Mijn tante weigerde haar leeftijd op te geven bij de assistente van de huisarts, waar ik met haar naar toe ben gegaan omdat ze allerlei vage klachten had.

”Meisje”, zei ze tegen de assistente. ”Je kunt aan mijn gezicht wel zien dat ik niet meer zo jong ben. ‘Als ik je vertel hoe oud ik ben, dan zou je mij meteen gaan vertellen dat al mijn klachten zijn toe te schrijven aan ouderdomsverschijnselen. ‘Dat ik oud ben weet ik zelf ook wel, maar ik wil juist van de dokter weten wat er nog meer met me aan de hand is.” De assistente antwoordde: ”Mevrouw, ik heb uw leeftijd nodig om het dossier van u te vinden, zodat de dokter zo dadelijk uw medische geschiedenis kan terugvinden.”

Zoals ik al verwachte bleken de vage klachten van mijn tante na het bezoek bij de huisarts inderdaad met het ouder worden te maken te hebben. Daar heeft mijn tante de grootste moeite mee. Ze kreeg dan ook het advies, wanneer ze weer last had van haar gewrichten, om een paracetamol te nemen.

Nu moet je weten dat mijn tante een hekel heeft aan pillen en poeders. Op de terugweg naar huis vroeg ze of ik even wilde stoppen bij de kleine supermarkt op de hoek. Eenmaal binnen liep ze meteen door naar de stelling met wijnflessen. ”Gelukkig, ze staan er nog”, zei ze met een diepe zucht. ”Twee jaar geleden ben ik gestopt met het drinken van Pleegzuster Bloedwijn. Ik was al bang dat ze uit de handel waren genomen.” Ik herinner mij nog wel dat in de jaren ’70, Pleegzuster Bloedwijn werd gedronken als oppepper. Het werd vooral door vrouwen gedronken, als versterkingsmiddel in lusteloze situaties. De reclamecampagne uit die tijd beweerde dat Pleegzuster Bloedwijn zenuwsterkend en bloedvormend is. Maar een Medische Commissie heeft inmiddels bepaald dat het niet langer als medicijn verkocht mocht worden, omdat het een alcoholisch drankje is en geen medicijn.

Dat mijn tante het daar niet mee eens is en nog steeds Pleegzuster Bloedwijn ziet als de vervanger van de paracetamol, krijg ik niet uit haar hoofd gepraat.

Misschien heeft het placebo effect een gunstige uitwerking op haar ‘vage klachten’.

Jules Faber