Henk Poelakker, woonachtig in Heusden, vond na het overlijden van zijn vader (1920-2011) kopieën van processen-verbaal uit lang vervlogen tijden toen ‘Vader Bromsnor’ werkzaam was bij de Rijkspolitie. Die vondst werd een inspiratiebron om verhalen te schrijven.
Marc Overmars (ooit topvoetballer) haalde, nu twee jaar geleden, de landelijke pers doordat hij foto’s van zijn geslachtsdeel had rondgestuurd en daarmee zijn eigen ontslagbrief tekende. We duiken in de papieren van Bromsnor en merken al snel dat het ‘schenden van de eerbaarheid’ van alle tijden is; in mooi Nederlands ‘hangt’ men er de term exhibitionisme aan.
1952. Een jonge vrouw van 26 fietst naar haar ouderlijk huis en ziet in de verte dat iemand zijn fiets in de berm legt. Als zij bijna bij de fietser is, laat deze plotseling zijn broek zakken, toont zijn geslachtsdeel en roept: ”Dat ziet er goed uit hè?” Ze herkent de jongen die in de nieuwbouw van het dorp woont. “Ga naar huis viespeuk”, roept ze terwijl ze snel doorfietst. Thuis vertelt ze wat haar is overkomen aan haar ouders. Diezelfde middag moeten de aardappels van het land en moet de jonge vrouw haar vader meehelpen. “Hee Pa, daar is die vent weer van vanmorgen.” Vader en dochter stappen op de jongeman af die geen aanstalten maakt om weg te fietsen. Vader vertelt hem dat hij twee blauwe ogen kan krijgen als het nog eens voorkomt. En het komt voor want een week later fietst hij opnieuw langs de boerderij terwijl de jonge vrouw de was ophangt. Hoewel zij zijn geslachtsdeel niet ziet, hoort ze hem roepen dat er iets lekkers klaar ligt op het fietszadel. Vader en dochter doen aangifte bij Bromsnor die de jongen nog diezelfde middag verhoort. “Ja, ik geef toe dat ik mijn geslachtsdeel heb laten zien. En waarom? Ik weet het niet. Een plotseling opkomende drang dwingt me tot dit gedrag.”
1959. Een huisvrouw doet boodschappen op de fiets. Als ze langs nummer 42 fietst hoort ze pssstt….. Ze kijkt naar boven en ziet een man poedelnaakt voor het openstaande badkamerraam staan. Snel doorfietsen denkt ze. Als ze een uurtje later opnieuw langs hetzelfde huis komt, hoort ze andermaal psssstt… en ziet ze opnieuw de naakte man. Eenmaal thuis vertelt ze het voorval aan haar man die witheet naar het politiebureau stapt. Bromsnor gaat op onderzoek uit dat kort duurt want de man op nummer 42 geeft direct toe dat hij van een innerlijke stem zijn geslachtsdeel moet laten zien.
1975. Het is schemerig. Vier meisjes lopen van de gymles naar huis. Door hun gegiechel hebben ze niet in de gaten dat een 18-jarige knaap hen achterop komt. Op het moment dat hij bij de meiden is, haalt hij vliegensvlug zijn ding tevoorschijn met de woorden: ”Hoe veindegij d’n deuze?” De meiden zijn perplex. Eén van hen weet wie de jongen is en met die kennis lopen ze naar het bureau dat gesloten is. Bromsnor woont in een dienstwoning naast het politiebureau, doet open en neemt de verklaring buiten diensttijd op. Ook deze jongen bekent meteen en heeft het over een innerlijke drang.
Rechters zien dit soort vergrijpen als niet ernstig en geven de verdachten anno 2024 vaak een korte taakstraf. Of de dader daarmee geholpen is, is zeer de vraag. In de jaren hierboven, bestond het fenomeen taakstraf nog niet. De dader kreeg of een boete (nooit eerder betrapt) of een korte celstraf van enkele dagen. Of de slachtoffers ergens gewenste hulp konden krijgen? Waarschijnlijk in de sfeer van: ga maar lekker slapen en denk maar niet meer aan die viezerik.