In een herberg te Herpt ontstaat in april op zondagavond een ruzie tussen de zoon des huizes en een militair. De zoon wordt zodanig toegetakeld dat geneeskundige hulp moet worden ingeschakeld en hij naar het St. Antoniusziekenhuis te Heusden moet worden gebracht.

Lange vriendschap

Freek Appelman uit Zwaagdijk (NH) is tijdens de 1e wereldoorlog als soldaat ingekwartierd bij de fam. Van Son in Nieuwkuijk (De ouders van mijn opa Jan van Son). Waarschijnlijk heeft dochter Kee van Son vriendschap gekregen met Freek. In ieder geval is er altijd contact gebleven. In 1916 schrijft ze een ansichtkaart naar Freek met de tekst: “Nieuwkuik, 3 aug. 1916 Familie Appelman. Met deze kom ik u mededeelen dat wij allen nog vrisch en gezond zijn hopende van u allen hetzelfde. Wij hebben een kaart van Gerrit en onzen andere soldaat ontvangen die schreven dat het een rotzooi was in Amsterdam maar dat ze hun maar weer gouw naar Brabant sturen wij hadden hun graag gehouden het scheelt mij veel ‘n mijne werkzaamheden en daarbij een zeer beste kerels nu hebben wij weer een ander ook een beste man denken wij. Namens ons allen en vooral van moeder moeten wij u bedanken voor uwen schoonen visch al is het al wat lang geleden …”

Op 10 februari 1919 stuurt ze een kaart met o.a. “Met deze nog eens een kaartje. Van Brabant want anders zou u nl denken dat wij u vergeten waren nu Freek lang niet hoor wij zitten altijd nog op zijn tijd over je te lullen dat u die klompe Cees (bedoeld wordt Cis Coppens, de klompenmaker) met dat koeterwaals zoo slecht verstond die heeft al dikwijls gezegt Freek moest nog eens hier zijn. Nu u bent tegenwoordig zeker wel druk op de schaatsen he, wij gaan tegenwoordig ook nog al eens een keer u moest dat hier eens zien.”

In de 2e wereldoorlog komt Freek, waarschijnlijk vanwege de distributieregeling, schaarste en ook omdat hij een hele groot maat klompen nodig heeft, vanuit Noord Holland zelfs naar Nieuwkuijk om daar klompen te kopen. De blijvende contacten hebben er zelfs voor gezorgd dat zoon van Kee van Son getrouwd met Evert de Gouw, Andre de Gouw (beter bekend als ’de lange Evert’), later trouwt met Stien Appelman een dochter van Freek

Criminaliteit, ongelukken, spionage en zelfdoding

Te Heusden wordt in januari een korporaal van de infanterie, garnizoen Tilburg, binnengebracht. Hij wordt verdacht in een hotel te Heusden gelogeerd te hebben en te zijn vertrokken zonder te betalen. Ook wordt hij verdacht bij een rijwielhandelaar te Heusden een fiets te hebben gehuurd en die ook niet te hebben teruggebracht.

In februari berooft een veldartillerist, een militair uit Amsterdam die op wacht staat bij de Wijkse Poort, zich van het leven. Men hoort 3 schoten en voorbijgangers vinden het lijk, waarbij een kogel door het hoofd is gegaan. De revolver waarin 6 patronen kunnen, vindt men met de 3 resterende patronen vlakbij het lichaam.

Mol-Pauwels

Begin juni 1916 stort, te Nieuwkuijk, door de zwaarte van de ijzeren balken, een gedeelte van de in aanbouw zijnde magazijnen van de fa. Van Mol Pauwels onder donderend geraas in. Men is op dat moment bezig de zoldering te ankeren, Een timmerman uit Vlijmen wordt ernstig gewond onder de puinhopen vandaan gehaald. Na behandeling door een militaire dokter, wordt hij naar Vlijmen vervoerd. De in Nieuwkuijk ingekwartierde stukrijder Reuvers uit Enschede wordt zeer ernstig verwond, per Rode Kruisbrancard, naar het ziekenhuis vervoerd. Enkele dagen later, is hij op 10 juni overleden.

Maar aanleiding van dit ongeluk volgen nog een tweetal rechtszaken. Het Hoog Militair Gerechtshof doet in oktober 1917 in hoger beroep uitspraak in de strafzaak tegen een milicien-soldaat, die in eerste aanleg door de Krijgsraad te ’s Hertogenbosch is veroordeeld tot 14 dagen hechtenis omdat hij schuldig is bevonden aan het feit dat Reuvers is overleden door de instorting van een onvoldoende gesteunde balklaag. Er is echter onvoldoende bewijs dat de stut, die onder de ijzeren balklaag was aangebracht, is omgevallen ten gevolge van de in de ten laste legging geschetste omstandigheden. Namelijk het door beklaagde roekeloos op zich nemen van het ontwerpen van de bouw van de aardappeldrogerij met woning, en daarbij op te treden als architect en opzichter, en het onvoldoende toezichthouden bij het uitvoeren. Het Hof acht dat het niet is gebleken dat de stut is omgevallen en bijvoorbeeld niet met geweld is omgestoten. De enige persoon, die de ware toedracht wellicht kan uitleggen, is Reuvers, en die is gestorven. Op deze gronden wordt het vonnis teniet gedaan en beklaagde vrijgesproken.

In juli wordt onder Prïncenhage een soldaat uil Herpt doodgereden door de tram uit Oudenbosch. Zijn fiets stond tegen een boom. Vermoedelijk lag de man op de rails te slapen.

Belgische vluchtelingen

Begin 1916 verblijven er nog twee Belgische vluchtelingen in Vlijmen en in Hedikhuizen.

Aan ondersteuning per maand betaalt Hedikhuizen de daar verblijvende twee (Corn. Jansen en Dorothea DeRaet) fl. 21,10 en Vlijmen (Mald Dutry) fl. 10,50 (een vluchteling krijgt geen ondersteuning). Met ingang van 9 maart 1916 wordt aan Malvina Dutry, de echtgenote van de Belgische geïnterneerde soldaat K. de Keijzer, een vergoeding van fl. 0,35 toegekend. Ze is in november 1914 in Nederland terecht gekomen en heeft tot 1 februari ondersteuning van de gemeente Soest ontvangen. Haar man is als corveeër aangesteld bij een interneringsgroep te Vlijmen en ontvangt slechts een soldij van fl. 0,20 per dag.

Op 1 december 1916 verblijven er in Hedikhuizen nog 6 vluchtelingen, in Herpt 3, in Heusden 34, Vlijmen 1 en Drunen 12.

Bert Meijs

bmeijs@planet.nl