Het kostte mij moeite om in de laatste maanden van het jaar het getal op de weegschaal binnen de perken te houden. Maar nu, zo na de december feestdagen, ben ik een Nederlander geworden met zware botten. Gelukkig weet ik wat ik moet doen om de bijgekomen pondjes er weer af te krijgen.
Geen fratsen zoals pillen of gekke diëten, maar gewoon minder eten en meer bewegen. Het klinkt zo simpel, maar makkelijk is het niet.
Vandaar dat ik twee keer per week naar het fitnesscentrum toe ga. Het eerste wat mij opvalt in de fitnessruimte zijn de grote spiegels aan de muur, waarin je kunt zien dat je nog niet zo vaak bent geweest. Maar als ik de fitnessinstructeur moet geloven, herken ik binnen de korstte keren mijn eigen lichaam niet meer.
Gelijk al op de eerste avond moest ik beginnen met steps. Ik vroeg aan de fitnessinstructeur: ”Zal ik hem op 10 of 20 minuten zetten?
De fitnessinstructeur adviseerde mij om maar met 10 minuten te beginnen. ”Dan belast je je lichaam niet teveel en blijf je aan de veilige kant”, zei hij.
Maar al na een paar minuten leken mijn benen wel lood, ondanks al mijn inspanningen. Ik stapte na enige tijd van de steps af en liep licht waggelend, langs enkele mannen die zwetend op een bankje zaten uit te puffen van hun actie op de steps. ”Ik heb het maar 7 minuten volgehouden”, zei ik tegen hen. ”Ja, hoor”, snauwde er eentje terug. ”Schep er ook nog maar een beetje over op. Ik was kapot na 5 minuten.” Ik dacht toen bij mij zelf dat mijn conditie al met al nog niet zo slecht was.
Doch om mijzelf daarvan te overtuigen, heb ik ’snelle’ hardloopschoenen gekocht. Die laat ik twee keer per week een half uur uit. Maar weet je wat het probleem is? Ze willen altijd eerder naar huis. Dus dan geef ik ze maar hun zin, daar kan ik mij moeilijk tegen verzetten. En dat niet alleen, door de fitnesstrainingen ben ik de bijgekomen pontjes bijna allemaal kwijt. Een pondje meer is niet zo erg, dat verlies ik nog wel in de loop van het nieuwe jaar.
Jules Faber