Er zat een man naast mij te wachten bij de dames- en herenkapper. Hij kwam zijn vrouw ophalen, maar die zat nog onder de droogkap.
De man vertelde dat zijn haargroei reeds jaren geleden de moed had opgegeven. Zijn kalend hoofd was dan ook bedekt met een luchtig kapsel, zullen we maar zeggen. ”Maar”, zei hij. ”Juist omdat de erosie al aardig huis heeft gehouden, krijg ik steeds meer gezicht. Met andere woorden ik ben kaal, doch zelf gebruik ik liever de term, een brede scheiding. Weet je, kaal zijn heeft ook zo zijn voordelen. Ik heb namelijk op mijn leeftijd nog niet een grijze haar. ” De man lachte hard om zichzelf. Wat een aparte uitspraken waren dat van die man, dacht ik bij mijzelf.
Dat deed mij denken aan de opmerking van Donald Trump, die altijd allerlei vragen en opmerkingen kreeg over zijn haar. Daar was hij op een gegeven moment helemaal klaar mee, daarom beantwoordde hij die vraag altijd met: “Eigenlijk kam ik mijn gezicht naar achteren, als ik mijn haren kam.”
Ondertussen was de vrouw van de man klaar en liep naar hem toe. Ze zei tegen hem: ””Dat was het wachten toch zeker wel waard. Ik zie er nu 5 jaar jonger uit, of niet dan?” Waarop haar man antwoordde: ”Nee hoor, jij niet maar je haar wel.” Enigszins teleurgesteld liep de vrouw naar de uitgang, gevolgd door haar man.
Ondertussen keek ik naar een klant met een weelderige haarbos, die op de herenknapperstoel ging zitten. ”Hoe wilt u het hebben?”, vroeg de kapper aan hem. ”Nou weet je nog, net zoals de vorige keer’, antwoordde de klant. Even was het stil, waarna de kapper opmerkte: ”Pardon meneer, ik werk hier pas 1 jaar.” Uiteindelijk was de kapper daar zeker 35 minuten mee bezig om zijn haar weer in model te knippen. Maar het resultaat was er dan ook naar, tevreden stapte de klant uit de kappersstoel. Eindelijk was ik aan de beurt. Ik legde de krant die ik inmiddels volledig van voor tot achter had doorgelezen, op de tafel en ik nam plaats in de kappersstoel.
Jules Faber