Vluchtelingen

Op 16 januari 1918 verblijven volgens een overzicht van de gemeente Drunen nog 11 Belgische vluchtelingen in Drunen, waarvan 3 afkomstig uit Nijlen, 6 uit Antwerpen en 2 uit Borgerhout (de fam. Bény). Het gezin Bény-de Vos uit Antwerpen, woont bij de kinderen Sikkers in Drunen. ’De Maurice’, zoals hij al gauw genoemd wordt, is een bekwaam beroepsfotograaf, die al snel partner wordt van Leo Sikkers (1880), die al een aantal jaren foto’s maakt bij bruiloften, jubilea en andere feesten, maar ook van dorpsgezichten in Noord-Brabant die op ansichtkaarten komen te staan. Maurice verstaat het vak van retoucheren; het bijwerken en verfraaien van opnames. In de ’tent’, zoals het atelier van Leo Sikkers genoemd wordt, maken beiden heel wat foto’s. Met tafeltjes en stoeltjes als achtergrond decor. In dezelfde ruimte worden de glasplaten ontwikkeld en afgedrukt. Als zij na de oorlog terugkeren naar België, gaan zij in Brussel wonen en de relatie met Drunen blijft tot hun dood bestaan, o.a. door jaarlijkse wederzijdse bezoeken.

Eind februari vertrekken vanuit Heusden 11 personen die naar België terugkeren, en 11 personen worden, samen met 22 personen uit Drunen, naar het vluchtelingenkamp te Ede gebracht. In Heusden verblijven nu nog 15 personen.

Op 5 mei schrijft mevr. Van Hoijweghen, ze verblijft op de Herpse Poort, een brief aan de Regeringscie., waarin zij vraagt om financiële ondersteuning. Zij woont sinds het bombardement van Antwerpen te Heusden. Haar man mag België niet verlaten, en haar enige zoon vecht aan het front. Ze moet voor 3 meisjes zorgen van resp. 19, 17 en 13 jaar. Ze hoopt met haar brief ondersteuning te krijgen voor haar verblijf. Ze krijgt antwoord, mede op advies van het gemeentebestuur van Heusden, dat ze niet in aanmerking voor ondersteuning van rijkswege. Er wordt verwacht dat de moeder met haar dochters inkomsten uit arbeid kan verwerven.

Te Vlijmen is een vluchtelingskindje geboren, dat uit dankbaarheid jegens Nederland de naam zal dragen van “Juliaantje” Het is Elise Marie Julie Joie, geboren 13 juni 1918, dochter.van Victor Joie, kleermaker en Marie Giroul.

Eind december verblijven er in Heusden nog 4 en Hedikhuizen 2 vluchtelingen.

Militairen

Begin januari bezoekt Koningin Wilhelmina de militaire oefeningen bij de Drunen, Waalwijk en Loon op Zand en ook cursussen en inrichtingen te Heusden.

In de gemeenteraad van Heusden worden eind maart door het raadslid Moll kritische vragen gesteld over de inkwartiering. Hij vindt er erg willekeurig wordt omgesprongen met de inkwartiering van de militairen. Er zijn personen die gedurende 6 tot 9 maanden inkwartiering hebben, terwijl anderen helemaal geen inkwartiering krijgen. De burgemeester verklaart daarop dat hij hierover niets te zeggen heeft, Heusden is in staat van beleg en de militairen zijn de baas.

In april arriveert de ooievaar op de Hervormde Kerk. In 1914 was zijn nest verwoest omdat daar een militaire observatiepost moest opgesteld worden.

Door de politie te Heusden zijn in juni 2 militairen in gearresteerd, die gerst te koop aanboden die gestolen was bij de landbouwer J.B. te Heesbeen

Weg uit Heusden

Eind september verlaten de militairen Heusden. Eerst vertrekt de infanterie, daarna volgen de pontonniers en de veldartilleristen. Veel inwoners zitten met een meer of mindere schadepost.

De heer Vos van de gemeenteraad van Heusden vindt het jammer dat de militairen Heusden moeten verlaten omdat het drinkwater besmet is. Het is een schadepost voor de winkeliers, hotel- en caféhouders en kwartiergevers. De militairen hebben hier kostbare werken aangelegd en ze verblijven graag in Heusden. Hij wil met subsidie van Rijk en Provincie een nieuwe drinkwatervoorziening aanbrengen. De heer van Everdingen betreurt het vertrek niet. Honderden zullen zich met hem verheugen. Hij heeft veel schade opgelopen aan stallen, schuren en boomgaarden (hij woont op ’t Slot te Heesbeen).

Te Vlijmen heeft de politie, bijgestaan door marechaussees, in september, na een ernstige vechtpartij, een groot aantal militairen gearresteerd. Zij hadden een grote hoeveelheid koperdraad gestolen en waren bezig telefoondraad bij het Drongelens kanaal weg te halen.

In Nieuwkuijk komt in oktober een militair bij de rijwielhandelaar G. van den Oord met een damesfiets die hij wil verkopen. De fiets wordt door Van den Oord gekocht voor de spotprijs van fl. 10,-. Als de militair is vertrokken, ontdekt Van den Oord in de tas de fietskaart van een bekende uit Vlijmen, hij denkt daarom dat de fiets gestolen is. Onmiddellijk brengt hij de politie op de hoogte. Nog dezelfde avond wordt de militair gearresteerd, en volgende dag bekend hij de fiets gestolen te hebben.

Bij J. de W te Elshout worden in oktober een paar vette konijnen gestolen. De verdachte heeft de konijnen verkocht voor 2 gulden. Bij zijn arrestatie slikt hij het geld in.

Nog niet hersteld van de 10-daagse oefening volgt er in oktober een driedaagse oefening. Ondanks dat het ’s avonds om 6 uur begint te regenen wordt de oefening doorgezet. De hele nacht wordt in regen en wind doorgebracht. Pas om 8 uur ’s morgens wordt de oefening beëindigd. Tot half twee moet er daarna nog gelopen worden om de kantonnementen te bereiken. Door en doornat en uitgeput komen de soldaten aan. Kort daarvoor is er schande gesproken in de dagbladen over iets vergelijkbaar dat bij de 2e brigade is gebeurd. Het bericht, geschreven door een van de militairen die dit overkomen is, spreekt dan ook over een “ontzettende schade aan de gezondheid van manschappen, materiaal en uitrusting”. Enige tijd later volgt er weer een militaire klacht uit Drunen. Er is een militair bij een oefening te water geraakt en ondanks alle pogingen hem te redden, is hij verdronken. (wordt vervolgd)

Bert Meijs

bmeijs@planet.nl