Op zondag 17 maart is in de voortuin van de familie Maarten en Mechelien van Buul, Nieuwkuijksestraat 112, een informatiebord samen met een molensteen onthuld ter herinnering aan het feit dat daar ruim 150 jaar een oliemolen heeft gestaan. Deze molen was de eerste vorm van industrialisatie in Nieuwkuijk. De ongeveer 1.000 kilo zware molensteen is in januari gelegd door de medewerking van Peter Dekkers grondwerken uit Nieuwkuijk. De steen is gelegd op initiatief en ter beschikking gesteld door Kees Fitters, vrijwilliger-molenaar op oonder andere de Emmamolen. Kees is helaas enkele dagen nadat de steen in de tuin was geplaatst overleden. Zijn vrouw Corinne heeft namens Kees het informatiebord onthuld.
Op deze plaats in Nieuwkuijk hebben leden van de familie Van Buul jarenlang het beroep van oliemolenaar (olieslager) uitgeoefend. Vooral raapzaad en koolzaad werd gebruikt om daar olie van te maken, voor onder andere verlichting (in plaats van dure kaarsen) en ook om ermee te bakken. De naam ‘raapolie’ werd doorgaans niet gebruikt: men sprak van ‘zuten (zoete) olie’. De olie werd dan ook regelmatig in de meeste gezinnen gebruikt bij het avondeten. Het avondeten bestond meestal uit gekookte aardappelen met saus, gemaakt van sterk met water verdunde zuten olie en daarna karnemelkse pap.
De molen
Pieter Meijs krijgt op 31 maart 1759 een vergunning om een paardenoliemolen te bouwen in Nieuwkuijk. De molen moet dus rond die tijd in gebruik zijn genomen. Pieter was al landbouwer, hophandelaar en winkelier. Volgens de verleende vergunning mag hij de molen alleen gebruiken voor het slaan van olie. Hij moet de molen, na toestemming van het bestuur van Nieuwkuijk, zo ver mogelijk van zijn huis bouwen om ongelukken te voorkomen (in 1746 was er een grote brand die nagenoeg het hele dorp Nieuwkuijk, het gehucht Onsenoort en een deel van Vlijmen in de as legde). Hij moet aan domeinen jaarlijks een recognitiecijns (belasting) van 4 gulden betalen. Na het overlijden van Pieter Meijs wordt de molen op 26 april 1773 verkocht voor 2.600 gulden aan Johan Half-Wassenaar, de Heer van Onsenoort en Nieuwkuijk. De molen blijft dan tot 1904 in het bezit van deze familie en zijn opvolgers. Wie in 1773 de oliemolen in gebruik heeft genomen is niet duidelijk, mogelijk Poulus van der Aa, die getrouwd was met de weduwe van Pieter Meijs. Op 28 april 1789 tekent Adriaan van Buul een huuroverkomst voor de huur van de oliemolen. Hij huurt de molen van de Heer van Nieuwkuijk ingaande 1 mei 1789. Adriaan (1759-1827) is afkomstig uit Oisterwijk. Verschillende leden van de familie Van Buul gaan dan gedurende vele jaren de oliemolen in Nieuwkuijk exploiteren. De zonen Joannes (1784-1846) en Norbertus (1786-1860) volgen Adriaan van Buul later op als oliemolenaar. Adriaan (1833-1906) en Piet (1835-1906) beiden zonen van Norbertus van Buul volgen daarna hun vader op als oliemolenaar.
De taxateurs van het kadaster maken rond 1825 bij de opmetingen ten behoeve van de invoering van het kadaster een beschrijving van iedere gemeente die ze bezoeken. In de beschrijving van Nieuwkuijk staat onder andere vermeld: ’De paarde-oliemolen (eigenaar de Heer van Onsenoort) is gevestigd in het achterste gedeelte van een woonhuis, bestaande uit 2 lopende stenen en een oliebank. De molen is in een goede staat van onderhoud. De molen is verhuurd aan P. van Buul.’
Eind 1880 is er een grote watersnood als de dijk bij Nieuwkuijk doorbreekt, veel huizen in Nieuwkuijk worden geheel vernield of raken zwaar beschadigd. De weduwe Van Buul heeft geen schade opgelopen tijdens de watersnood aan haar huis, ze heeft ook geen vee dat verdronken is. Op de lijst van de schade-uitkeringen staat wel vermeld dat ze, als ’olieslageres’, een geschat inkomen heeft van 600 gulden, het merendeel van de inwoners heeft een inkomen dat ongeveer de helft van 600 gulden of nog lager is.
Als het gebruik van petroleum voor verlichting en verwarming steeds algemener wordt, wordt de vraag naar raap- en koolzaadolie steeds minder en is de exploitatie van een oliemolen niet meer winstgevend genoeg. De oliemolen is ongeveer na 1915 niet meer in gebruik is als oliemolen. Bart van Buul (1884-1967) is de laatste olieslager.
Boek
Het is de bedoeling dat er dit jaar een boek verschijnt over de geschiedenis van de molens van Nieuwkuijk. De standerdmolen van Onsenoort, de oliemolen en de Emmamolen van Nieuwkuijk. Het deel van het boek over de Emmamolen wordt geschreven door een aantal vrienden van de overleden Kees Fitters. Hij was al heel lang van plan om een boek over de Emmamolen te schrijven, maar heeft het plan niet af kunnen maken. De delen over de oliemolen en de standerdmolen door Bert Meijs, nazaat van de bouwer van de oliemolen.
Bert Meijs
bmeijs@planet.nl