Na weken van langdurige regen, meldde het weerbericht vorige week plotseling vorst. Nou, dan wordt Nederland gek want bevroren slootjes, ondergelopen uiterwaarden en heuse ijsbanen luiden een nieuwe Elfstedenkoorts in. Vroeger waren de winters kouder, strenger en langer. Dat beeld zit bij mensen van mijn leeftijd vast in het koppie. Feit is dat de winter van 1963 steenkoud was met een Elfstedentocht die de geschiedenisboekjes in is gegaan als de Hel van ‘63. Reinier Paping won deze heroïsche wedstrijd die door slechts 10% van de rijders werd uitgereden. Maar liefst elf uur deed deze sportleraar over de legendarische wedstrijd langs elf ‘steden’ in Friesland.
Warme chocolademelk
Als tienjarige krabbelde ik op houten schaatsjes op een ondergelopen stuk land dat bevroren was. Vallen, koude voetjes, rode handjes en een enthousiaste moeder op de kant. De winter hield in 1963 lang aan, zelfs de officiële ijsbanen gingen open. Met een vriendje ben ik, op de fiets, naar zo’n echte ijsbaan gegaan. Daar werd de baan geveegd en was het ijs heel wat gladder dan op het slootje. Er was muziek, er was iets lekkers te koop, er waren vrienden en vriendinnen. Op de fiets had ik het al koud maar op de ijsbaan zorgde een snijdende oostenwind voor nog meer ongemak. Wat was die ijsbaan groot en wat duurde het een eeuwigheid voordat je op die houten schaatsjes een rondje had gemaakt. Wat gingen die echte schaatsers hard en wat was ik jaloers op die grote mannen van 16 jaar en ouder. Zij reden op hoge noren met hun handen op de rug, zij konden pootje over, zij vielen niet. Mijn vriendje en ik kochten een bekertje warme chocolademelk waarmee ons geld meteen op was. Hè, dat was lekker. Maar toen nog naar huis, opnieuw op de fiets in de kou. Eenmaal thuis waren de handjes dusdanig koud geworden dat het koude kraanwater eventjes warm aanvoelde. Lekker dichtbij de kachel die roodgloeiend in de kamer stond te snorren. Een warm kopje thee.
De volgende dag op school vertelde de meester dat we nog diezelfde week op het schoolplein konden gaan schaatsen. Ongeloof viel hem ten deel want hoe kon je nou in hemelsnaam op een stenen plein gaan schaatsen? Ik denk dat de brandweer ons schoolplein van een laagje water heeft voorzien want inderdaad: we konden die week op het bevroren schoolplein glijden en schaatsen. Onvoorstelbaar leuk. Voor ons was het de Hemel van ’63.