Militairen

Om verveling te voorkomen worden er ondermeer wedstrijden voor de militairen georganiseerd zoals op zaterdag 27 januari. Er is een wedstrijd uitgeschreven voor verschillende brigades van de 4e divisie. Door elke brigade, moet een verkenningspatrouille uitgevoerd worden naar onder andere Vlijmen, Engelen, Bokhoven en Hedikhuizen. Bij loting wordt door generaal Weber de volgorde van de patrouilles en de tijd van vertrek aangegeven. Het negende vertrekt om 10.00 uur, met een flinke noordoosten wind en een zonnetje om de kou wat te temperen. Met een kwartier tussenruimte volgden de andere patrouilles, de Friezen gaan als een pijl uit een boog over het ijs. Eerst een mooie baan, maar bij Vlijmen volgt tegenwind en slecht ijs.

Maar wie uit Friesland komt, is niet bang, vooral niet op het ijs. Het dorp Bokhoven moet verkend worden en dus worden de schaatsen afgebonden. Alles gaat vlug en flink in zijn werk en al snel gaan ze verder naar Hedikhuizen, dat ook verkend en in kaart gebracht moet worden. Van ver zie je generaal Weber, die per auto daar naar toe is gereden, op de uitkijk staan. Als Fries ziet hij zijn wens vervuld; de Friezen winnen. Nadat in Hedikhuizen de opdracht is afgelopen, vertrekt men weer naar Den Bosch.

In mei krijgt de burgemeester van Drunen bericht dat het 18e Reg. Infanterie de gemeente gaat verlaten en vervangen wordt door het 7e Regiment Infanterie bestaande uit ongeveer 17 officieren, 59 onderofficieren, 950 soldaten, 35 paarden en 17 voertuigen.

Begin mei krijgen enige militairen in Drunen ruzie met tot gevolg dat een militair een andere militair een diepe wonde in de borst toebrengt. Door de militaire dokter zijn de wonden direct verbonden en de getroffene is daarna naar het hospitaal gebracht waar verdere geneeskundige hulp is verleend

In juli gaat de korporaal Hartwich, van de bezetting van de brug te Heusden, met twee kameraden zwemmen bij de strekdam vlakbij de tramhaven. Onbekend met het terrein komt hij op een diep punt en zinkt weg. Zijn metgezellen schieten hem nog te hulp, maar slagen pas na een half uur hem op het droge te brengen. De overledene, Hendrikus Hubertus Hartwich, afkomstig uit Amsterdam, zoon van een weduwe, is met militaire eer begraven.

In 1917 kunnen vrouwen uit Heusden en omstreken als werkverschaffing sokken breien voor de militairen. Zij kunnen zich hiervoor melden bij een van de leden van de subcommissie voor Werkverschaffing.

Een militair gaat in september bij familie van zijn geliefde in Herpt een familiefeest vieren. Hij gebruikt daarbij zoveel drank dat hij ten slotte zwaarmoedig wordt en een einde aan zijn leven wil maken. Hij probeert zijn polsaders door te snijden. Door het vele bloedverlies moet hij, na geneeskundige behandeling, in het ziekenhuis worden opgenomen.

Op een zondagmorgen in juli, lopen in Heusden veel mensen uit, omdat men denkt een Zeppelin te zien. Het blijkt een Duitse kabelballon te zijn. Een Belgische militair weet te vertellen dat het een bestuurbare ballon is.

Een brief

In oktober 1917 schrijft de militair C. Cales uit Drunen een bericht op 2 kaarten aan zijn familie L. Cales Leijtens, te Drunen: “Naarden, 9 october 1917. Waarde Broer en Zussen. Met deze laad ik u weten dat ik nog frisch en gezond ben. En hopen van zelfde, te mogen horen. Wij liggen nu in Naarden. Nu daar is het beter als in de tent. Hed is hier elken dag slecht weer. Wij hebben zondag voor de laatste maal kaard gespeeld in de tent. En hed er was niet om vol te houden. Zoo koud was hed. Wij zaten met de deken om. En wij moesten binnen blijven om dat hed zoo hard regende. Wij liggen hier in braken (barakken) Nu hed staat mij hier beter aan als in de tent wanneer ik met verlof kom weet ik nog niet. Maar in een de andere week. En hier is mijn portret. Hed is een mooi gesicht naar een kapotte ruit. Hed niet mooi niet waar. Nu verdere geen nieuws. Als vele groete van uw Broer C. Cales”.

In Drunen komen onder de militairen regelmatig relletjes voor. In oktober breken op zondagavond er een tweetal los uit de provoost (gevangenis) en proberen te vluchten. De wacht komt direct in actie en lost een aantal schoten.

Spion

Sergeant J., als hulpcommies te Heusden gedetacheerd, wordt in 1917 al enige tijd verdacht van het verhandelen, vermoedelijk aan een buitenlandse mogendheid, van militaire schetsen van Heusden en de omliggende forten, bevattend de stand en indeling van het leger in oorlogstijd. Als hij een koop sluit voor nieuwe schetsen, wordt hij afgeluisterd en gearresteerd als hij thuis komt. Er wordt een huiszoeking gedaan in zijn woning. Men vermoedt dat er nog handlangers zijn.

Als in september in Herpt Kraaieveld, stoker van de watermachine, de deur van zijn woning opent, ziet hij op de grond een soldaat liggen, die kennelijk zijn polsen heeft doorgesneden en in bewusteloze toestand verkeert. De marechaussee uit Heusden is spoedig ter plaatse en verleent hulp. Het is een, van zijn corps uit Leiden, gedeserteerde gehuwde militair, die verliefd is op de dochter van Kraaieveld. Hij wordt op transport naar Heusden gesteld.

Jules Ghislain Hubert van de Poel, zoon van de directeur van de Heusdense Conservenfabriek (later Jonker Fris) komt, als soldaat bij het Belgisch leger, begin oktober 1917 om het leven. Hij is waarschijnlijk de enige uit ons heem die daadwerkelijk bij gevechtshandelingen is gestorven. Hij is op 5-10-1917 begraven op de Militaire begraafplaats Hoogstade (graf 764). Zijn vader Arthur is op 9 juni 1918 te Heusden overleden, en dit betekent het einde van de conservenfabriek, die later is overgenomen door Van Wagenberg Festen.

Bert Meijs

bmeijs@planet.nl