Leerlingen in vwo-3 mogen zelf een ministage (vier uren) bedenken waardoor zij in een positief contact komen met de samenleving. De bedoeling is zowel om kennis te maken met alsook iets bij te dragen aan de samenleving. Hieronder het verslag van twee leerlingen van ons d’Oultremont College te Drunen.
Veel geholpen
Anonieme leerling: ”Samen met Ivo Elshout hebben we een middagje geholpen bij de kinderopvang (BSO) die verbonden is aan basisschool De Duinsprong. Ivo heeft trouwens zelf nog op deze BSO gezeten. Daar hebben we meegeholpen op een groep: de meeste kinderen waren 4,5 jaar en 6 jaar. We hebben geholpen met verschillende activiteiten. De pedagogisch medewerker die daar werkt heette Aydanur Senturk, zij heeft ons die dag begeleid. Hieronder staat ons verslag met wat we gedaan hebben en wat we ervan geleerd hebben.”
Verschillende activiteiten met kinderen
Ivo Elshout: ”We hebben van alles gedaan met de kinderen, allemaal dingen die deze kinderen dagelijks doen op de BSO zoals: buiten spelen, fruit eten, tekenen, drinken uitdelen, praten en kletsen met de kinderen. Ook had ik (Ivo) mijn hondje meegenomen naar de BSO, de kinderen mochten die aaien en ook hebben we wat verteld over de hond. Bij het buitenspelen met de kinderen vonden de kinderen het erg leuk om ons op te sluiten in een denkbeeldige gevangenis. Ook gingen een aantal kinderen ons ronddraaien op een tol; ze vonden dit erg leuk om te doen, maar ik werd er een beetje duizelig van. Ook hebben we met een aantal kinderen gevoetbald en ook dat was wel erg gezellig.”
Bijdrage van deze dag aan onze persoonlijke ontwikkeling?
Anonieme leerling: ”Mijn visie op mezelf is die dag veranderd. Buiten dat ik veel dingen heb geleerd over de kinderen, heb ik ook dingen over mezelf geleerd. Zo heb ik ontdekt dat ik redelijk makkelijk conversaties kan houden met kinderen van rond de 4 jaar die ik totaal niet ken terwijl ik van tevoren had gedacht dat ik dit niet goed kon. Ook als je daar helpt, moet je zorgen dat iedereen zich thuis voelt en toen moest ik denken of ik me eigenlijk wel ergens thuis voel. Ik ben blij dat ik mezelf ergens thuis kan voelen en vrienden en familie heb, want lang niet iedereen heeft dat en dat is best erg.”
Ivo Elshout: ”Mijn ADHD brengt goede en minder goede dingen, ik ben erachter gekomen dat ADHD in het werken met kinderen ook goede en minder goede dingen brengt. Ik ben een voorbeeld voor kleine kinderen dus ik moest goed nadenken dat ik niet te impulsief dingen ging doen. Ik merkte dat dit goed lukte ondanks alle drukte om me heen. Ik hoop dat dit ook in mijn gewone leven vaker kan lukken. Maar door alle spullen die ze hebben en de kinderen daar, kreeg ik veel energie en ideeën. Kinderen vonden alles leuk wat ik bedacht had. Ik had een uitklaptekening bedacht, dat vonden ze allemaal erg leuk en iedereen wilde ook zo’n tekening maken. Buiten renden ze allemaal achter mij en mijn klasgenoot aan en ze hadden daar veel plezier in. Ik luisterde naar alle kinderen waardoor ze het gevoel hadden dat ze samen met mij aan het spelen waren, iedereen deed mee, niemand werd buitengesloten dus het gaf een leuk gevoel dat ze aan het spelen waren.”
Bijgedragen aan onze sociale ontwikkeling?
Ivo Elshout: ”Ik vond het leuk om te zien dat de kinderen het leuk vonden om samen met mij te spelen terwijl ze mij helemaal niet kenden. Er was een meisje, A, die eerst heel verlegen was en tegen de kast bleef staan en mij niet aankeek. Mijn begeleidster Aydanur riep mij omdat het meisje, A, iets aan mij wilde vragen. Samen met Aydanur durfde ze aan mij te vragen of ik haar naam op haar tekening wilde zetten. Buiten durfde ze zelf aan mij te vragen of ik haar wilde duwen op de schommel. Ik vind het leuk dat ik genoeg vertrouwen gaf waardoor ze het wel aan mij durfde te vragen. Ik ben na mijn middag meelopen nog teruggegaan met mijn hond. De kinderen mochten mijn hondje aaien en A kwam blij naar mij toe rennen en was helemaal niet meer verlegen. Ik vind het leuk om te merken dat ik vertrouwen geef aan de kinderen, en dat ook van hen kreeg daardoor.”
Anonieme leerling: ”Ik heb veel geleerd van deze activiteit. Door deze activiteit weet ik nu meer over hoe kinderen in elkaar zitten en hoe je ze kan helpen. Een voorbeeld hiervan was: Er was een kindje heel hard gevallen, maar ik wist niet zo goed hoe ik die moest troosten. Toen heeft een van de begeleiders dat kindje getroost terwijl ik mee heb gekeken. Later, toen een ander kindje verdrietig was, wist ik beter hoe ik die op een fijne manier kon troosten. Ook heb ik door deze activiteit meer respect gekregen voor de begeleiders die dit elke dag moeten doen. Het is namelijk niet zo makkelijk als het lijkt, want je moet de kinderen continu in de gaten houden, ze tevreden houden en ingrijpen als het fout gaat.”
Docent Bill Banning, OMO