Wie heeft er niet bij meneer Bert in de klas gezeten? Maar liefst 46 jaar was hij de stabiele factor op de katholieke jongensschool Sint Jozef en later op de Romeroschool (nu de Dromenvanger) in Oudheusden. Bert werd geboren in de Ridderstraat-vesting in een gezin van vijf kinderen; hij is de wederhelft van een tweeling. Zijn moeder runde het huishouden. Vader Kops was altijd aan het werk. Aansluitend aan de lagere school werd Kops sr. het hulpje van de melkboer die toen nog aan huis kwam.

Door Henk Poelakker

Braaf jongetje

Bert (1954): “Dikwijls heb ik me afgevraagd hoe mijn ouders de eindjes aan elkaar wisten te knopen. Groot respect voor hen. Mijn ouders hadden een bescheiden schoenenwinkel maar voordat deze open ging was er eerst de vroege mis om 7.30 uur. Aansluitend ging mijn vader ‘de klaai’ in om bij mensen aan huis te pedicuren. Vaak kreeg hij meerdere schoenen mee ter reparatie. Eenmaal terug in Heusden werd er opnieuw gepedicuurd maar dan aan huis. De dag werd om 19.00 uur afgesloten met opnieuw een mis.”

Bert vertelt dat hij op de lagere school als braaf jongetje goed mee kon en uiteindelijk schoolmeester werd in Heusden. “Nota bene op de school waar ik zelf als leerling heb vertoefd. Het hoofd der school van toen (ik kende hem al voordat hij mijn baas werd) heeft me destijds zelf benaderd. Ik was in dat schoolteam de jongste en liet me liever meneer Bert noemen dan meester Kops.”

Bang

We leggen de eerste emotie aan Bert voor die een goed formulerende prater blijkt te zijn, compleet met ogen die zijn betrokkenheid verraden. “Mijn vrouw en ik zijn de grootouders van vier kleinkinderen. Regelmatig vragen we ons af wat we de jeugd nalaten. Kijk om je heen, zie wat er in Israël, Oekraïne en talloze andere landen gebeurt. Wat doen wij mensen elkaar aan? Hebben we dan niets geleerd van het verleden? Mijn jeugd was een tijd van onbezorgdheid maar bieden wij dat onze kleinkinderen ook? Vergeet niet dat kinderen van nu veel meekrijgen van het slechte wereldnieuws en daarmee ook de zorgen en de valkuilen.”

Boos

In de woning met uitzicht over de landerijen met in de verte het dorp Herpt, komen we bij de tweede emotie. “Wereldleiders hebben doorgaans een groot ego en houden van macht. Mijn boosheid richt zich specifiek op hen omdat deze leiders er te vaak niks van terecht brengen. Regeren is vooruitzien maar als ik achterom kijk, zie ik dat plaatselijke beleidsmakers vergeten zijn om hier in Oudheusden aan doorstroming te doen. In de voorbije jaren zijn er nauwelijks huizen bijgebouwd. Tegen één van onze wethouders heb ik wel eens gezegd: man, het is hier geen vijf vóór twaalf maar vijf over twaalf. Minder betaalbare huizen betekent ook minder jonge gezinnen. En dat zie je terug in minder kinderen op de scholen, minder aanwas bij de voetbal en talloze andere verenigingen. Iets anders: ik ben snel van vertrouwen maar als dat vertrouwen beschaamd wordt, kan ik meer dan boos zijn. Teleurgesteld en vol onbegrip.”

Blij

Een vrolijke emotie die Bert met een tevreden blik invult. “In Heusden zwierven wij als jochies graag overal rond. We waren tevreden met weinig. Voetballen, elke dag maar weer, was favoriet. Mee naar de kerk was normaal, het stond nooit ter discussie. Als misdienaar heb ik menig huwelijk en diverse uitvaarten mogen begeleiden. Dat vond ik leuk, mede omdat je dan al gauw twee uurtjes niet hoefde te leren. We leefden in een veel kleinere wereld dan de jongens en meisjes van nu, de wereldproblemen druppelden maar langzaam binnen. Blijdschap en vooral dankbaarheid voel ik kijkend naar onze gezondheid. Tegen de zeventig en nog volop energie, heerlijk toch. Met de kleinkinderen spelletjes doen, logeerpartijtjes, samen skiën, een keer naar De Kuip, voorlezen: het zijn allemaal bezigheden die me blij maken. Het feit dat we juist in Nederland wonen, waar tolerantie voor de grote meerderheid normaal is, beschouw ik als een voorrecht. Dat er in onze samenleving ruimte is voor genderdiversiteit, stemt me tevreden.”

Bedroefd

Bert blijkt een duizendpoot. Actief (geweest) voor gymvereniging Inion, voetbaltrainer, 1e elftalspeler bij wat nu HHC ’09 heet (Heusden-Herpt-Combinatie), lesgeven, koster, turnleraar. Het is slechts een deel van al zijn activiteiten. De vierde emotie roept ingetogenheid op. “Te vaak heb ik in het verleden meegemaakt dat een oud-leerling is overleden. Mijn hart weent en bloedt dan van verdriet. Jonge mensen, vaak in de bloei van hun leven. Vreselijk. In oorlogen zijn onschuldige burgers en kinderen het slachtoffer. Ik kan niet begrijpen dat mensen met droge ogen het sterven van kinderen kunnen aanzien. Als begin twintiger maakte ik het overlijden mee van het hoofd der school. Nog geen twee jaar na mijn aanstelling, hebben we hem begeleid naar zijn laatste rustplaats. Hoe moest dat verder met de school, met de klas. Heel moeilijk.”

Bert wil nog graag een slotwoord noemen: dankbaar dat ik ruim 45 jaar mocht werken en slechts één dag ziek ben geweest.