november 1957, waarna met de uitvoering gestart kon worden. Door de raad werd voor een woonhuis een jaarlijkse ‘heffing rioolrechten’ vastgesteld van fl. 15,-. Eind 1958 werd door Vissers Wegenbouw de eerste fase opgeleverd en deze werd op 2 januari 1959 in gebruik genomen. Hierna werd begonnen met de riolering in het plan Braken-Oost en 1700 meter in Grotestraat-West, Schoolstraat en J. v.d. Meijdenstraat. Het duurde vervolgens tot omstreeks 1970 dat de bebouwde kommen van Drunen en van Elshout waren aangesloten op het gemeentelijk rioleringssysteem. In 1968 werd in de Beethovenlaan een rioolgemaal gebouwd met overstortput. Een stamriool en persleiding werden aangelegd, bestemd voor de uitbreiding van Drunen-Zuid.

Vloeivelden

De vloeivelden waren nodig omdat gemeente Drunen geen verbinding had met een groot water als de Maas. De vloeivelden bestonden uit een twee bezinkbassins en een bufferbassin en een veld van 125x250 meter, waarin op afstanden van 10 meter een honderd meter lange draineerbuis was gelegd, om het water naar het onderliggende zand te draineren. Het bezinksel uit de bassins werd door boeren als mest gebruikt.

Voor de vloeivelden was een perceel van ca. 4 ha grond nodig en deze werd aangekocht voor fl. 0,35/m2 en fl. 0,40/m2 voor schadevergoeding, waarbij compensatie met pachtgronden niet mogelijk was. Door een uitbreiding in 1966 met een extra bezinkbassin werd de capaciteit van de vloeivelden. In 1968 werd 867.000 m3 afval- en hemelwater naar de vloeivelden gepompt. Een zuiveringsinstallatie was voor de gemeente nog te duur en een samenwerking met omliggende gemeenten lukte niet.

RWZI - Rioolwaterzuiveringsinstallatie

In 1970 kregen de waterschappen de zorg voor de waterkwaliteit er een nieuwe taak bij. Het toenmalige Waterschap Maas- en Diezepolders, waaronder Drunen ressorteerde, droeg per 1 januari 1975 de taak van de waterkwaliteit over aan Waterschap De Dommel in verband met de aanleg van hun waterzuivering in Orthen. De waterschappen waren privaatrechtelijk en aanvankelijk moesten zij zichzelf zonder overheidsbijdrage bedruipen. In 1977 veranderde dit en werden zij een volwaardige overheidsorgaan. In 1973 werd door dit waterschap in Orthen-’s-Hertogenbosch de eerste rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) opgeleverd en kwam er een einde aan het lozen van vuil water op de Maas. Per 1 januari 1995 werd het Waterschap Maas- en Diezepolders toegevoegd aan Waterschap De Maaskant in Oss. In 2004 fuseerden waterschappen De Maaskant en De Aa, resp. opgericht in 1921 en 1922, en ontstond het nieuwe Waterschap Aa en Maas. Gemeente Heusden behoort tot het district Hertogswetering van dit Waterschap.

Gescheiden systemen

Toen RWZI-Orthen in gebruik was genomen kwam de mogelijkheid voor een aansluiting en stopte Drunen met haar plan voor een nieuwe waterzuivering. In 1978 werd vanaf het gemaal in de Beethovenlaan een persleiding gelegd, door deze straat, door de Eendenkooi, naar Nieuwkuijk langs landgoed Steenenburg, De Hoeven/Het Zand en dan langs de ijsbaan in Haarsteeg naar Orthen. Toen die verbinding klaar was verviel de noodzaak voor de vloeivelden. Vanwege capaciteitsproblemen kwam de druk naar gescheiden systemen van afval- en hemelwater. Er kwamen plannen om het hemelwater zoveel mogelijk te verwerken waar het valt en alleen het vuilwater naar de RWZI-Orthen te pompen. Geleidelijk werden bij nieuwbouwprojecten gescheiden systemen aangelegd en gaat het hemelwater naar waterinfiltratiegebieden. Het RWZI-Orthen zuivert 54.000 m3/dag, afkomstig van 183.000 inwoners.

Bart Beaard