Spannende verhalen
Vier leerkrachten waren er op mijn lagere school, begin jaren zestig. Die vier dronken in ons speelkwartier snel een bakkie koffie om daarna samen over het schoolplein te wandelen. Voor hen maar ook voor ons was elke dag zo ongeveer hetzelfde. Eenmaal per week kwam de dominee in de klas om ons Bijbelverhalen te vertellen. Sommige kinderen bleven dan niet in de klas maar gingen met de meester mee om elders in het gebouw iets anders te doen. Ik bleef in de klas en vond de verhalen boeiend en spannend. We zongen ’Grote God Wij Loven U’ en onze favoriet was ’Schoonste Heer Jezus. In mijn kinderlijke beleving ging dat lied over een schoon gewassen Jezus. We schreven in een speciaal schriftje een samenvatting van dat wat de dominee verteld had en mochten daar een kleurig plaatje bij plakken. Aan het eind van de les kwam een stokoud blikken busje tevoorschijn uit de tas van de dominee en daar mocht je dan geld in doen voor de kerk. Of was het voor zielige arme kindertjes in donker Afrika? Niet veel later waren we weer aan het rekenen onder leiding van onze eigen meester.
Schoolavond
Op een dag kregen we te horen dat we een schoolavond gingen houden. Het moest een avond voor de ouders worden waar wij kinderen konden laten zien wat we zoal geleerd hadden op cultureel gebied. Een groepje zou gaan volksdansen gekleed in boerenkiel en aan de voeten heuse klompjes. Onze klas zou eens laten horen hoe goed we konden zingen. Onze meester was gek van liedjes en met zijn stemvork kon hij controleren of we goed op toon waren gebleven. Op het podium zouden we zelfs een canon laten horen; vierstemmig zongen we ’’ Vader Jacob’ en het was kennelijk goed gegaan want we kregen een groot applaus. Voor Hans, André en mij was het een extra spannende avond want onze band zou voor het eerst optreden. Mijn ouders hadden een drumstel geregeld. Na een paar weken oefenen, konden we met z’n drietjes een paar mooie nummers laten horen: een wals, een tango en het swingende nummer ’O when the Saints’. Hans en André op de accordeon en ik als drummer. Alle drie droegen we een lichte broek zodat we herkenbaar waren als een drie-eenheid. Ik had nog voorgesteld om alle drie een zonnebril op te doen maar dat idee vond mijn moeder maar niets en dus ging dat niet door. Sjonge wat waren we trots in 1964 dat we in de grote zaal van het feestgebouw mochten optreden. Zouden de meiden in de klas ons nog leuker vinden? We hoopten het vurig.