In het Kohier der Verpondingen komt het pand al in 1604 voor. Het voorhuis is eigendom van kuiper Anthonis Versluys. Anthonis is tevens keurmeester van het kuipersgilde. In 1627 laat Doymans achter het voorhuis van Versluys een huisje bouwen. Het pand krijgt natuurlijk meerdere eigenaren: Handrick Janszn in 1628 en Jan Walewijns in 1633 als eigenaar van ‘De drie Croontgiens’. Waarschijnlijk is de naam afgeleid van een familiewapen met 3 kroontjes. In 1674 is weduwe Gijssels eigenaresse. In 1720 is hoedenmaker Laurens de Voo (1672-1744) de eigenaar en sindsdien is de naam van het huis en een klein huisje ‘3 Kroontjes’. In het boek ‘De elite van Heusden’, in 1985 geschreven door J. Kool-Blokland, is te lezen dat Laurens in de jaren 1704-1719 in Heusden burgemeester is. In 1760 is het gehele pand herbouwd. Het kadastrale minuutplan 1811-1832 vermeldt dat Arnoldus Fok (1792-1854), beenhouwer/slachter/winkelier, de eigenaar is van het huis en erf. Van 1876 tot 1910 is het de boekhandel-drukkerij van H. Wuyster. In 1912 gaat het bedrijf over naar zijn meesterknecht A.J. van der Kolk, die het bedrijf tot de oorlog heeft voortgezet. In 1967 wordt het pand Rijksmonument 22019. Op 10 december 1982 brandt de toenmalige fotozaak van Jan en Riet Vaesen tot de grond toe af, waarbij de 53-jarige Jan om het leven komt. In 1985 is het pand herbouwd en uit respect voor de overledene met een vrijwel identieke voorgevel.
Het pand heeft op begane grond een 4 meter hoge winkelruimte. De twee verdiepingen en de zolderverdieping erboven zijn ingericht als appartement. Het dak van de zolderverdieping is samengesteld uit een bitumineus gedekt plat dak, drie pannengedekte dakschilden en een pannengedekt zadeldak. Overal zijn rode keramische pannen gelegd. Bij het zadeldak ligt de nok evenwijdig aan de straat en is gebouwd tussen twee tuitgevels, in het vlak van de zijgevels. Bij tuitgevels loopt de gevel schuin op en is aan de bovenzijde met een rollaag afgedekt. De gevel eindigt aan de bovenzijde in een ‘tuit’, een smalle rechthoekige hals. Aan de onderzijde zijn ‘schouders’. Het zadeldak heeft een dakkapel met versierende zijwangen.
De voorgevel is gebouwd met bakstenen, gemetseld in kruisverband en met knipvoeg afgewerkt. In de gevel bevinden zich vensters met 4-ruits en 6-ruits schuiframen. Boven de vensters zijn anderhalve steens uitwaaierende strekken. Onder de vensters zijn hardstenen dorpels. Het bovenste gedeelte van de gevel heeft een kroonlijst met bakgoot en geprofileerde band. Het afgebrande pand had op deze band vier prachtige gesneden consoles, vandaar de grote hoogte van deze band. De houten deuromlijsting heeft aan beide zijden pilasters en aan de bovenzijde een dorpel, die in de vorm van de pilasters meeloopt. Boven de zeer gedetailleerde winkeldeur is een 3–delig bovenlicht aangebracht en ertussen bevindt zich een fraai gesneden kalf. De plint en de basement van de deuromlijsting zijn oorspronkelijk en grijs geschilderd.
Bart Beaard