Deze woning werd in 1910 gebouwd door Jan Prinsen (1856-1918), die in 1909 trouwde met Catho Verbunt (1874-1941). De uit Hilvarenbeek afkomstige Jan had in Haarsteeg een graanhandel en was werkzaam op de melkfabriek Natura. Sinds 1906 was hij ook brievengaarder en in zijn woning was een hulppost- en telegraafkantoor gevestigd. De woningaanbouw was daarvoor gebouwd en Catho had sinds haar trouwjaar de taak van brievengaarster. Jan overleed op 4 januari 1918. Het echtpaar had met Anna (1910- 2006) één dochter. Catho bleef brievengaarster tot 1925, waarna Piet van Schaijk het van haar overnam en het kantoor huurde tot 1932. Toen is de aanbouw vernieuwd en verbreed en is sindsdien als garage in gebruik. De woning is soortgelijk aan Haarsteegsestraat 39, die Jan in 1905 had laten bouwen, maar er was erachter te weinig grond voor een veebedrijf dat zij zouden willen beginnen. In 1919 hertrouwde Catho met Jan Vugts (1870-1939) en kwam het pand als boerderij in gebruik. Catho’s dochter Anna trouwde in 1936 met Pieter Buijs en hun zoon Peter woont nog steeds in deze woning. Hij heeft een bedrijf in het fokken en houden van runderen, geen melkveebedrijf.
Het bakstenen woonhuis is eenlaags en heeft een mansardedak met wolfseinden, waarvan de nok evenwijdig ligt aan de straat. Gemetseld is voornamelijk in kruisverband en gevoegd is met een lintvoeg. De hogere dakvlakken zijn gedekt met blauw gesmoorde keramische dakpannen, type Verbeterde Holle. De lagere dakvlakken zijn gedekt met geschubde leien. In het lagere dakvlak staan twee kleine ovale en zinken dakramen van het type ‘oeil de boef’, ook ossenoog genaamd. Het zadeldak heeft twee met baksteen gemetselde schoorstenen.
De voorgevel is vijf traveeën breed en is voorzien van een gepleisterde plint en een drietal gepleisterde speklagen. Bovenaan heeft de gevel een kroonlijst met tegelmozaïek met aan de onderzijde een gemetselde tandlijst. De kroonlijst rust op klossen. Aan de buitenzijden van de gevel zijn lisenen of gemetselde kolommen. De middenrisaliet heeft een topgevel met lisenen, bekroond met siervazen. De topgevel heeft een vijftal gepleisterde speklagen en bovenop staat een bolvormige piron. In de risaliet is een ondiep portiek met paneeldeur en bovenlicht.
Aan weerszijden bevinden zich vensters met houten T-ramen met bovenlicht en met een roedenverdeling, gevuld met kathedraalglas en inpandige houten rolluiken.
Alle deur- en vensteropeningen hebben een rollaag in de vorm van een strekse boog, met geprofileerde aanzet- en sluitstenen. De kleine boogvelden zijn gevuld met een tegelmozaïek.
Aan de westzijde is het vroegere hulppostkantoor aangebouwd. Het is blokvormig met plat dak en heeft nu een garagedeuren met een bovenlicht met een kleine roedenverdeling.
Bart Beaard