Gisteravond moest ik nog als een gek het ijs van mijn autoruiten krabben en nu ineens, na een koude nacht, begint de lente.
Het dagelijkse leven verschuift beetje bij beetje, weer van binnen naar buiten, wanneer de lente haar intrede doet.
Het vrolijk twinkelende lentezonnetje lokt mij naar buiten.
De tijd van alle voorjaar clichés breekt weer aan. De kleurrijke narcissen knikkebollen in de lente bries.
De ganzen vliegen al gakkend naar het noorden. Merels fluiten het hoogste lied en pikken tussendoor een wormpje mee.
De lichamen van de nijvere werkers ontwaken uit hun winterslaap en ze krijgen opeens last van lentekriebels.
Voorjaarwinden blazen door mijn tuin en wervelen stof en bladeren omhoog, ze zwieren en draaien, waardoor de bladeren dansen als een ballerina. Tortelduifjes koeren hun beminde toe.
Zachtjes waait het zwoele briesje door de wijd openstaande ramen naar binnen. Uit de gordijnen dwarrelt stof.
Ondanks dat de lente elk voorjaar weer terugkeert blijft het mij verrassen.
Elke dag verandert er vanalles, het weer doet dapper mee, het ene moment zon en het andere moment een fikse regen- of hagelbui.
Ook nu tijdens mijn ochtendwandeling rollen de buien over mij. De wolkenluchten trekken in vliegende vaart voorbij en vragen om mijn aandacht.
Onderweg bespeur ik wat grillige vormen in de lucht.
In het nog kale gras zie ik de eerst plantjes boven komen, het klein hoefblad en nog andere voorjaarsbloeiers bieden zich al aan.
Het is de lentezon die ervoor zorgt dat de uitlopende knoppen van de struiken, nieuwe kleuren aan de dag toevoegen.
Ik hoor het vee in de stallen onrustig loeien, zij herkennen het voorjaar, dat in de lucht zit.
De eerste muggen zijn al gesignaleerd, de temperatuur loopt op en rokjesdag wordt al weer aangekondigd.
De zon neemt duidelijk in kracht toe en zijn warmte maakt mijn huid weer voelbaar.
Dat zijn van die momenten waar ik intens van kan genieten.
Het is lente!
Jules Faber