Het is fascinerend om te zien wat een dun laagje sneeuw met kinderen doet. Zodra de straten maar een klein beetje bedekt zijn, komt de slee en andere dingen waarmee je kunt glijden tevoorschijn. Vorige week reed ik met de fiets door het parkje in Drunen en daar waren ze volop van de komma’s aan het glijden. Voor diegene die denkt: “Komma’s, wat bedoel je hier in hemelsnaam mee?”. Nou, in dat parkje staan twee heuvels die van bovenaf wat weghebben van een komma vorm. In een kromming wordt de heuvel steeds een stukje hoger en eenmaal boven kun je ervanaf fietsen, sleeën, rollen, of wat je wilt. In het geval van sneeuw wordt dat dus sleeën. Maar ook op straat zag ik het traditionele houten sleetje voorbij komen. Zolang de straten glad genoeg zijn, trek je dat sleetje en de persoon erop wel vooruit. Dat houten sleetje deed me aan vroeger denken. Aan de tijd dat ik in de winter vooruit werd getrokken op het sleetje. Ik weet er niet veel meer van, maar ik herinner me vooral de KOU. En dit zet ik bewust in hoofdletters neer, want ik vond het vroeger nogal koud wanneer het sneeuwde. En met name toen ik nog erg klein was, had ik het niet zo naar mijn zin op dat houten sleetje. Enfin, gelukkig kan ik de kou nu wel waarderen. Misschien dat je mij bij de volgende sneeuwbui wel van de komma’s ziet roetsjen.
Manouk Mak